Verdeel en heers: de voor- en nadelen van multicloud voor je bedrijf

Hoe meer cloud, hoe meer vreugde

multicloud

Steeds meer organisaties leggen hun eieren in de manden van verschillende cloudproviders. Dat biedt meer flexibiliteit, maar gaat ook gepaard met meer complexiteit. Moet jouw bedrijf kiezen voor een multicloud?

De cloud is vandaag niet meer weg te denken uit de IT-omgeving van bedrijven. Organisaties blijven massaal workloads naar de cloud brengen om de schaalbaarheid, efficiëntie en reikwijdte te vergroten. Gartner voorspelt dat investeringen in publieke clouddiensten dit jaar 490 miljard dollar zullen bedragen en tegen eind 2023 zou dat bedrag al kunnen oplopen tot 591 miljard.

Bij de overstap naar de cloud horen cruciale strategische beslissingen. De eenvoudigste oplossing lijkt om je volledige IT-capaciteiten onder te brengen bij één van de grote hyperscalers. Zo opereer je in een uniform ecosysteem, maar langs de andere kant maakt dit je wel afhankelijk van de leverancier. Die afhankelijkheid proberen veel organisaties te vermijden door in zee te gaan met meerdere cloudproviders in een multicloudstructuur.

Hybride of multicloud?

Uit cijfers van Flexera, een Amerikaans bedrijf dat zelf actief is in de cloudindustrie, blijkt hoe sterk het multicloudmodel aan belang wint. Anno 2022 zou 89 procent van de bedrijven het gedachtegoed van een multicloud omarmd hebben. Een belangrijk onderscheid dat we hier moeten maken is tussen hybride cloud en multicloud. Hybride cloud combineert publieke met private clouddiensten, een multicloud brengt meerdere publieke clouds samen.

Kijken we met deze kennis opnieuw naar de cijfers van Flexera, dan is er een duidelijke voorkeur voor het hybride model. Tachtig procent van de bedrijven opteert voor een hybride cloud, tegenover zeven procent die onder contract staat bij meerdere publieke cloudproviders. Ook de combinatie van een hybride en multicloudmodel is mogelijk. Dat heet dan, weinig verrassend, hybride multicloud.

Die shift richting (hybride) multicloud is voor Tom Olislagers, Field CTO bij Dell Technologies BeLux, niet meer dan een natuurlijk evolutie. “Vroeger zagen bedrijven de publieke cloud als het wonderlijke redmiddel om de complexiteit uit hun infrastructuur weg te nemen. Men redeneerde vanuit het ‘cloud-first’-principe. Vandaag de dag heerst een meer realistische houding. Bedrijven zien in dat publieke cloud niet per se altijd de meest effectieve oplossing biedt.”

Ontsnappen uit de kooi

Een van de belangrijkste argumenten om voor multicloud te kiezen, is meer keuze en een hogere bewegingsvrijheid verhogen voor de klant. Cloudproviders lokken hun klanten met een enorm aanbod aan services en toepassingen. Hoe meer je afneemt bij eenzelfde provider, hoe dieper je zinkt in het ecosysteem, totdat je uiteindelijk opgesloten zit in de gouden kooi. Loopt het contract af, is het vaak een hoop (kostelijk) gedoe om de data over te zetten naar een andere provider.

In een multicloudstructuur hang je minder vast aan wat één provider in de aanbieding heeft. Dat stelt je in staat om voor elke toepassing te bekijken welke provider de beste oplossing biedt. De applicaties die je zelf ontwerpt, hoeven niet meer gebonden te zijn aan de specifieke vereisten van de platformen van de provider. De cloud past zich helemaal aan jouw noden aan, in plaats van omgekeerd.

Vroeger zagen bedrijven de cloud als een wondermiddel. Nu heerst er een meer realistische houding dat publieke cloud niet in elke situatie de beste oplossing biedt.

Tom Olislagers, Field CTO Dell Technologies Belgium & Luxemburg

“Multicloud stelt je in staat om per workload te bekijken wat de beste omgeving is”, stemt Olislagers in. Een belangrijk onderscheid bestaat tussen stabiele en tijdelijke of dynamische workloads. “Voor niet-stabiele workloads is publieke cloud meestal een goede keuze, terwijl je stabiele workloads vaak op een kostenefficiëntere manier on-premises kan draaien. In de publieke cloud kan je ook sneller experimenteren met nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie, als de provider dat aanbiedt”.

Eieren in meerdere manden leggen

Velen zien ook security als een belangrijk argument om voor multicloud te kiezen. Omdat de eieren in meerdere mandjes zitten, kunnen ze niet allemaal stuk gaan wanneer een provider jouw mandje met eieren laat vallen. Dat moet ook het herstel van data bespoedigen; je hebt immers altijd een beveiligde kopie van je data achter de hand.

Daar gaat Olislagers maar gedeeltelijk mee akkoord. “Security zit ingebakken in veel cloudproducten. Maar als klant draag je ook de verantwoordelijkheid om te leren hoe je die beveiligingsopties juist configureert. In een hybride context moet de beveiliging ook in twee richtingen werken. Beveiligingsfuncties van en naar de cloud worden toegepast on-premises en vice versa om data veilig te repliceren in de cloud en op lokale datacenters.”

In een multicloudomgeving wordt het dus des te belangrijker om alle componenten goed te beveiligen en het aanvalsoppervlakte niet te vergroten. Ook de verdeling van de data tussen private en/of publieke cloud moet doordacht gebeuren, predikt Olislagers. “Er is een stijgende vraag naar datasoevereiniteit. Klanten van Amerikaanse leveranciers weten echter niet altijd dat die soms noodgedwongen toegang tot data moeten geven aan de overheid. Het voordeel aan eigen hardware gebruiken is dat soevereiniteit in het design zit. Dat vermindert de nood aan complexe set-ups met encryptie.”

Silo’s in de cloud

De verschillende puzzelstukjes laten passen is één van de grote uitdagingen van multicloud, waar veel organisaties ook over struikelen. Bedrijven zetten wat data bij de ene provider, kopen wat applicaties aan bij een andere provider en denken een multicloud opgezet te hebben. Zo eenvoudig is het natuurlijk niet.

lees ook

Sloop geen silo’s om er nieuwe te bouwen: de gevaren van multicloud

Wie ondoordacht te werk gaat, creëert juist datgene wat cloud moet voorkomen: silovorming. De data zitten zodanig verspreid over eigen en publieke cloudservers en op den duur weet het bedrijf zelf niet meer welke data waar opgeslagen staan. Dat elke publieke cloud bovendien nog eens specifieke configuraties heeft, komt de uniformiteit in een multicloud niet ten goede. Werknemers moeten daardoor de nodige skills ontwikkelen om in meerdere cloudomgevingen te kunnen werken.

Om een multicloudstructuur te doen slagen, moet er een datastrategie zijn die de verschillende componenten verbindt. Bovendien helpt het om een uniforme beheerstrategie op te zetten met de hulp van een onafhankelijke partij zoals VMware of Nutanix.

lees ook

Van on-prem en public cloud naar soevereine regio’s en telco’s: VMware wil heersen in de multicloud

Hoe bepaal je in een multicloud waar je applicaties en hun data het beste plaatst? “Twee zaken waar je naar moet kijken zijn latentie en data gravity; de snelheid waarmee nieuwe data een actie vereist en samenhang van systemen die dezelfde data nodig hebben”, zegt Olislagers. “Je kan één datacenter als centrale opslagplaats voor de data aanduiden. Daarna kan je de data rechtstreeks uitlezen over een performant cloudnetwerk of een klassieke replicatie opzetten tussen de verschillende cloudplatformen.”

Data op de juiste plaats

Het bouwen van een multicloud datatstrategie is geen louter technologisch proces, maar evengoed een mentaliteitswijziging. Olislagers verduidelijkt hoe je dit aanpakt: “Het begint bij het in kaart brengen van de datastromen binnen je organisatie. Zo krijg je een beter beeld van hoe je met data omgaat: waar wordt de data opgewekt, welke data moet worden doorgestuurd etc. Tot je uiteindelijk weet welke data je waar en wanneer moet hebben.”

Wie ondoordacht te werk gaat in een multicloud, creëert juist datgene wat cloud moet voorkomen: silovorming.

Op basis van de datapijplijnen kan je je cloudstrategie gericht bijsturen. “Die kennis kan je gebruiken om je processen opnieuw te bekijken. Het heeft geen zin om een workload in een publieke cloud te laten draaien als dat niet de gevraagde efficiëntie oplevert. Om alles herbruikbaar te maken, moet je streven naar een framework voor automatisering dat overal kan draaien. Bij Dell Technologies pleiten we dan ook voor multicloud by design in plaats van by default”, aldus Olislagers.

De rekening splitsen

Wie erin slaagt de complexe multicloudpuzzel te leggen, zal daar ook financieel voor beloond worden. Organisaties klagen tegenwoordig steen en been over de toenemende kosten van de publieke cloud. Daar dragen ze zelf ook mee schuld aan, want uit een recente studie van Cast AI blijkt dat klanten van hyperscalers gemiddeld 37 procent meer CPU-rekenkracht betalen dan ze daadwerkelijk verbruiken.

Olislagers verklaart de stijgende cloudrekening als volgt: “Publieke providers proberen natuurlijk zoveel mogelijk klanten op hun platform te krijgen. Dat is voordelig voor hen, maar niet voor de klant. Die betaalt wel de volle pot, terwijl hij maar een klein stukje van de geprovisioneerde virtuele machine gebruikt. Multicloud dwingt bedrijven om kostenefficiënter te leren denken. FinOps zal meer en meer aandacht krijgen in de cloudstrategie van bedrijven.”

lees ook

Van cloud-first naar data-first: HPE brengt de cloud naar je data, en niet omgekeerd

Ook een toename van concurrentie moet in het voordeel werken van bedrijven om de kosten van de cloud te drukken. De multicloudmarkt opent deuren voor kleinere cloudspelers en spelers die kiezen voor een hybride aanpak (zoals bijvoorbeeld Dell Technologies en HPE) om een graantje mee te pikken van de publieke hyperscalers. Dat komt het aanbod in de markt alleen maar ten goede, vindt Olislagers.

“Publieke providers zullen zich ook moeten aanpassen aan de multicloud. Door meer applicaties in containervorm aan te bieden, zien we dat ze terug de brug maken naar hybride infrastructuur”, besluit Olislagers. Of zoals Google Cloud het twee jaar geleden al toegaf: de toekomst is niet gewoon cloud, maar multicloud.

Het doel van multicloud is om de juiste data op de juiste plaats op het juiste moment te krijgen.

Tom Olislagers, Field CTO Dell Technologies

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.