DRAM+: snel, niet vluchtig, en gebouwd in Duitsland?

Wafer

Twee Duitse bedrijven willen samen DRAM+commercialiseren. Dat splinternieuwe niet vluchtige alternatief voor klassieke DRAM kan een niche bedienen, waardoor productie in Europa in theorie financieel haalbaar wordt.

Neumoda en Ferroelectric Memory (FMC) werken samen aan de ontwikkeling, testing en uiteindelijke verkoop van niet vluchtig DRAM-geheugen onder de naam DRAM+. De twee Duitse bedrijven hebben de expliciete ambitie om met de nieuwe technologie de ontwikkeling, maar ook de productie van geheugen naar Duitse fabrieken te brengen.

De kern van dat plan is het DRAM+-geheugen. Dat geheugen integreert een nieuwe technologie gebaseerd op ferro-elektrisch hafniumoxide (HfO2). Het HfO2 vervangt de klassieke capacitor in DRAM met een alternatief dat niet vluchtig is, en dus data behoudt bij stroomuitval. Neumoda en FMC integreren de technologie met DRAM, om tot een vorm van geheugen te komen waarbij data behouden blijven (zoals op SSD’s), maar dat toch supersnel is (zoals klassiek RAM).

Innovatie voor capaciteit

Het idee is niet nieuw: zogenaamde FeRAM-technologie met een ferro-elektrische laag bestaat al langer, maar kampt traditioneel met capaciteitsproblemen. Bestaande technologie ondersteunde slechts enkele megabytes aan geheugen. De twee Duitse bedrijven innoveren door de omarming van HfO2. Dat materiaal is schaalbaar en kan geïntegreerd worden in het klassieke DRAM-productieproces. In principe zijn capaciteiten van een gigabyte daarmee mogelijk.

Met dergelijke specificaties kan het DRAM+-geheugen relevant zijn voor tal van toepassingen. Neumoda en FMC denken uiteraard aan toepassingen binnen AI, maar ook de medische en industriële sector.

lees ook

DRAM en NAND gaat wereldwijd duurder worden

DRAM+ zou interessante niche-toepassingen hebben die de productie in Duitsland kunnen verantwoorden. Traditioneel geheugen bouwen op schaal is niet voordelig in Europa, en gebeurt vooral in fabrieken van Samsung en Micron. DRAM+ snijdt een afzonderlijke niche aan die lokale fabricage kan verantwoorden. Via eigen ontwikkeling en patenten is dat precies waar de twee partijen op mikken.

Daar staat tegenover dat niet vluchtig geheugen altijd enthousiasme wekt in de planningsfasen, maar nog nooit echt kon doorbreken. Intel ontwikkelde in 2019 samen met Micron 3DXpoint (Optane)-geheugen, dat snel was maar niet vluchtig. Optane moest tussen de SSD en RAM zitten en daar een relevante niche-rol vervullen. Dat klonk goed op papier, maar de relatie tussen de meerwaarde, de complexiteit en de prijs zat niet snor zodat de technologie na enkele jaren alweer werd afgevoerd.