In tijden van geopolitieke onzekerheid wil Europa minder afhankelijk zijn van de Amerikaanse cloudreuzen. Wie zijn de Europese alternatieven die moeten opboksen tegen Microsoft en Google?
Soevereiniteit is vandaag meer dan ooit een actueel thema in de Europese IT-sector. De sector wordt gedomineerd door buitenlandse – en dan voornamelijk Amerikaanse – spelers. Lang leek dat geen probleem te zijn, maar nu Trump voor geopolitieke en technologische spanningen zorgt, komt Europa tot het besef dat het te afhankelijk is van buitenlandse technologie.
Het uiteenvallen van data-akkoorden tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten zou het gebruik van Amerikaanse clouddiensten ‘illegaal’ maken. Nu nog een theoretisch scenario, maar één dat rampzalige gevolgen zou hebben voor alle Europese organisaties die klant zijn bij Microsoft, Google of AWS als het realiteit zou worden. Is het tijd om over te stappen naar een Europese cloudprovider?
lees ook
De cloud illegaal? Soevereiniteit als heilige graal voor Europese IT-sector
Digitaal kolonialisme
Aan providers van clouddiensten nochtans geen gebrek in Europa. Toch zijn het de Amerikaanse hyperscalers die de plak zwaaien. Volgens een recente EuroStack-rapport zijn de ‘de grote drie’ Microsoft, Google en AWS alleen al goed voor zeventig procent van de Europese cloudindustrie. ‘Digitaal kolonialisme’ is een reële dreiging voor de EU, concludeert het rapport.
Onbekend blijkt onbemind in IT. De Oostenrijkse ontwikkelaar Constantin Graf ontwikkelde een online catalogus met twaalf providers die cloud computingdiensten bieden. Het Franse bedrijf OHVCloud doet misschien een belletje rinkelen, maar enkel de diehards zullen al gehoord hebben van het Finse UpCloud, Seeweb uit Italië of het Nederlandse cloudplatform Fuga Cloud.
Waarom weten Europese bedrijven de Europese providers zo moeilijk te vinden? Daniëlle Jacobs, CEO van Beltug, zoekt naar een verklaring. “Lokale providers kunnen simpelweg geen stack op dezelfde schaal als Microsoft bieden. Ze kunnen delen ervan vervangen, maar dan moet je als bedrijf bereid zijn je eieren in meerdere manden te leggen”.
Koop lokaal
Combell is een andere mening aangedaan. De Belgische provider van cloudgebaseerde webhostingdiensten gelooft dat kleine spelers wel degelijk troeven hebben ten opzichte van de grote mastodonten. “Hoewel er geen Europese tegenhanger bestaat van de schaal van een Microsoft of Google, is het Europese cloudecosysteem de voorbije jaren sterk geëvolueerd. De technologische maturiteit is er”.
“Voor het overgrote deel van de cloudbehoeften kunnen Europese spelers vandaag volwaardige alternatieven bieden. Bovendien bieden zij bijkomende troeven zoals datasoevereiniteit, transparantie en lokale ondersteuning, wat voor veel organisaties steeds belangrijker wordt. Als Belgische provider kunnen wij met zekerheid garanderen dat data binnen de EU blijven”.
“Met de juiste beleidskeuzes is het Europese ecosysteem zeker in staat om een gedeeltelijke uitstroom van klanten uit de hyperscalers op te vangen”, verdedigt Combell strijdvaardig het standpunt van de lokale cloudboeren.
Als Belgische provider kunnen wij met zekerheid garanderen dat data binnen de EU blijven.
Combell
Belgische cloud
Dat beleid moet in de eerste plaats vanuit de Europese Unie komen. De Europese instellingen komen met ambitieuze plannen rond digitale soevereiniteit, die voorlopig maar tot weinig daden leiden, tot ergernis van de hele IT-industrie. Jacobs: “De afhankelijkheid van buitenlandse vendoren is lang weggewuifd geweest omdat er zogezegd keuze was. Europese providers zijn onbekend of worden opgekocht door Amerikaanse bedrijven. Eens een software geïmplementeerd is, gaan bedrijven niet snel meer weg bij hun provider”.
lees ook
EU verkoopt gebakken lucht met digitale soevereiniteitsstrategie
Enkele lidstaten nemen het heft zelf in handen. De Deense overheid start een testproject op om Microsoft-software te vervangen op overheidslaptops en het Nederlandse parlement roept zijn regering op om Amerikaanse technologie buiten te gooien. Dat zou de Belgische overheid aan het denken moeten zetten, vindt Combell.
“Minder afhankelijkheid van niet-Europese providers verhoogt de controle over data en verlaagt de geopolitieke risico’s. Een ‘Belgische cloud’ hoeft niet vanaf nul te moeten worden opgebouwd. Lokale spelers beschikken over de technologie, schaalbaarheid en expertise. Dus het komt er nu op aan om er als land voluit op in te zetten”.
Combell gelooft niet in agressieve tegenmaatregelen ten aanzien van zijn buitenlandse concurrenten. “Dit zou kunnen leiden tot hogere kosten voor Europese bedrijven die al met stevige concurrentie te maken hebben. Het is cruciaal dat de EU in de eerste plaats inzet op het versterken van het eigen ecosysteem”.
Het einde van cloud-first
De onzekerheid rond Amerikaanse technologie zou Europese bedrijven nog in een andere richting kunnen doen bewegen, namelijk opnieuw weg van de cloud. Dat ziet Jacobs in zekere mate gebeuren. Een recente marktstudie door Beltug laat zien dat het aantal Belgische bedrijven met een ‘cloud-first’ strategie sterk is gedaald (van 26 procent in 2021 naar 16 procent).
“Bedrijven gaan niet zomaar meer voor de cloud en soevereiniteit brengt deze evolutie in versnelling”, licht Jacobs de resultaten toe. “Als het schaalbaar en vooral haalbaar is, houden bedrijven hun data liever bij zichzelf. Dat kan zowel op on-prem als private cloudinfrastructuur zijn. Naast datacompliance spelen ook kosten en vendor lock-in daar een rol in. Cloud-first heeft afgedaan, maar niet ieder bedrijf heeft een on-prem alternatief”.
lees ook
Geen 3-tier maar ook geen cloud first: wat dan wel?
Combell verwacht niet onmiddellijk werkloos te zullen zijn. “De groeiende onzekerheid rond Amerikaanse technologie kan bedrijven ertoe aanzetten hun cloudstrategie te herzien. We verwachten daarbij geen massale terugkeer uit de cloud, maar eerder een verschuiving naar hybride en multicloudmodellen”.