De raad van bestuur van TSMC staat op het punt groen licht te geven voor de bouw van een grote chipfabriek in Duitsland. Ons buurland haalt zo een tweede grote slag thuis.
TSMC heeft vandaag zijn goedkeuring gegeven over de bouw van een chipfabriek in Duitsland. Dat is goed nieuws voor Duitsland, dat miljarden investeert om meer chipproductie binnen te halen.
Duitsland laat een gezamenlijk en ondermaats initiatief van de EU grotendeels links liggen en kiest voor een eigen plan om microchips naar het land te halen. Daar zetten de Duitsers 20 miljard euro voor opzij. Het gros van dat geld is al gealloceerd en Intel gaat met het grootste stuk van de taart lopen. Duitsland subsidieert 10 miljard euro voor de bouw van een hypermoderne Intel-site in Maagdenburg.
Voor TSMC heeft Duitsland 5 miljard euro klaarliggen. Met die subsidies zal het bedrijf een fabriek nabij Dresden bouwen. Die site zal voornamelijk microcontrollers bouwen op maat van de Duitse auto-industrie. De belangrijke autosector toonde zich kwetsbaar voor chiptekorten en afhankelijk van buitenlandse productie. Dat wil Duitslang graag oplossen. De totale kost van de fabriek wordt op 10 miljard euro geraamd, zodat de Duitse overheid net als bij Intel de helft van de kost voor z’n rekening neemt.
Eigen nationale geldpot
Duitsland subsidieert de fabriek vanuit zijn eigen klimaat- en transformatiefonds. Het valt op dat de Duitsers met Intel en TSMC op eigen houtje twee belangrijke chipfabrikanten naar hun land hebben gehaald. Daarmee werkt Duitsland een beetje naast de Europese Chips Act, die ook als doel heeft om chipontwikkeling en chipproductie te stimuleren in de EU.
De EU Chips Act mikt daarvoor op 43 miljard euro aan investeringen, wat al niet zo veel is als je ziet dat Duitsland alleen 20 miljard euro extra opzij zet. Bovendien bestaat die 43 miljard euro voorlopig enkel op papier en is er maar 3,3 miljard euro echt gebudgetteerd. De Duitse aanpak staat zo in schril contrast met de Europese, net als de behaalde resultaten.