Digitaliseringsdebacle bij Justitie: geen strategie, amper competenties, ongekende legacy en slechte samenwerking

Het Rekenhof is vernietigend voor de digitaliseringsstrategie bij Justitie. Van een effectieve strategie is volgens een doorlichting geen sprake, stakeholders werken niet samen en een ongeremd vertrouwen op consultancy weegt op het budget en de onpartijdigheid.

De digitalisering van Justitie is een farce. Dat is zowat de enige mogelijke conclusie uit een doorlichting van het digitaliseringsproject door het Rekenhof. Dat rapport is vernietigend voor zowat alle aspecten van het digitaliseringsproces, te beginnen bij de strategie.

Geen strategie

Samengevat, maar niét kort door de bocht: er is geen strategie. Het Rekenhof merkt op dat de digitalisering bij Justitie een samenraapsel is van projecten die naast elkaar bestaan, zonder dat er een coherente strategie bestaat die doelstellingen definieert. Op die manier is het onmogelijk om zelfs intern het succes van projecten te beoordelen.

Eén enkele en coherente strategie ontbreekt

Rekenhof

Zonder een echte strategie is het moeilijk om de neuzen in dezelfde richting te krijgen, ook bij Justitie. Van samenwerking tussen verschillende actoren en departementen is weinig sprake. Het Rekenhof ziet eerder het tegenovergestelde: betrokken partijen vertrouwen elkaar niet en zien elkaar zelfs als concurrenten.

Wildgroei van consultants

Dan is er de geldkwestie: met de beschikbare centen wordt kwistig en ongecontroleerd omgegaan. Justitie vertrouwt in extreme mate op consultants om het gebrek aan interne competenties te compenseren. Voor de inzet van die consultants bestaat opnieuw geen strategie, waardoor ze in sommige gevallen zowat de hele hiërarchische posities in een departement bekleden, tot aan de directie toe. Het gros van de managers die de projecten in goede banen moeten leiden, zijn afkomstig van externe firma’s.

Van controle is amper sprake. Het Rekenhof stelt vast dat contracten met consultants soms achteraf werden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. Daarbij werden budgetten overgeheveld. Consultants zijn aanwezig zonder dat hun contracten duidelijke doelen en middelen specifiëren, en rapportage gebeurt op een onduidelijke manier. De administratie controleert het werk van de externe partijen niet en het Rekenhof ziet een reëel risico op fraude, waarbij dezelfde prestaties bijvoorbeeld dubbel betaald kunnen worden.

De wildgroei van ongecontroleerde consultants in strategische posities heeft nog een ander gevaar. De externe bedrijven kunnen hun rol inzetten om de administratie te sturen in de richting van hun eigen belangen, door bijvoorbeeld enkel oplossingen naar voren te schuiven die in hun kraam passen.

Geen idee van legacy

Eenvoudig is de digitaliseringsopdracht bij Justitie niet, maar zelfs de absolute basis om van start te gaan ontbreekt. Zo is er ondanks de aanwezigheid van honderden consultants en jaren werk geen volledige inventaris van welke legacy-systemen actief zijn. Justitie weet niet wat de kosten daarvan zijn, welke technische vaardigheden nodig zijn, hoe conform of kwetsbaar ze zijn, of in welke mate ze kunnen integreren met nieuwe systemen.

Er is een gebrek aan kennis en overzicht van legacy-systemen die nog in gebruik zijn.

Rekenhof

Door het totale gebrek aan strategie ziet het Rekenhof een reëel risico op dubbel werk, waarbij afdelingen van Justitie in hun individuele onaangestuurde projecten toepassingen ontwikkelen met hetzelfde doel.

Geen licht aan het einde

Er is niet echt licht aan het einde van de tunnel. De situatie vandaag kan niet zomaar worden rechtgetrokken want het is niet zeker dat de lopende digitaliseringsprojecten effectief iets zullen opleveren. Ook financieel kan het Rekenhof op dit moment niet voorspellen of investeringen houdbaar zijn, gezien de onduidelijkheid. Alles wijst erop dat Justitie de basisprincipes van goed administratief beheer niet volledig beheerst, merkt het Rekenhof op.

Het Rekenhof legt de schuld niet exclusief bij de FOD Justitie. Het rapport stelt vast dat er geen uniforme federale richtlijnen bestaan die bepalen hoe de digitalisering van een departement zoals Justitie er precies moet uitzien. Elk departement werkt in de regel op eigen houtje aan digitaliseringstrajecten, ook hier zonder overkoepelende strategie. Dat gebrek aan coördinatie belemmert een gestroomlijnde aanpak tussen de verschillende federale departementen, klinkt het.

4 miljoen euro in de vuilbak

Een concreet voorbeeld van het wanbeleid komt vandaag aan het licht bij VRT. Justitie heeft de afgelopen jaren 3,9 miljoen euro betaald voor de ontwikkeling van een oplossing om documenten digitaal te ondertekenen. De ontwikkeling van die toepassing gebeurde samen met Bpost. Hoewel toepassingen met gelijkaardige functionaliteit in de markt bestaan, en het project al sinds 2020 loopt, lukte het niet om de oplossing klaar te krijgen. Er wordt nu gekozen om helemaal van het project af te stappen.

De werkelijke kost van het gefaalde project zou hoger liggen volgens oppositielid Michael Freilich (NVA). Hij verwijst daarbij naar tientallen consultants die betaald werden, wat aansluit bij de bevindingen van het Rekenhof.

Reactie politiek

Bevoegd minister Paul Van Tigchelt (OpenVLD) vindt dat het rapport geen recht doet aan de aanzienlijke inspanningen die zijn geleverd om justitie te moderniseren. Daarbij merken we meteen op dat het Rekenhof Justitie geen gebrek aan inspanningen verwijt, wel incompetentie en een gebrek aan strategie bij het sturen van die inspanningen.

lees ook

Justitie wil AI inzetten bij de politie om pv’s op te maken

De minister stelt dat er wel een duidelijke visie is, en er de afgelopen legislatuur meer vooruitgang is geboekt bij de digitalisering van Justitie dan voordien. Hij erkent wel dat de macht van consultants binnen de administratie misschien te groot is geworden. De oppositie vraagt onder leiding van N-VA een onderzoek naar de contracten voor de digitaliseringsprojecten.

Aanbevelingen

Op basis van de doorlichting doet het Rekenhof enkele aanbevelingen, die erop neer komen dat Justitie bij het begin moet beginnen. Het is eerst en vooral nodig om één coherente strategie uit te werken waarin concrete doelstellingen staan voor wat Justitie precies wil bereiken, gekoppeld aan de middelen die daarvoor moeten dienen.

Vervolgens moeten die middelen beter beheerd worden, waarbij specifiek de risico’s op fraude bij de wildgroei van consultants aangepakt dienen te worden. In de marge daarvan moet Justitie zijn eigen competenties versterken en een visie ontwikkelen op IT.

De Federale overheid moet overkoepelend eveneens een gecoördineerder beleid ontwikkelen, waardoor er meer synergie tussen departementen ontstaat. In theorie heeft de FOD Beleid en Ondersteuning (BOSA) die rol, maar het Rekenhof stelt vast dat BOSA in realiteit niet voldoende fungeert als partner voor de departementen, waardoor die intern opzoek gaan naar oplossingen met extra fragmentatie tot gevolg.

Het rapport van het Rekenhof is informatief en helpt om de discussie op gang te brengen, maar de falende digitalisering binnen Justitie is een oud zeer waarbij zowat alle partijen boter op het hoofd hebben. De minister minimaliseert in zijn reactie alvast de ernst, terwijl de doorlichting uitwijst dat er dringend nood is aan grote actie.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.