VMware lanceert een abonnementsmodel voor vSphere Standard-gebruikers dat verder bouwt op het eerder geïntroduceerde vSphere+.
VMware lanceert vSphere+ Standard. Dat is een abonnementsversie van vSphere gebaseerd op de vSphere Standard-editie. Dat pakket omvat virtualisatie, opslag, networking en de nodige tools om een bescheiden omgeving met virtuele machines te draaien. De oplossing is niet zozeer geschikt voor complexe hybride cloudomgevingen maar wel voor kleinere organisaties met eventueel een handvol locaties.
Standaard-editie
vSphere+ zoals VMware de dienst eerder dit jaar lanceerde, is meer gericht op enterprise-klanten. Zij krijgen in ruil voor de conversie van hun licenties naar een abonnementsformule toegang tot een cloudportaal voor gecentraliseerd beheer van verschillende on-premises- en cloudgebaseerde vSphere-omgevingen.
vSphere+ Standard biedt hetzelfde voordeel. De dienst is eenvoudiger maar ook hier is het cloudportaal de voornaamste trekpleister. VMware denkt dat heel wat klanten virtuele machines beheren op verschillende locaties. Gecentraliseerd beheer moet de conversie van eeuwigdurende licenties naar een steeds terugkerende kost verantwoorden.
Abonnementsgeld
VMware van zijn kant wil natuurlijk vooral abonnementsgeld binnenhalen. Abonnementsformules zorgen voor voorspelbare wederkerende inkomsten, in contrast et eeuwigdurende licenties gebaseerd op een grote verkoop met een interval van vele jaren. Of klanten even enthousiast zijn, is koffiedik kijken. Met de hangende overname van VMware door Broadcom (waarover vrijwel niemand enthousiast is) blijven financiële resultaten uit.
Een promotie moet klanten helpen om de eerste stap te zetten. Wie overstapt, krijgt licenties voor 32 kernen voor de prijs van zestien, al valt die korting weg bij de eerste licentievernieuwing. Welke prijzen VMware hanteert, is voor deze Standard- editie even onduidelijk als voor vSphere+ Enterprise.