Een op vier respondenten ervaart op maandelijkse basis problemen met de wifiverbinding thuis.
Het onderzoek naar de wifiprestaties in huis heeft een groot wc-eend gehalte wanneer Devolo die aankondigt, maar dat neemt niet weg dat er nog wel boeiende cijfers in staan. Neem sommige resultaten daarom ook met een korrel zout, ondanks dat het bedrijf duizend respondenten heeft gehoord.
Belgische huishoudens hebben razendsnelle internetverbindingen. Meer dan 50 procent van de respondenten surft op het internet met snelheden van 250 Mbps of meer. Daar staat tegenover dat in België ruim wordt gewoond. Één op twee (55%) van de deelnemers woont in huizen groter dan 100 vierkante meter, en twee derde (68%) woont in eengezinswoningen. Dat heeft zijn impact op de wifiprestaties.
30 procent van de Belgische deelnemers geeft aan zelden problemen te hebben met hun eigen wifi. Voor 26 procent zijn er maandelijkse problemen. Deze resultaten zijn minder positief in vergelijking met andere landen, waar de meerderheid zelden last heeft van wifi-onderbrekingen. In Nederland wordt bijvoorbeeld slechts 63 procent van de deelnemers af en toe gestoord.
Wie mag het horen?
Opvallend is dat 45 procent van de deelnemers contact opneemt met de klantenservice van de fabrikant – het hoogste percentage in de internationale vergelijking. De meerderheid van de respondenten uit andere landen lost dit liever zelf op. In België doet 36 procent dat zelf, terwijl 29 procent hulp zoekt bij vrienden en familie.
De meest gebruikte methoden die ze zelf hebben geprobeerd om de problemen op te lossen, zijn onder andere het vervangen van de router (37%), het leggen van netwerkkabels (22,6%) of het installeren van repeaters (17,8%).
De slechste wifi-ontvangst bevindt zich vaak in de slaapkamer (36,5%) en de woonkamer (26,2%). Verbindingsproblemen worden vooral opgemerkt tijdens het browsen (47,1%), het gebruik van sociale media (42,1%) en het streamen van video (36,5%).