Nvidia introduceert officieel zijn RTX Super-portfolio van grafische kaarten. De Super-cpu’s moeten op termijn de standaard RTX-kaarten vervangen.
Nvidia verfrist zijn RTX 2060, RTX 2070 en RTX 2080-gpu’s als preventief antwoord op AMD’s nieuwe grafische kaarten. De geüpdatet versies van de kaarten krijgen de moniker ‘Super’ mee, en zijn uitgebouwde versies van de basismodellen met meer Cuda-kernen en in sommige gevallen meer geheugen. Nvidia kondigt de RTX Super-reeks nu aan, maar eerder lekte het gros van de details al online.
Ray tracing
De RTX-kaarten van Nvidia zijn in eerste instantie gericht op consumenten maar worden ook gebruikt als kostenvriendelijk alternatief voor Quadro-gpu’s in scenario’s die dat toelaten. Ze verschillen van de vorige GTX-gpu’s niet alleen door hun superieure rekenkracht maar vooral dankzij de ondersteuning voor realtime ray tracing.
Nvidia claimt dat de Super-kaarten gemiddeld 15 tot 25 procent beter presteren dan hun voorgangers. De extra kernen zijn daarvoor verantwoordelijk. De Super-reeks verschilt verder niet fundamenteel van de originele modellen en behoudt dus dezelfde architectuur.
Positionering
Uiteindelijk kiest Nvidia voor een prijsstrategie waarbij de Super-kaarten dezelfde adviesprijs meekrijgen als de originele kaarten, met uitzondering van de RTX 2060 Super. Die wordt iets duurder dan de klassieke RTX 2060 die zelf een prijsdaling van 50 dollar meekrijgt en zoals instapmodel wordt gepositioneerd. De andere exemplaren vervangen zo in de praktijk hun voorgangers. Concreet bedragen de prijzen 424 euro, 529 euro en 749,9 euro.
De timing is niet toevallig. Binnenkort verschijnen de eerste 7 nm Navi-kaarten van AMD. Die spelen sterk in het middensegment, waar Nvidia zijn positie nu verder uitbouwt.