Immersiekoeling moet de chips van de toekomst koel houden. Tegen 2030 wil Intel 2000 watt-chips kunnen koelen en werkt daarvoor samen met ExxonMobil.
Intel en ExxonMobil kondigen een samenwerking aan om de chips van de toekomst te koelen. Beide partijen willen energie-efficiënte, op vloeistof gebaseerde koeltechnologieën van de volgende generatie ontwikkelen en certificeren. Intel zet een sterke push achter vloeistofkoeling omdat het tegen ten laatste 2030 een 2.000 watt Xeon-chip op de markt wil brengen.
ExxonMobil staat bekend als een oliegigant, maar het bedrijf is ook een van de belangrijkste spelers in de chemiesector. Het specialiseert zich onder andere in het maken van vloeistoffen voor immersiekoeling, waarbij de hele server in de vloeistof wordt gedompeld. ExxonMobil zet vol in op zijn PFAS-vrije oplossingen.
Het doel van de samenwerking is om ‘significante water- en energiebesparingen’ te realiseren door middel van immersiekoeling. De diëlektrisch vloeistoffen van ExxonMobil zouden superieure koelprestaties leveren vergeleken met traditionele waterkoelinginstallaties. Ze zouden ook de levensduur van de hardware verlengen en kosten verlagen, aldus de fabrikant.
Dankzij immersiekoeling verhoogt de rackdensiteit en verlaagt de water- en energieconsumptie. ExxonMobil lijkt klaar voor de uitdaging, nu moet Intel nog de befaamde 2.000 watt Xeon-chip afleveren.
Vorig jaar realiseerde Intel al een testcase in samenwerking met Submer om 800 watt Xeon-chips (vermoedelijk Intel Sapphire Rapids) te koelen.
Wil je je graag verdiepen in de bijzondere wereld van immersiekoeling? Lees zeker onze uitgebreide gids inclusief video.