Amazon Web Services heeft de helft van alle ARM-gebaseerde serverchips in de wereld in bezit. Daar hebben de eigen Graviton-chips veel mee te maken.
Ongeveer tien procent van alle servers in de wereld bevatten al een processor gebaseerd op de ARM-architectuur in de plaats van x86. Van die tien procent draait meer dan vijftig procent bij Amazon Web Services. Dat weet The Register op gezag van Bernstein Research. Dat hoge marktaandeel is vooral het gevolg van de eigen Graviton-chips.
Vroeg begonnen
AWS sprong in 2018 al op de ARM-kar met de introductie van eigen Graviton-chips, ontwikkeld door het overgenomen Annapurna Labs op maat van AWS-servers. Vandaag zit Graviton aan generatie drie en bestaan er varianten voor verschillende workloads. De vele rekenkernen die Graviton-chips bieden zijn populaire in een HPC-context, terwijl het grote publiek voor de meeste workloads veel pk’s aan een lager budget krijgt. AWS moet tot slot minder stroom in een ARM-server pompen, wat op grote schaal een significant financieel voordeel oplevert.
Volgens het onderzoek heeft AWS ARM en dus Graviton al omarmd voor 20 procent van zijn totale serverportfolio, al dateren die cijfers van midden vorig jaar. Vandaag gaat de uitrol van Graviton verder, en zal dat cijfer waarschijnlijk merkbaar hoger liggen.
Ampere
AWS en Graviton hebben geen concurrent die op dezelfde schaal meespeelt. Ampere is de grootste onafhankelijke ontwikkelaar van ARM-CPU’s voor de server en heeft vijf tot tien procent van de markt in handen. Dat marktaandeel is afkomstig van alle andere cloudproviders en fabrikanten samen.
De ARM-architectuur heeft zich intussen ontpopt tot een waardig alternatief voor x86-chips. De serverchips van zowel AWS als Ampere zijn gebaseerd op designs van Arm, dat met Neoverse blauwdrukken biedt waar andere ontwikkelaars op verder bouwen. Het is aan x86-specialisten Intel en AMD om een antwoord te bieden op die chips. Met nieuwe configuraties en een hoger aantal kernen, proberen ze precies dat te doen.