Europese regulatoren hebben chipfabrikant Broadcom uitzonderlijk een tijdelijke beperking opgelegd om geen exclusiviteitscontracten meer af te dwingen, terwijl de EU een antitrustonderzoek voert naar vermeend misbruik van marktpositie.
Broadcom kreeg onmiddellijk bevel om te stoppen met het toepassen en afdwingen van “concurrentiebeperkende bepalingen” in zijn contracten met zes grote klanten, zo schrijft Ars Technica. Het bedrijf is de belangrijkste leverancier van chipsets voor onder meer settopboxen en modems op de Europese markt.
De EU heeft naar eigen zeggen “sterke indicaties” dat de chipfabrikant niet helemaal volgens de regels van de vrije markt speelt. “Het gedrag van Broadcom zal waarschijnlijk, bij uitblijven van interventie, ernstige en onomkeerbare schade voor de concurrentie veroorzaken. We kunnen dit niet laten gebeuren”, zegt Eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager.
Exclusiviteit
Concreet hekelt Vestager de exclusiviteitscontracten die Broadcom met klanten afsluit. Dergelijke overeenkomsten worden door de EU als concurrentieverstorend beschouwd, omdat ze de dominante marktpositie van een onderneming helpen in stand houden en uitbreiden. Exclusiviteit betekent dat kleinere tegenstanders minder kans hebben om nieuwe klanten aan te trekken en zo hun positie op de markt te verstevigen.
Het Europese antitrustonderzoek naar Broadcom ging eind juni van start. De beslissing om Broadcom nu al een tijdelijke beperking op te leggen, terwijl het onderzoek nog loopt, is eerder uitzonderlijk. Het is volgens de Wall Street Journal de eerste keer sinds 2001 dat de Europese Unie dergelijke maatregel toepast.
Niet alleen Europa neemt de praktijken van Broadcom onder de loep. De chipfabrikant kwam recent ook in het vizier van Amerikaanse toezichthouders. Begin 2018 startte de Amerikaanse Federal Trade Commission een antitrustonderzoek gericht op de contractuele voorwaarden die Broadcom aan sommige klanten had opgelegd.