Amazon Web Services introduceert nieuwe EC2-instances die gebouwd zijn rond Graviton 3. Zoals steeds wijst AWS op de prestaties en kostenefficiëntie van die chip.
AWS lanceert twee nieuwe instances binnen zijn EC2-aanbod, telkens met de zelfgemaakte Graviton 3-processors als kloppend hart. Voor algemene doeleinden verschijnen de M7g-instances, wanneer de focus meer op geheugen ligt, is er R7g. Daarmee maakt AWS zijn ARM-gebaseerde Graviton 3-aanbod een stuk meer divers. De eerste instances met de chip waren in mei beschikbaar, maar waren vooral gericht op zwaar rekenwerk.
Voordelen
Graviton 3 brengt onder andere DDR5-ondersteuning met zich mee. De Chip zou bovendien zorgen voor tot 25 procent meer prestaties vergeleken met instances die de CPU van een generatie ouder gebruiken. De cloud-instances werken verder samen met de eigen Nitro-chips van AWS. Die zorgt voor extra encryptie van verkeer zonder daarvoor de CPU extra te belasten.
lees ook
Amazon zet in op eigen chips met lancering Graviton 3 en Trn1
De nieuwe instances zijn beschikbaar met maximaal 64 vCPU’s, 512 GiB (M7g) en 256 GiB (C7g) DDR5 RAM en 30 Gbps aan bandbreedte. Bij Graviton komt iedere vCPU overeen met een volledige rekenkern, in contrast met x86-alternatieven. Daar staat een vCPU gelijk aan een thread. AWS stelt bovendien dat Graviton tot 60 procent minder energie slurpt voor dezelfde prestaties vergeleken met een x86-server.
M7g en R7g zijn beschikbaar in de Europe (Ireland)-regio bij ons, net als enkele Amerikaanse regio’s.