Intel zal een nieuwe grote Europese chipfabriek bouwen. Die komt niet naar België maar naar Duitsland. Intel zou Maagdenburg kiezen als locatie.
Intel kiest Duitsland voor de bouw van een grote nieuwe chipfabriek. Frankrijk, Italië, maar ook België, Nederland en Luxemburg hoopten de fabriek zelf binnen te halen. Volgens de Duitse media zou Intel nu de knoop hebben doorgehakt. De fabriek moet bij Maagdenburg komen, dat zo wint van binnenlandse competitie. Dresden en het kleinere Penzing hoopten immers ook op de komst van ’s werelds grootste processorfabrikant.
De geplande fabriek wordt een enorme high-end installatie die de modernste processors van Intel zal bouwen. De site zou zeker 1.000 mensen rechtstreeks tewerk stellen, zonder rekening te houden met toeleveranciers.
Strategisch minder afhankelijk
Europa wil zijn strategische afhankelijkheid van het Verre Oosten inzake microchips afbouwen. Als onderdeel van die ambitie wil de EU grote chipspecialisten zoals Intel naar Europees grondgebied lokken. Dat is nu gelukt, al komt de investering met een prijskaartje. Intel mag zich immers aan de nodige subsidies verwachten. De investering is dan ook niet min: een nieuwe chipfabriek kost al snel tot 20 miljard euro.
Officiële bevestiging blijft voorlopig uit, al lijkt de berichtgeving betrouwbaar. De plannen sluiten bovendien goed aan bij wat Intel eerdere al communiceerde en de Europese plannen. Op 4 maart zou Intel meer details bekend maken.
Dat België naast de investering grijpt, is een jammere zaak. Ons land heeft nochtans verschillende troeven in huis. Zo zijn Intel en Imec partners voor onderzoek naar moderne fabricagenodes en is er de nabijheid met ASML in Nederland. Techreuzen zijn bovendien niet vies van investeringen in België. Google heeft al jaren datacenters in Wallonië en kondigde recent aan bijkomend te investeren. Datacenters stellen echter niet zoveel mensen tewerk. De hoge arbeidslasten in ons land maken ons in het geval van een fabriek die veel mensen gaat tewerkstellen minder competitief.