Hongerige servers, dorstige koeling: een datacenter consumeert heel wat stroom. Betekent dat het einde van de stormloop naar de cloud? Of net het omgekeerde? En wat met de concurrentiepositie van het lokale datacenter tegenover een cloudreus uit de VS?
De cloud, dat is gewoon de computer van iemand anders. De boutade is je misschien niet onbekend, maar we durven met z’n allen al eens vergeten dat er achter de wolken datacenters met fysieke servers staan. Die vereisen stroom en genereren hitte, die datacenters moeten afvoeren met koelinstallaties die op hun beurt nog meer energie verbruiken. De hemel mag niet naar beneden vallen, dus is de cloud beschermd van stroomuitval. Dat verloopt via generatoren die vaak dure diesel slurpen, en UPS-systemen die de energierekening nog maar eens doen stijgen.
Glazen bol
De hoge stroomfactuur heeft z’n impact. Dat ontkent Friso Haringsma, managing director van Datacenter United, niet. “Verschillende elementen hebben vandaag invloed”, zegt hij. “De energieprijzen zijn heel belangrijk, maar we zien ook de prijs van andere componenten stijgen die eigenlijk al schaars waren. Door de beperkte beschikbaarheid stijgt ook de lead time.”
Om een datacenter te wapenen tegen de hogere prijzen, maar ook gewoon om mee te groeien met de vraag, moet Datacenter United ongeveer anderhalf tot zelfs twee jaar in de toekomst kijken. “De levertijd bedraagt ongeveer een jaar, waarna we nieuwe zaken moeten installeren”, weet Haringsma.
Onbekende kostprijs
Tegenover die achtergrond maken de energieprijzen het leven van een datacenter-uitbater er niet eenvoudiger op. De markt is erg volatiel en langetermijncontracten verdwijnen. Een partij als Datacenter United heeft geen andere keuze dan de stijging in operationele kosten deels door te rekenen naar de klant.
“Vroeger konden we prijszettingen voor enkele jaren maken, maar nu is de onzekerheid te groot”, verduidelijkt Haringsma. “We kunnen niet meer zeggen wat de prijs van een dienst zal zijn in 2026 of 2027.”
Slikken en bufferen
Een wereldspeler zoals Microsoft heeft daar een streepje voor. Er staan Azure-datacenters over de hele wereld, en dat heeft voordelen. “De operationele kost speelt wel degelijk een rol in de prijs”, zegt Ron Pooters, Business Strategy Manager bij Microsoft voor België en Luxemburg. “Maar die is eigenlijk niet zo groot.”
Azure heeft twee troeven. Enerzijds betaalt Microsoft energiefacturen in landen verspreid over de ganse aardbol. De prijs van elektriciteit is overal gestegen, maar enkel Europa wordt met de extreme pieken geconfronteerd. Microsoft kan zo meer dan kleinere partijen de hogere kosten slikken, toch zeker op korte termijn.
Een prijsverhoging van de elektriciteit in enkele van onze Azure-regio’s haalt niet meteen alles onderuit.
Ron Pooters, Business Strategy Manager Microsoft België en Luxemburg
Pooters bevestigt: “Een prijsverhoging van de elektriciteit in enkele van onze Azure-regio’s haalt niet meteen alles onderuit. Microsoft heeft op dit moment geen plannen om de cloudprijzen aan te passen aan de stijgende energieprijzen.”
Onderzoeken en investeren
Bovendien heeft Microsoft als grote speler iets minder last van de beperkte beschikbaarheid van nieuwe en groenere hardware. “Datacenters zijn de core business van het moderne Microsoft. Op alle aspecten, van koeling over generatoren tot in de designs van onze zelfontworpen servers, zijn er teams bezig om alles te optimaliseren.”
Datacenters zijn natuurlijk ook de core business van Datacenter United, maar die partij werkt op een andere schaal. Microsoft is zelf financieel betrokken bij R&D van nieuwe en efficiënte oplossingen, en kan die ook sneller uitrollen.
Billen bloot
Dat weegt door. “Alles start met het design van datacenters”, beaamt Xavier Biot, vicepresident Secure Power bij Schneider Electric. “Efficiëntere designs, de juiste dimensionering en een juiste keuze van materiaal maakt een grote impact.” Biot wijst naar de UPS als voorbeeld. “Een gewone UPS heeft een efficiëntie van 96 à 97 procent”, zegt hij. “Een slim exemplaar kan tot 99 procent efficiënt zijn. Het prijsverschil is misschien vijftien procent in capex. Aan de huidige kosten is dat op één jaar terugverdiend, terwijl de toestellen er soms tien tot vijftien jaar staan.”
Aan de huidige kosten heb je een slimme UPS op één jaar terugverdiend.
Xavier Biot, vicepresident Secure Power Schneider Electric
“Iedereen wil groen en duurzaam zijn”, beaamt Haringsma. “Maar langs de andere kant moeten we ook aan onze verplichtingen voldoen. Als we moeten kiezen tussen groene hardware waarop we anderhalf jaar moeten wachten, of een grijs model dat binnen twee maanden beschikbaar is, wordt het groene verhaal wel met de billen bloot gezet. De keuze voor groen is vandaag zeer moeilijk, zowel voor kost als leadtime.”
Zelf energie produceren
Zowel grote als kleinere spelers zetten wel in op groene productie. “We voegen nog extra zonnepanelen toe en plaatsen ook windmolens”, zegt Haringsma.
Dat doet ook Microsoft, dat opnieuw een stapje verder gaat. Voor zijn Azure-datacenters wil Microsoft immers af van noodgeneratoren op diesel, ten voordele van waterstof. “Een generator draait maar eens om de zoveel weken”, schetst Pooters. “We kunnen waterstof opwekken wanneer de zon schijnt en hebben een bredere tijdspanne om de voorraad aan te vullen.” Pooters geeft wel toe dat die oplossing niet voor morgen is, maar stipt aan dat ze een onderdeel is van de bredere oplossing.
Voor ons toont het vooral hoe Microsoft toch comfortabeler kan inzetten op efficiëntie en groene energie, terwijl lokalere spelers meer geconfronteerd worden met praktische overwegingen.
Wat met de prijs?
Wat betekent dat nu voor de prijs? Microsoft doet zoals gezegd niet meteen iets, maar kan op termijn wel sturen. Door kleine verschillen in prijs stuurt Microsoft vandaag al in welke datacenterregio’s bepaalde workloads terechtkomen. Die sturing dateert van voor de energiecrisis en heeft te maken met andere factoren, zoals het formaat en de capaciteit van regio’s om workloads te draaien.
Datacenter United is evenmin niet hulpeloos. “Wij proberen wel te bufferen op de energieprijs”, verduidelijkt Haringsma. “We kunnen een groot stuk van de piek absorberen door prijzen die al voor de toekomst zijn vastgelegd. Er is natuurlijk altijd een flexibel stuk in de markt. Bovendien kan deze situatie geen jaren duren, want dan moet alles mee naar boven.
Verschillende klanten, andere impact
Haringsma en Datacenter United benaderen de crisis bovendien vanuit een andere hoek. De grote baas benadrukt dat de relatie van een lokalere speler met zijn klanten sowieso anders is dan bij een hyperscaler.
“Alles hangt af van het type klant.” Haringsma ziet twee grote categorieën. “Er zijn klanten waarbij IT een essentieel deel van de omgeving is, maar de kernactiviteiten daar niet noodzakelijk op geënt zijn.” Hij wijst bijvoorbeeld naar een verzekeraar. “Die heeft zijn IT nodig, maar verdient geld op een andere manier. Voor hen is de stijging niet zo’n ramp. Door de inflatie door te rekenen, is het probleem al grotendeels opgelost.”
Dan zijn er andere partijen waarbij de IT ook deel uitmaakt van het product. Denk aan leveranciers van managed services. “Voor die klanten zijn de prijsstijgingen veel gevoeliger. Met hen zitten we nauw samen om zo veel mogelijk af te stemmen.”
Geen risico, geen scherpe prijs
In realiteit ziet Haringsma wel een shift. “De vraag is wie het risico van de energieprijzen draagt. Is dat de leverancier van de IT-diensten, dan zullen daar hogere prijzen mee gepaard gaan. Je kan ook afspraken maken met de klant om bijvoorbeeld de kost op te splitsen.” In zo’n scenario betaalt een klant een afgesproken bedrag voor de diensten, maar wordt de energiekost doorgerekend. “Zo’n pass through is er al met grote klanten. Zo dragen wij geen risico, maar is er natuurlijk ook geen marge.”
Onze aankoopprijs wordt ook de jouwe, met eventueel een marge.
Friso Haringsma, managing director Datacenter United
Volgens hem is het onvermijdelijk dat de sector naar alternatieve prijsstrategieën zal grijpen. “Onze aankoopprijs wordt dan ook de jouwe, met eventueel een marge. Wil je toch een vaste prijs, dan moet de prijs substantieel hoger liggen.” Die realiteit zal zich vroeg of laat ook laten voelen bij eindklanten van bijvoorbeeld SaaS-oplossingen.
Van migratie naar optimalisatie
Haringsma en Pooters zijn het over één ding eens: de huidige energiecrisis zal digitale transformatie en de verschuiving naar de cloud niet vertragen. De alsmaar groeiende druk vanuit de EU om niet alleen zuinig maar ook milieuvriendelijk te werk te gaan, helpt daarbij. “Gemiddeld gesproken is de verhuis van een traditioneel on-premises datacenter naar de cloud goed voor een reductie van energiegebruik en CO2 uitstoot met negentig procent”, claimt Pooters. “Netto kan de investering in de cloud tot optimalisatie leiden. Oude datacenters worden uitgefaseerd en workloads komen terecht waar ze efficiënter draaien.”
Pooters ziet ook voor bestaande cloudklanten een trend van optimalisatie. “Tijdens de pandemie lag de focus op digitalisatie, maar nu zien we meer een verschuiving naar optimalisatie.” Dat betekent dat klanten meer kijken naar cloudnative-ontwikkeling. “De cloud wordt meer en meer gebruikt zoals we die ook aanprijzen.”
Oefening maken
Haringsma merkt ook dat bedrijven met lokale opslag en compute meer en meer de oefening maken. “De hogere prijzen van alle hardware, de energie en de bijkomende regelgeving van de EU maakt hen bewust dat data misschien niet op hun plaats staan. Ze kijken dan naar een commercieel datacenter of de publieke cloud.”
Toch ziet Haringsma ook een tegenbeweging. “Organisaties die snel naar de cloud trokken, zien dat ze nu overgeleverd zijn aan de markt. Die willen terug grip krijgen en dat kan soms door een beetje infrastructuur opnieuw in eigen handen te nemen.”
Verschillende impact
De stijgende energieprijzen hebben wel degelijk een impact op datacenters. Die doen hun best om zoveel mogelijk te bufferen, zowel lokaal als globaal. Hyperscalers hebben daar iets meer mogelijkheden, terwijl lokale partijen een korter lijntje met de klant hebben en bereid zijn creatievere oplossingen te bedenken.
De prijzen zorgen voor een extra zetje richting groene energie, maar het groene verhaal is kwetsbaar. Een wereldspeler als Microsoft, die mee aan de basis staat van nieuwe technologie, kan gemakkelijker nieuwe en efficiënte hardware plaatsen dan een partij als Datacenter United. Zo’n kleinere partij moet soms pakken wat er te krijgen valt, ook als het om een grijze oplossing gaat.
Het cloudverhaal stopt niet
De impact op de verhuis van on-premises naar de cloud is niet enorm, omdat de hogere energieprijzen voor iedereen gelden. Betaal je om je workloads te draaien meer in een extern datacenter, dan zal je ook meer betalen on-premises. Wel noopt de hogere energiekost tot optimalisatie. Organisaties willen zich ervan vergewissen dat ze optimaal benutten waar ze voor betalen.
Voor de toekomst is het koffiedik kijken. De datacenterspecialist zal niet meer de facto het risico van de energiekost dragen. Wereldspelers profileren zich in dat licht als baken van stabiliteit, al zal een globale prijsstijging van de energie vroeg of laat toch ook daar doorsijpelen.
Meer dan de prijs alleen
Voor de positie van een kleinere speler zoals Datacenter United tegenover een grotere zoals Microsoft Azure, verandert er volgens Haringsma niet zo veel. Volgens hem kiezen bedrijven om specifieke redenen voor lokalere spelers, zoals de nauwe klantenrelatie, de flexibiliteit, de geografische en juridische zekerheid en de lage latency.
Op enkele van die punten komen de hyperscalers wel concurreren. Denk maar aan de Azure-regio die in België in aanbouw is. In ieder geval positioneren lokale partijen zich op andere punten dan prijs tegenover de hyperscalers en dat verandert niet. Het risico bestaat wel dat de huidige economische situatie de reeds machtige spelers nog wat meer slagkracht geeft. “Wie het hardste roept, krijgt het meeste gedaan”, besluit Haringsma.