Edward Snowden: ‘Web 2.0 verplicht gebruikers akkoord te gaan met dataverzameling’

Brengt Web 3.0 beterschap?

Overheden en techgiganten weten beide genoeg redenen te verzinnen om dataverzameling goed te praten. Wat je daar als gebruiker van vindt, kan je van de daken schreeuwen, maar het omzeilen op web 2.0 kan niet. Zitten we gevangen of brengen nieuwe technologieën beterschap?

Door voormalig systeembeheerder van de National Security Agency (NSA), Edward Snowden, kwam in juni 2013 de hele wereld te weten dat de overheid technologie misbruikt om burgers te bespieden. Tijdens TNW Conference van 2022 schetste hij hoe het momenteel gesteld is met onze privacy.

Welke invloed Web 3.0 heeft op de situatie, schetsen we verder uit op basis van wat menig Web 3.0-enthousiasteling en beperkter aanwezige Web 3.0-tegenstander op de conferentie te melden had.   

Onontkoombaar

Als opener geeft Snowden een korte uitlijning van waar Web 2.0 vandaan komt en waar het voor staat: “Web 1.0 was een gedecentraliseerd systeem waarin iedereen informatie kon verkrijgen van een beperkt aantal gebruikers die informatie mochten verspreiden. Web 2.0 volgde dit op met een systeem waarin iedere gebruiker zelf webapplicaties kan maken. Daardoor bevat het internet echter geheime informatie, want deze applicaties bevatten een achterdeur waar gebruikers niet door kunnen kijken.”

Het lastige nu is dat enkele spelers een dominante positie verkregen in dit systeem. Hierdoor moet je als internetgebruiker altijd op de grote spelers zoals Apple, Google en Microsoft rekenen. “Ze vragen wel om op ‘akkoord’ te klikken om door te gaan, volgens de grote bedrijven is de dataverzameling dan in overeenstemming, maar er is geen weg rond het akkoord.”

Internetreuzen vragen wel om op ‘akkoord’ te klikken om door te gaan, volgens hen is de dataverzameling dan in overeenstemming, maar er is geen weg rond het akkoord.

Edward Snowden, voormalig systeembeheerder van de NSA

Communiceren verloopt via een applicatie die in handen is van een techgigant en waar je zelf niet omheen kunt. Interageren met het web, betekent aankloppen bij de grote bedrijven. Dat is volgens Snowden een oneerlijk systeem, maar ook gewoonweg een gevaar: “Je kan alleen communiceren door middel van een app die je privacy niet belangrijk vindt. We gebruiken een systeem dat ons meer beperkt dan ondersteunt.”

Burgers als zwijgzame volgers?

Toch blijft het internet een belangrijke plaats waar we veel tijd doorbrengen en heel wat persoonlijke gegevens rondstrooien. De vraag of we eigenlijk zelf wel genoeg geven om onze veiligheid, kan dan ook niet uitblijven. Al was de openbaring van Snowden pas de eerste keer dat we op de hoogte werden gesteld van een groot overheidsgeheim.

“Er waren destijds enkele personen op de hoogte van de mogelijkheden om gebruikers online te volgen. Alleen wist de kantoormedewerker of de persoon op de bus hiervan? Ik denk het niet. De media behandelden online dataverzameling toen nog als een complottheorie, want ze dachten dat overheden niet in staat waren massaal informatie van ons te verzamelen en te delen. Toen ze het bewijs kregen, veranderde de verslaggeving natuurlijk in sneltempo.”  

De onthullingen maakten indruk, maar verlosten ons niet van het meekijkend oog van de overheid. In 2022 werd de Belgische dataretentiewet voor de opslag van telefoniegegevens bijvoorbeeld nog eens herzien en goedgekeurd in het parlement.

“Om mobiele data te gebruiken, kan je niet rondom de simkaart waaraan je telefoonnummer en twee unieke codes gekoppeld zitten voor iedere gebruiker. In theorie is dat overbodig en kan het volledige systeem werken met gerandomiseerde tokens waardoor je anoniem blijft.” In de praktijk zijn de technische zaken gecompliceerder en bestaat een dergelijk systeem niet. Wie daar bovendien niet op zit te wachten is de overheid die geen middelen meer zou hebben om telefoniegegevens van een bepaalde persoon op te vragen.

Al wil de overheid wel meer van ons weten dan welke personen we bellen, zoals gebruikersdata van verschillende internetdiensten. Onze overheid blijkt zich niet te schamen om gegevens op te vragen van gebruikers van Apple-, Google-, Facebook- en Microsoft-diensten. België valt zelfs nog binnen de top tien in de lijst van landen die de meeste gebruikersdata opvragen.

Het zal niet beter worden tenzij we eisen dat het verandert.

Edward Snowden, voormalig systeembeheerder van de NSA

Kinderen als wapen

De overheid heeft geen carte blanche meer om zijn burgers te bespioneren. Overheidsinstanties dienen een reden op te geven wanneer zij gegevens opvragen. De privacy van een persoon wordt geschonden in dat geval om de veiligheid van andere burgers te garanderen. Er is met andere woorden een vermoeden van criminaliteit. Kan dat vermoeden niet tijdig worden bevestigd, dan legt regelgeving op dat de instantie alle verzamelde informatie verwijdert.

Hoewel grote namen van het internet zelf ook niet vies zijn van dataverzameling, ontwikkelen ze soms ook technologieën om de privacy van hun gebruikers te garanderen. Daarmee staan ze dan weer op de tenen van overheden.

End-to-end encryptie in chatdiensten is daar een goed voorbeeld van. Door deze versleuteling is de inhoud van een bericht enkel zichtbaar voor de verzender en de ontvanger, zowel de chatdienst als de overheid kan niet meelezen. Het Verenigd Koninkrijk wil dat graag anders zien en probeert de steun van het publiek te krijgen om chatdiensten te verplichten een achterpoortje in te bouwen die encryptie tenietdoen. Het wapen dat zij hiervoor inzetten zijn kinderen, want encryptie tenietdoen is een ‘mechanisme om te scannen op de seksuele uitbuiting van kinderen’.

De overheid is zijn macht dus even kwijtgeraakt na de onthullingen van Snowden. Met politieke overtuigende boodschappen over de veiligheid van jou en mij, proberen ze deze macht opnieuw te verkrijgen. Al is het ditmaal via een legale weg.

Toekomst met meer of minder controle?

Met de opkomst van sociale media op web 2.0 werd privacy nog schaarser. Snowden heeft het over een vals gevoel van privacy: “Web 2.0 werd gekoloniseerd door enkele bedrijven die je het idee geven dat je er als gebruiker je eigen ruimte kan creëren.”

Je data kan vervolgens ingezet worden voor dubieuze doeleinden. Dat kan in de toekomst keren door initiatieven zoals Solid, een geesteskind van Tim Berners-Lee, die zelf mee aan de wieg stond van het wereldwijde web en aanwezig was op TNW. Solid is een reeks van specificaties voor standaarden die mensen toelaat om hun data veilig op een gedecentraliseerde manier te bewaren in zogenaamde Pods (Personal Online Datastores). Zo krijgt iedere gebruiker opnieuw zeggenschap over zijn eigen data. “Een Pod start vanuit privacy. Als het in je pot zit dan heb jij de controle, niets is gedeeld met een andere partij en daartoe word je ook niet verplicht.”

Zekerheid over het succes van het concept is er echter niet. Bedrijven die het al maakten in de IT laten zich namelijk niet zomaar overschaduwen en proberen naarstig een dominante positie te verkrijgen in wat het Web 3.0 moet worden. De metaverse moet voor de gebruiker zijn nieuwe huiskamer worden. Vele uren per week moet je er spenderen en iedereen moet er echt zichzelf kunnen zijn.

Dat laatste horen we van Maxine Williams, Chief Diversity Officer bij Meta: “Bij het bouwen van internet hielden ze inclusie en representatie niet in het achterhoofd. Nu kunnen ze met deze informatie aan de slag bij het bouwen van een nieuw internet. Meta verzekert daarom in de metaverse dat je kan zijn wie je bent. Met mogelijkheden om de vorm van je ogen, neus, lichaam en meer aan te passen.” Vertalen we dat naar data dan weet Meta binnenkort perfect hoe jij eruitziet of hoe jij je ideale zelf ziet en verzamelt het informatie over je voorkeuren en gewoontes gewoon doordat gebruikers vaak in deze wereld aanwezig zijn. 

Niet verwachten maar eisen

Voor Europese bedrijven is de toekomst met Solid in ieder geval een stuk interessanter. Met dat systeem hebben bedrijven uit onze regio niet langer te dansen naar de pijpen van de overzeese technologiereuzen. Op vlak van privacy trekken we dezelfde conclusie voor de gebruiker. Of de gebruiker zich echter niet laat verleiden door de techgigant met zijn dataverzamelende online speelruimte, moet de toekomst uitwijzen. 

Meer privacy komt er volgens Snowden in ieder geval niet als vanzelf: “Als er zo’n afhankelijkheid is van zo’n structuur, hoe herkennen we dan dat het niet goed genoeg is en hoe veranderen we het? Het zal niet beter worden tenzij we eisen dat het verandert.”

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.