De hoop van Broadcom om de overname van VMware snel te kunnen afronden, krijgt een nieuwe knauw. De Britse marktautoriteit heeft verder onderzoek nodig.
CMA startte een onderzoek in november, en na de eerste fase blijkt verder onderzoek nodig te zijn. Dat maakte de Britse marktautoriteit gisteren bekend met een persbericht. Er heerst een volgens de autoriteit gegronde vrees dat de overname van VMware door Broadcom een negatieve impact zou hebben op prijzen en innovatie. Een ‘fase 2’-onderzoek moet hier verder uitsluitsel over geven.
Het is inmiddels al bijna een jaar geleden dat Broadcom de overname aankondigde: op 26 mei 2022 bereikten beide partijen een akkoord. Broadcom dacht toen nog de laatste formaliteiten tegen begin dit jaar te kunnen afronden, maar sindsdien zit de overname muurvast. Een nieuwe deadline lag op 30 oktober, maar het lijkt er naar dat die weer niet gehaald zal worden. Het vervolgonderzoek van CMA zal vermoedelijk nog tot september duren.
Een stok tussen de wielen
Er liggen nog enkele zaken op tafel die het Verenigd Koninkrijk eerst wil uitsluiten alvorens groen licht te kunnen geven. Zo zou Broadcom de positie van VMware zou kunnen misbruiken om de compatibiliteit van virtuele machines te beperken tot servers met componenten van het moederbedrijf. De autoriteit heeft ook oor naar bezorgdheden van VMWare-klanten die vrezen voor prijsstijgingen. Ook werknemers van VMware zijn maar koele minnaars van de overnameplannen.
lees ook
Zelfs VMware-werknemers niet te spreken over Broadcom-deal
Bovendien zijn ook de Europese Commissie en de Amerikaanse FTC bezig met hun eigen onderzoeken, waarop het voorlopig nog wachten is op uitspraken. De overname van VMware lijkt in andere woorden dus met de dag onwaarschijnlijk te worden. Moeder en adoptiedochter blijven wel eensgezind klinken dat de transactie finaal zal kunnen worden doorgezet.