Er komt geen grote moderne chipfabriek van Intel in het Duitse Maagdenburg en een miljardeninvestering in een assemblagesite in Polen gaat evenmin door. Daarmee keert Intel zijn kar en eindigt een saga die al jaren aansleept.
Intel trekt zich terug uit geplande miljardeninvesteringen in Europa. In een memo aan zijn personeel laat CEO Lip-Bu Tan weten dat het bedrijf niet meer van plan is om zich te scharen achter de grote projecten in Duitsland en Polen.
Dat is een domper voor beide landen en de EU in zijn geheel. De investeringen van Intel pasten immers in de Europese ambitie om meer strategische onafhankelijkheid inzake chipproductie uit te bouwen op het continent.
Vaarwel Intel Maagdenburg
Het grootste project liep in het Duitse Maagdenburg. Daar wilde Intel een enorme fabriek neerpoten voor de bouw van de allermodernste microchips. Duitsland kon Intel daartoe overtuigen met de belofte van een subsidie van tien miljard dollar. De totale kostprijs van de site zou al zeker het dubbele bedragen.
Het hele plan kampt met tegenslag na tegenslag. In 2022 won Maagdenburg het van andere voorstellen, waaronder één van België. Niet lang daarna keerde de economische wind. De prijs van bouwmaterialen katapulteerde de hoogte in en Intel zelf kreunde steeds meer onder de concurrentie.
lees ook
Intel-fabriek in Duitsland alsnog op de helling, Altera in de toonbank
Daar kwamen nog praktische bezwaren bij. De geplande site bleek op vruchtbare grond te staan en Duitse wetgeving vereist dat die afgegraven en bewaard wordt. Dit jaar ging de constructie naar verwachting starten.
Polen en Ohio
Daar trekt Tan nu een streep door. Ook Polen is kind van de rekening. Daar wilde Intel 4,6 miljard euro investeren in een fabriek die wafers zou omzetten naar individuele chips, die er meteen ook getest en verpakt konden worden. De site zou die in Maagdenburg netjes aanvullen. Ook van dit plan komt niets meer in huis.
Intel heeft al een R&D-aanwezigheid in Polen. De nieuwe fabriek moest daarnaast komen. Er zijn momenteel geen indicaties dat de R&D-afdeling ter discussie staat.
Tan haalt de botte bijl niet alleen in Europa boven. In de Amerikaanse staat Ohio plande Intel eveneens grote investeringen en die worden minstens sterk vertraagd. De vertraging lijkt echter minder finaal dan de situatie in Europa.
Tot slot blijft het personeelsbestand niet gespaard. Bovenop eerder aangekondigde ontslagen moeten er nog mensen vertrekken. Eind dit jaar mag het kernpersoneelsbestand van de chipspecialist niet meer dan 75.000 koppen tellen. Eind 2024 stonden er nog 109.800 mensen op de loonlijst, waarvan 99.500 als kernwerknemers werden bestempeld.
Reddingsactie
Lip-Bu Tan schudt Intel zo stevig door elkaar. Hij volgde in maart Pat Gelsinger op, en gaat drastischer te keer dan zijn voorganger. Tan heeft wel dezelfde missie als Gelsinger: Intel redden nadat het er niet in geslaagd is in te spelen op verschillende innovaties, zoals mobiel en AI. Bovendien geraakte de chipfabrikant zijn technologische leiderspositie in fabricage kwijt aan TSMC en kon de ARM-architectuur opkomen als waardige concurrent van x86.
Een verregaande stroomlijning van het bedrijf lijkt een belangrijke stap in de heruitvinding van Intel. Tan wil verder focussen op de kernactiviteiten van het bedrijf en alleen investeren waar er vraag is. Expansie in de EU lijkt niet in die visie te passen.