De volgende versie van de standaard Python interpreter, CPython, wordt in oktober verwacht met heel wat prestatieverbeteringen.
Vorige week vond de eerste Python-conferentie plaats sinds 2019. Daar werden heel wat verbeteringen aangekondigd voor de programmeertaal, alsook wat aanpassingen volgens The Register.
Voor alle duidelijkheid: er zijn meerdere edities van Python beschikbaar met onder andere interpreters voor JVM en .NET CLR en ook compilers. De kernimplementatie van de taal blijft wel altijd de CPython interpreter.
Een belangrijke beperking vandaag binnen Python is de GIL, kort voor Global Interpreter Lock. Die voorkomt dat de optimaal gebruik kan maken van multicore-processoren. Het is al langer mogelijk voor een enkel proces om meerdere interpreters te bevatten, maar ze hinderen elkaar omdat ze dezelfde enkele GIL moeten delen.
Vandaag werken diverse partijen al rond dat probleem. Onder andere Meta gebruikt binnen Instagram heel veel Python en is gebaat bij een forse prestatieboost. Het ontwikkelde daarom een interne versie onder de noemer nogil waarbij GIL letterlijk wordt verwijderd.
Nu wil CPython dat vanaf de kern aanpakken. Via het HotPy-project is er een bèta beschikbaar van CPython 3.11 die vandaag al gemiddeld 25 procent sneller presteert in benchmarks. Er is een roadmap beschikbaar met vier doelen waar elke fase telkens de helft snellere prestaties zou moeten leveren, goed voor een factor 5 boost aan de eindmeet vergeleken met vandaag.