Intel verklapt hoe de toekomst van zijn Xeon-portfolio eruitziet. De fabrikant accelereert de tijdslijn voor 5 nm-chips en maakt zich klaar om Xeon-chips met op Atom-gebaseerde kernen te bouwen.
Intel toont eindelijk wat we de komende jaren mogen verwachten van zijn serverchips. De roadmap voor het Xeon-portfolio laat zien dat de fabrikant voorzit op schema met de ontwikkeling van zijn 5 nm-node. De focus op efficiëntie die Intel met Alder Lake introduceerde, zal in de toekomst ook naar Xeon komen.
Intel 7-Xeons
In maart verschijnt Sapphire Rapids: de vierde generatie van Xeon Scalable. Die Xeon-chips worden gebakken op de Intel 7-node (10 nm). Daarmee zijn de chips een revolutie op de derde generatie van de Xeon Scalable-processors die vandaag in de rekken liggen. De chips zullen zoals we eerder rapporteerden compatibel zijn met DDR5 en komen in variaties met HBM aan boord.
Na Saphire Rapids is het in 2023 de beurt aan Emerald Rapids. Die chips zal Intel opnieuw met Intel 7 bouwen en zijn vermoedelijk weinig meer dan een verfijning van Sapphire Rapids.
Op naar 5 nm
Interessanter wordt het in 2024. Dat wil Intel Granite Rapids op de wereld loslaten. Die Xeon-processors moeten al op de Intel 3-node gebakken worden. Intel 3 is Intels naam voor zijn 5 nm-node. Die stond oorspronkelijk gepland voor 2024 maar zou nu sneller operationeel zijn. Goed nieuws voor Intel, dat wel degelijk een versnelling hoger wil schakelen als het de ambitie van CEO Pat Gelsinger wil waarmaken om opnieuw een technische leidersrol te spelen in de wereld van de chipfabricage.
lees ook
Wat je moet weten over processors en nanometers
De geavanceerdere node doet per definitie het stroomverbruik per transistor dalen, waardoor de Granite Rapids-processors een stuk efficiënter zullen zijn dan hun voorgangers. Hogere prestaties per watt zijn momenteel een heel belangrijke maatstaaf voor de kwaliteit van serverchips. Datacenter-uitbaters willen immers meer prestaties zonder dat hun energie- en koelingsrekening onbetaalbaar wordt. Bovendien hebben zowat alle grote bedrijven ecologische doelstellingen die ze enkel kunnen halen met meer efficiëntie.
E-kernen in Xeon
Op het vlak van efficiëntie krijgt Intel concurrentie van Arm. AWS bouwt bijvoorbeeld zijn eigen Arm-gebaseerde Graviton-chips die veel meer pk’s per watt leveren dan het Xeon-aanbod. In 2024 biedt Intel daar een duidelijk antwoord op met Sierra Forest.
Sierra Forest is de codenaam voor een nieuwe subfamilie van Xeon-chips gebaseerd op efficiëntiekernen. Het onderscheid tussen prestatie (P)-kernen en efficiëntie (E)-kernen kennen we bij Intel sinds de introductie van Alder Lake. De hoofdline-up van Xeon blijft voor de voorzienbare toekomst volledig uit P-kernen bestaan maar Intel voorziet met Siera Forest ook een variant gebouwd met nieuwe E-kernen.
lees ook
Wanneer kernen en kloksnelheid betekenisloos worden: wegwijs door Intel Alder Lake
De E-kernen van Intel zijn een doorontwikkelde versie van Atom-cores. De fabrikant kan ongeveer vier van dergelijke kernen op de plaats van één P-kern stoppen. Siera Forest zal zo uit minder krachtige maar veel zuinigere kernen bestaan, die waarschijnlijk meer threads aankunnen. Voor wie de Xeons met E-kernen precies bedoelt zijn, vertelt Intel niet, maar er zijn vermoedelijk genoeg datacenterworkoads waarbij de chips een meerwaarde bieden. Intel is niet van plan om P-kernen en E-kernen op één Xeon-CPU te combineren, zoals het bij Alder Lake in het Core-gamma wel doet.
Nodige stroomversnelling
Over de plannen na 2024 verklapt Intel nog niets. Het lijkt er in ieder geval op dat Intel de komende drie jaar de codenaam ‘rapids’ eer aan doet: de roadmap zit in een stroomversnelling. Dat is nodig: aan het huidige tempo kan Intel concurrenten AMD en TSMC hoogstens bijbenen maar niet voorbij steken. Deze plannen zijn alvast een stap in de goede richting voor Intel, al kan je er vanop aan dat de concurrentie evenmin stil zit.