Fiberklaar, een joint-venture van Proximus en EQT Infrastructure, maakt van glasvezel in Vlaanderen een absolute prioriteit. Binnen zeven jaar moet de achterstand vergeleken met andere Europese landen verdwenen zijn. Het ultieme doel: overal fiber tegen 2030.
België staat aan de vooravond van een fiberrevolutie met Proximus, dat de turbo maximaal intrapt. In Wallonië werd dit jaar de joint-venture Unifiber in het leven geroepen, in samenwerking met Eurofiber. Voor Vlaanderen bundelt Proximus de krachten met EQT Infrastructure en is de joint-venture Fiberklaar het resultaat. Die laatste krijgt een budget van 2,5 miljard euro van de telecomprovider om het Vlaamse glasvezelnetwerk verder uit te rollen.
België loopt achter op andere Europese landen wat de uitrol van glasvezel betreft. In Spanje, Zweden en Portugal zou de dekking van fiber al 80 procent zijn terwijl België voorlopig strandt op 8 procent. Proximus is al enkele jaren op eigen houtje bezig met de uitrol van fiber to the home maar hoopt het hele proces via Fiberklaar drastisch te versnellen.
Status van glasvezel in België
Allereerst een status update: hoe staat het met glasvezel in België? Volgens Rik Missault, CEO van Fiberklaar, waren we vorig jaar nog de slechtste leerling uit de klas in Europa. “Volgens een studie van vorig jaar had amper 5,8 procent van de bevolking toegang tot glasvezel in België. Ondertussen zitten we op 10 procent dankzij het glasvezelnetwerk van Proximus. Het gezamenlijke doel is om 70 procent van België aansluitbaar te maken tegen 2028, wat een flink inhaalmanoeuvre is.”
De massale glasvezelinstallatie in heel België en specifiek Vlaanderen voor Fiberklaar wordt op verschillende snelheden aangepakt. In grote steden is de verwachting dat de grote telecomproviders hun eigen netwerk zullen aanleggen.. Ga je daarbuiten, dan is het vooral Fiberklaar dat de steden en dorpen in Vlaanderen van glasvezel wil voorzien waarop de telecomproviders hun diensten kunnen aanbieden. Dat is volgens Missault een bewuste keuze.
Met Fiberklaar bouwen we een open netwerk dat door elke telecomprovider kan gebruikt worden om deze steden of dorpen te bereiken.
Rik Missault, CEO van Fiberklaar
“In centra van grote steden is er meer concurrentie, omdat de installatiekost veel lager is. Je kan vaak aan de gevel monteren, de rooilijn naar de woning is meestal nul meter waardoor het minder kost. De telecomproviders gaan die zelf voorzien, of ze kiezen uit een aantal aanbieders omdat de drempel zo laag ligt.”
Wanneer je buiten de grote steden gaat, de zogenaamde B-markt, daar is elke aansluiting aan een woning of bedrijf een hele investering. Je moet haast altijd graven en de afstanden zijn veel groter. “Daar is het duidelijk dat meerdere parallelle netwerken niet haalbaar zijn, omdat de investering groot is en de netwerken onderbenut zouden worden. Met Fiberklaar bouwen we daarom een open netwerk dat door elke telecomprovider kan gebruikt worden om deze steden of dorpen te bereiken.”
Open netwerk
Het glasvezelnetwerk dat Fiberklaar aanlegt, is volledig open. Het gaat om een point-to-point-netwerk waar operatoren onafhankelijk van elkaar kunnen werken. Het is niet zo dat je de bandbreedte wordt gedeeld op één kabel zoals bij kabel vandaag van toepassing is.
“Een kabel heeft 192 glasvezeltjes en in een aansluitpunt (Point of Presence, kortweg PoP) komen er gemakkelijk 4000 samen. Die vertrekken naar de straat en uiteindelijk stuk voor stuk naar woningen en naar bedrijven. Daar plaatsen we een zogenaamde Fiber Termination Unit, een klein bakje waar de telecomprovider aan kan koppelen.”
Opvallend is dat die installatie volledig gratis is vandaag omdat Fiberklaar zoveel mogelijk huizen wil aansluiten. Zelfs als ze tientallen meters moeten graven vooraan je huis, kost het niets. Dat is een grote investering, maar wel eentje die op lange termijn rendabel is. Daarom de focus op de zogenaamde B-markt om die investering te kunnen verantwoorden.
Kwaliteit van glasvezel
De glasvezel die momenteel wordt geïnstalleerd in straten en binnen huizen of kantoren, is van een hoge kwaliteit. Volgens Missault is de zuiverheid onder controle. “Hoge kwaliteit glasvezel is mainstream geworden, er zit niet echt nog innovatie in het glas. Een glasvezel kan vandaag comfortabel 10 kilometer overbruggen tot het volgende aansluitpunt. Dat is een stuk meer dan andere kabels. Bovendien is glasvezel niet gevoelig voor corrosie, vochtigheid of elektromagnetisch straling.”
Door die flexibiliteit kan je vandaag bijvoorbeeld 4.000 woningen of kantoren aansluiten op één PoP. Bij kabel of DSL moet je werken met veel meer ‘bakjes’ in de straat en/of versterkers op de gevel.
Glasvezel is niet gevoelig voor corrosie, vochtigheid of elektromagnetisch straling.
Rik Missault, CEO van Fiberklaar
Is er met de komst van 5G nog wel een glasvezelaansluiting nodig in huis? Daarover is Missault duidelijk: “95 procent van 5G is glasvezel. Enkel de laatste paar honderd meter zijn draadloos. Daarnaast moet je nog bandbreedte delen met iedereen binnen een vast draadloos spectrum. Een vast netwerk verwerkt 10 keer meer trafiek dan een mobiel netwerk, dat is altijd al de ratio geweest. Glasvezel en 5G gaan hand in hand.”
DOCSIS 3.1 is een apart traject
Fiberklaar is een joint-venture van EQT Infrastructure in samenwerking met Proximus die heel sterk de kar trekt van glasvezel. Dat moet ook, want de huidige DSL-technologie is beperkt om grondig met de coaxtechnologie te concurreren van Telenet. Glasvezel is dan de logische volgende stap die naar onze mening relatief laat werd gezet. Gelukkig evolueert alles nu wel met een sneltreinvaart. Missault geeft geen mening over de timing van Proximus, maar wat met Telenet en zijn kabeltechnologie?
“Telenet heeft recent nog flink geïnvesteerd in kabelstandaard DOCSIS 3.1 met zijn ‘grote netwerf’. Het is logisch dat het oorspronkelijk geen prioriteit stelde aan glasvezeltechnologie omdat er nog wel wat rek in de coaxkabel zit. Dat neemt niet weg dat uiteindelijk ook Telenet overstag zal moeten gaan.”
Wanneer het zover komt, kan Telenet reken op onder andere Fiberklaar met zijn open glasvezelnetwerken om het huidige aanbod verder uit te breiden.
Heb je glasvezel nodig?
De aanwezigheid van glasvezel is één, maar heb je dat ook echt nodig vandaag? Het spreekt voor zich dat de early adopters altijd het beste willen en snel op de kar zullen springen. Daarna volgen alle DSL-abonnees die vandaag tegen een limiet aanlopen en met glasvezel een welgekomen upgrade krijgen. Wanneer je met coax vergelijkt, haalt Missault graag het verschil in latency boven.
“Bij zowel coax als VDSL zit je vandaag tegen de 15 milliseconden. Bij glasvezel is dat minder dan 4 milliseconden. Dat geeft extra comfort, zeker bij bijvoorbeeld videocalls. Hoe lager de latency, hoe minder echo cancelling nodig is.”
Hij haalt een betere stabiliteit en hogere snelheid naar voor als belangrijke troeven. Bij glasvezel krijg je die 1 Gbps (of meer in de toekomst) onmiddellijk, waar je bij kabel iets langer moet wachten volgens hem. Hij gelooft dat mensen die fiber ervaren op het werk, het verschil voelen en dat thuis ook zullen willen. Tot slot is er de mogelijkheid om de down- en uploadsnelheden symmetrisch te maken met glasvezel, wat niet kan met coax of DSL. In tijden van thuiswerk is de uploadsnelheid belangrijker dan ooit geworden. Daar ligt volgens ons de belangrijkste troef van allemaal om een overstap naar glasvezel te verantwoorden.
Missault gelooft ook dat hiermee de grenzen tussen particuliere en zakelijke verbindingen zullen vervagen. Door die differentiatie in uploadsnelheid weg te halen met glasvezel, is daar geen nood meer aan wat betreft de technologie, dit wordt enkel een commerciële keuze.
Ambitie van Fiberklaar in Vlaanderen
Proximus heeft de ambitie om tegen 2028 zeker 4,2 miljoen woningen en bedrijven in België op glasvezel aan te sluiten, goed voor een bereik van 70 procent. Missault verwacht dat in Vlaanderen binnen 7 jaar 95 procent van de woningen en bedrijven aansluitbaar zouden kunnen zijn op glasvezel als de verschillende spelers samenwerken. Die laatste 100.000 tot 200.000 aansluitpunten zijn heel dure verbindingen.
We verwachten dat in Vlaanderen binnen 7 jaar 95 procent van de woningen en bedrijven aansluitbaar zouden kunnen zijn op glasvezel als de verschillende spelers samenwerken.
Rik Missault, CEO van Fiberklaar
“Het gaat hier om afgelegen woningen of sites die heel duur zijn om aan te sluiten. Een normale investeringsaanpak is dan niet mogelijk omdat de aansluitingskosten nooit rendabel kunnen zijn. Ofwel komt de overheid daarin tussen, of het blijft bij coax of een mobiele verbinding voor deze locaties.”
De ambitie van Fiberklaar is om 100 procent van Vlaanderen aan te sluiten binnen 10 jaar. Vandaag heeft het bedrijf alle financiën rond om 1,5 miljoen aansluitingen uit te voeren. Wanneer andere telecomoperatoren eveneens het netwerk gaan gebruiken kan dit uitbreiden naar 95 procent van Vlaanderen.