Verschillende bedrijven waaronder IBM, HP en Microsoft dragen bij aan de genocide in Gaza en het systeem van apartheid in Israël met de levering van oplossingen en diensten. We bekijken welke rol de bedrijven spelen.
Toen het Rusland van President Poetin in 2022 Oekraïne binnenviel en zich prompt schuldig maakte aan oorlogsmisdaden in Bucha, stelden grote technologiebedrijven hun moreel kompas boven financieel gewin. Nog voor sancties dat vereisten, trokken bedrijven zoals Cisco, IBM, HP, Microsoft, Google en Intel zich grotendeels uit het land terug.
In Israël zijn diezelfde bedrijven nog wel actief en ondersteunen ze zowel de overheid als het leger. De oorlog in Gaza, die startte na de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober 2023 (goed voor ongeveer 1.200 slachtoffers en 240 kidnappings), ontaarde nochtans in een genocide volgens de criteria van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de voorkoming en bestraffing van genocide van 1948. Dat stelde de overgrote meerderheid van de wetenschappers verbonden aan de International Association of Genocide Scholars (IAGS) eerder deze week vast.
Die genocide kostte al het leven aan ruim 64.000 Palestijnen (waarvan ongeveer 70 procent vrouwen en kinderen). Tegen Premier Netanyahu is (en defensieminister Gallant) net als tegen Poetin een aanhoudingsbevel uitgevaardigd door het internationaal strafhof. Andere vermoedelijke oorlogsmisdaden stapelen zich ook op: meer dan 300 hulpverleners en ongeveer 190 journalisten kwam al om tijdens aanvallen die geregeld ziekenhuizen viseren.
De Belgische regering heeft na maanden getouwtrek ook een positie ingenomen, waarin ons land onder andere zal pleiten voor de oprichting van een VN-interventiemacht ter ondersteuning van voedselhulp en een gedeeltelijke opschorting van het associatieverdrag met Israël. Een nationale importban voor goederen uit de door Israël bezetten gebieden wordt uitgewerkt. Tegelijkertijd trekt er voor de tweede keer een grote mars door Brussel, tegen de genocide.
Private ondersteuning
De genocide in Gaza is niet los te zien van de onderdrukking in de door Israël bezette Palestijnse gebieden. Francesca Albanese, VN-rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden, merkt in een uitgebreid rapport op dat koloniale acties en bijhorende genocides historisch steeds plaatsvonden met steun van de private sector.
In haar rapport stelt Albanese vast dat ook vandaag grote internationale bedrijven profiteren. Verschillende (vooral Amerikaanse) techreuzen leveren oplossingen en diensten die de huidige situatie ondersteunen of zelfs mee mogelijk maken.
Verschillende techreuzen leveren oplossingen en diensten die de huidige situatie ondersteunen.
Na een bewogen week is het interessant om te kijken hoe de technologiebedrijven die prompt uit Rusland vertrokken, wel een vermeldenswaardige rol blijven spelen in het in stand houden van de acties van het Israëlische leger en de politiediensten, zowel in Gaza als in de bezette gebieden. We baseren ons hiervoor voornamelijk op het sterk onderbouwde rapport van Albanese.
IBM
IBM is actief in Israël sinds 1972 en traint er mee personeel voor de inlichtingendiensten, waaronder Unit 8200. Sinds 2019 beheert IBM Israël de centrale Eitan– database van de Population and Immigration Authority, waarin biometrische data van Palestijnen worden verzameld en gebruikt vergunningensysteem van Israël. Dat systeem drijft de apartheid binnen de landsgrenzen mee aan, onder andere door vrije beweging (naar familie of werk) van bepaalde inwoners te beperken via checkpoints.
HPE
HPE beheerde Aviv. Dat is de voorganger van de Eitan-database met de biometrische gegevens. IBM nam de rol in 2019 over. HPE levert nog steeds servers. Ook politiediensten en het gevangeniswezen behoren tot de klanten. Beide instanties viseren geregeld Palestijnen.
HP
HP levert oplossingen en technologie aan COGAT (Coordinator of Government Activities in the Territories). Die instantie is verantwoordelijk voor het beleid binnen de grotendeels door Israël bezette en gekoloniseerde Westelijke Jordaanoever.
De VN noemen de nederzettingenpolitiek in de Israëlische gebieden illegaal. Staten en bijgevolg ook bedrijven mogen geen hulp of bijstand verlenen om de situatie in die gebieden in stand te houden.
Ook de politie en het gevangeniswezen zijn klanten van HP. In het rapport merkt Albanese op dat opake structuren de precieze rol van Israëlische dochterbedrijven onduidelijk maken.
Microsoft
Microsoft is sinds 1991 actief in Israël en heeft er zijn grootste centrum buiten de VS. Redmond levert zijn oplossingen aan het gevangeniswezen en de politie, maar ook burgerinstanties zoals universiteiten en scholen binnen de illegaal bezette gebieden. Ook de ondersteuning van niet-militaire instanties houdt de illegale bezetting in stand.
Microsoft integreert sinds 2003 zijn technologie binnen het Israëlische leger en investeert in start-ups die zich bezighouden met cyberbeveiliging en surveillance. Het bedrijf levert cloud- en AI-diensten aan verschillende instanties, waaronder ook defensie, en stuurde pas vier medewerkers de laan uit die protesteerden tegen de banden met Israël.
Van 2022 tot eind september 2025 leverde Microsoft Azure-clouddiensten aan het Israëlische Ministerie van Defensie. Unit 8200 gebruikte Azure-servers in Nederland voor de massale opslag van telefoongesprekken van Palestijnen. De data afkomstig van die massa-surveillance werden onder andere ingezet om bombardementen te sturen. Na een intern onderzoek, dat er kwam nadat The Guardian de kat de bel aanbond, zette Microsoft een deel van zijn Azure-dienstverlening stop.
Google (Alphabet)
Google is een partner in Project Nimbus. Dat is een onduidelijk contract dat voorziet in cloudinfrastructuur voor de Israëlische overheid en het leger. Het contract is 1,2 miljard dollar waard en dat geld komt voornamelijk van het Israëlische Ministerie van Defensie.
Unit 8200 gebruikt verder gezichtsherkenning om Palestijnen te identificeren. Google Foto’s wordt daarbij ingezet, ontdekte de New York Times in 2024. De resultaten zijn vaak niet accuraat, met gevolgen voor verkeerd geïdentificeerde Palestijnen.
Google ontvangt meer dan 40 miljoen euro (omgerekend) van de Israëlische overheid om propaganda te verspreiden via YouTube en andere advertentiekanalen. De propaganda bestaat onder andere uit video’s die de officieel vastgestelde hongersnood in Gaza in twijfel proberen te trekken en de neutraliteit te ondermijnen van de IPC, die bevoegd is om die vaststellingen te doen. Na de nodige media-aandacht blokkeerde Google enkele advertenties die de regels zouden schenden.
Amazon
Ook Amazon helpt bij Project Nimbus en ondersteunt de bouw van lokale IT-infrastructuur.
Palantir Technologies
Palantir Technologies werkt samen met Israël en het leger en levert AI-diensten voor de politie en het leger. Palantir ondersteunt met zijn AI-platform geautomatiseerde militaire besluitvorming en wordt gelinkt aan de doelwitselectie van het leger. De CEO omschrijft gedode Palestijnen als “voornamelijk terroristen”.
lees ook
Fujitsu verdiept samenwerking met controversiële ICE- en IDF-partner Palantir
Het bedrijf is notoir geheimzinnig, waardoor het onduidelijk is welke rol het precies speelt. Het bedrijf is wel zeker betrokken bij zaken zoals predictive policing en de levering van AI-systemen die integreren met realtime-data van het leger.
NSO Group
De NSO Group vermelden is een open deur intrappen. Het bedrijf is opgericht door ex-leden van Unit 8200 en specialiseert zich in geavanceerde spyware zoals Pegasus. Die wordt gebruikt tegen Palestijnse activisten wereldwijd, maar ook journalisten en uitgesproken mensenrechtenverdedigers.
NSO Group verkoopt de spyware ook aan andere landen met een erg dubieuze relatie met mensenrechten. De moord op journalist Jamal Khashoggi door Saudi-Arabië in Istanbul in 2018 zou mee gefaciliteerd zijn door NSO.
Cisco
Cisco wordt niet vermeld in het rapport van Albanese, maar wel door de Who Profits– onderzoeks-ngo. Dat wijst op de betrokkenheid van Cisco bij de ontwikkeling van het digitale platform Israel Rises voor het leger. Cisco voorziet het leger ook van Cisco Unified Communications en andere IT-diensten.
Als leverancier van netwerk-oplossingen voor het Israëlische leger speelt Cisco indirect een rol in het mogelijk maken van de huidige militaire operaties in Gaza.
Dell Technologies
Dell heeft volgens Who Profits in 2023 een aanbesteding gewonnen voor de levering van servers aan het Israëlische Ministerie van Defensie. De aanbesteding is 150 miljoen dollar waard. Dell werkt al langer samen met het Israëlische leger.
Dell was volgens de ngo ook een sponsor van en deelnemer aan de IT for IDF (Israel Defense Forces – het leger)-conferentie op 10 juli vorig jaar, toen de situatie in Gaza al geëscaleerd was ver voorbij wat rechtmatige verdediging te noemen valt op de aanvallen van Hamas in 2023. Google was aanvankelijk ook sponsor, maar trok zich enkele dagen voor de conferentie terug.
Intel
Intel wordt evenmin speciaal vernoemd door Albanese, maar speelt wel een belangrijke rol in Israël. Het bedrijf heeft verschillende fabrieken en R&D-centra in Israël. Een groot deel van de fabricage en ontwikkeling van chips vindt plaats in het land, inclusief die van de 7 nm-processors. Intel wilde 25 miljard dollar investeren in een nieuwe fabriek in het land, maar moest die plannen pauzeren omdat het bedrijf intussen in moeilijk economisch vaarwater is terechtgekomen.
Vaagheid troef
De meeste bedrijven genoemd in het rapport en andere analyses kiezen ervoor om de kolonisatie, apartheid en genocide in Gaza niet mee te nemen in hun beslissing om met de Israëlische overheid samen te werken.
Het doel van contracten, doorgaans gesloten met Israëlische bedrijfsentiteiten die onder de grote technologiereuzen vallen, is zelden zwart-op-wit militair. Vaagheid is troef, zoals Albanese hekelt: de meeste organisaties leveren niet letterlijk oplossingen die tussen de vernietigde scholen en huizen in Gaza gebruikt worden. Ze voorzien wel in infrastructuur die het Israëlische leger en het Ministerie van Defensie ondersteunt in hun huidige acties.
IT als fundering
Dat heeft concrete gevolgen. Israël gebruikt slimme databases en AI-systemen zoals Lavender en Gospel om doelwitten te identificeren en te doden. Lavender koppelde in 2023 en 2024 tienduizenden Palestijnen aan Hamas, wat gelijk stond aan een doodvonnis. Gospel beslist dan weer mee waar de dodelijke bommen in Gaza vallen.
Dergelijke capaciteiten zijn alleen mogelijk door IT-ondersteuning van grote (Amerikaanse) bedrijven. Zonder chips van Intel, server-infrastructuur geplaatst binnen Project Nimbus, gigantische personendatabases gebouwd en onderhouden door HPE en IBM en vele andere ondersteunende maatregelen, zou deze IT-infrastructuur de genocide niet kunnen faciliteren.
Geld en rechtstreekse betrokkenheid
Bovendien – en dat hekelt Albanese in haar rapport – slaan de multinationals munt uit de situatie.
De technologie van Palantir is mee verantwoordelijk voor tal van doden.
Sommige bedrijven zijn wel heel direct betrokken. De technologie van Palantir is mee verantwoordelijk voor tal van doden. Hoewel forensisch bewijs ontbreekt, is het aannemelijk dat Palantir een vrij rechtstreekse rol speelt in de doelwitselectie en daaruit resulterende dodelijke militaire acties. De CEO zegt, verwijzend naar de militaire acties, dat het (voornamelijk) om terroristen gaat, maar levert geen bewijzen aan.
Ook de rol van IBM valt niet te minimaliseren. De Eitan-database gebouwd door het bedrijf bevat informatie waaronder vingerafdrukken en gezichtsafbeeldingen van onderdanen en inwoners van de bezette gebieden. Ze dient als een tool voor interne discriminatie.
Keuze
Tot slot kost iedere oorlog geld, ook één die de vorm heeft aangenomen van een genocide. Grote investeringen in de Israëlische economie, zoals die van Intel, dragen bij aan het staatsinkomen dat nodig is om de situatie vandaag in stand te houden. Verder legitimeert business as usual in Israël zelf en de bezette gebieden de actuele gang van zaken.
Op een moment dat Amnesty International, gekwalificeerde wetenschappers, Israëlische geleerden zelf en ooggetuigen ter plaatse volmondig van een genocide spreken, is de ondersteuning van de oorlogseconomie een actieve keuze. Ook de samenwerking met een regering waarvan het staatshoofd onderwerp is van een aanhoudingsbevel van het Internationaal Strafhof, mag niet zomaar vanzelfsprekend genoemd worden.
Bij de invasie van Oekraïne door Rusland toonden multinationals dat het wel mogelijk is om economische activiteit stop te zetten of af te bouwen wanneer die morele grenzen overschrijdt. Het valt toch op dat dezelfde bedrijven die stap vandaag niet zetten.
Recentste update artikel: 26/09/2025