In een officieel rapport beschuldigt de Europese Unie Rusland van constante campagne van desinformatie met als doel zowel de opkomst als het resultaat van de verkiezingen te beïnvloeden.
In een rapport over de implementatie van het Europese actieplan tegen desinformatie beschuldigt de Europese Unie Rusland ervan zich gemoeid te hebben met de Europese verkiezingen. Het rapport spreekt van een aanhoudende desinformatiecampagne gelanceerd door Russische bronnen. De East Strategic Communication Task Force tekende een verdubbeling van dergelijke campagnes op in aanloop naar de verkiezingen vergeleken met dezelfde periode in 2018.
Klein maar talrijk
De campagnes moesten invloed uitoefenen op een brede waaier aan onderwerpen, van de democratische legitimiteit van de unie tot het falen van de Westerse waarden zoals zogezegd gesymboliseerd door de brand in de Notre Dame. Met de campagnes probeerden de Russische actoren vooral extreme standpunten in te nemen en het debat zo te polariseren.
De Unie wijst niet naar de Russische staat zelf aangezien het onderzoek daar geen bewijs voor vindt. Het zou echter wel zwart op wit bewezen zijn dat de aanvallen Russisch origine hebben. Voor de aanvallen zelf zijn kleinere campagnes het populairst. Net die zijn moeilijk op te sporen, al haalt het rapport wel aan dat er in het laatste jaar heel wat vooruitgang is geboekt. De EU wijst onder andere naar de tegenmaatregelen waarbij burgers geïnformeerd worden over het bestaan van onder andere fake news en journalistieke fact checking-initiatieven.
Sociale media
Ook de rol van grote platformen zoals Facebook, Google en Twitter komt aan bod. Daar ziet de EU vooral een verbetering in enerzijds de transparantie van politieke advertenties die het mogelijk maakt om te zien wie er achter een ad schuilt en bovendien restricties oplegt wat het posten betreft, en anderzijds de maatregelen die de diensten nemen om de integriteit van hun platformen te verbeteren. Honderden pagina’s en accounts gevuld met desinformatie verschenen in aanloop naar de verkiezingen. Die werden vaak ontdekt en offline gehaald.
Er is desalniettemin nog veel werk aan de winkel. Zo lopen Google en Twitter achter op Facebook wat de transparantie van advertenties betreft. Er zou bovendien een betere samenwerking moeten komen met fact-checkers. De EU is verder fan van een betrouwbaarheidsrating van posts die aangeeft hoe legitiem ze zijn.
Betere communicatie
Ook voor zichzelf legt de EU werkpunten op. Daar gaat het onder andere in de verbetering van de capaciteiten om te reageren op desinformatiecampagens. Ook ziet de Unie in dat ze beter op een feitelijke manier moet communiceren over de eigen beleidspunten om zo een tegengewicht te bieden aan desinformatie.
Het rapport geeft op die manier een goede stand van zaken. De EU heeft veel geleerd van wat er zich de afgelopen jaren heeft afgespeeld en is duidelijk aan de slag gegaan met die lessen. Zo bleef de impact van de campagnes beperkt, zeker wat de opkomst voor de verkiezingen betreft. Het toont ook aan hoe buitenlandse inmenging hoegenaamd niet voorbij is. Externe actoren proberen actief om de democratie binnen de Unie en de lidstaten te ondermijnen met campagnes die vaker ontmanteld worden, maar niet voor ze schade aanrichten. Zo kregen 763 gebruikers over diverse sociale media heen posts te zien van accounts die later ontmaskerd en verwijderd werden.
Rusland reageerde nog niet op het rapport en zal dat vermoedelijk ook niet doen. Op eerdere beschuldigingen reageerde het land telkens ontkennend, ongeacht het feit dat ze met bewijs gepaard gingen.
Gerelateerd: Belgische denktank-medewerkers aangevallen door Russische hackers