Zeg niet zomaar fiber: de ene verbinding is de andere niet

Connectiviteit is belangrijker dan ooit, en kwalitatieve verbindingen worden almaar toegankelijker. Toch is het voor bedrijven groot en klein niet altijd eenvoudig om te weten welke verbinding ze nodig hebben, laat staan wat het verschil is tussen twee ogenschijnlijk gelijkaardige opties.

“België heeft een achterstand op het vlak van glasvezel”, zegt Gilles Verschueren, Business Development Manager bij Eurofiber. Hij windt er geen doekjes om tijdens de ronde tafel rond netwerk en connectiviteit, georganiseerd door ITdaily. “We hadden lang een goed netwerk in vergelijking met andere landen, maar zitten nu toch eerder in een inhaalbeweging.”

Kristof Spriet, Connectivity Expert bij Proximus NXT, is akkoord. “Het Belgische netwerk voldeed jarenlang aan de eisen van consumenten en bedrijven. Nu naderen we echter een kantelpunt. Daarom investeren we momenteel aanzienlijk in glasvezel.”

Partner en concurrent

Verschillende partijen investeren vandaag enthousiast in glasvezel, terwijl anderen daar zelfs al jaren mee bezig zijn. Rond de tafel zitten nog Marc Vandeputte, CTO van Arcadiz dat al sinds jaar en dag onder andere heel performante connectiviteit tussen datacenters voorziet, Mirko Montorro, Sales Manager en Partner bij Easi, die de connectiviteitsnoden van klanten mee naar oplossingen vertaalt, en Freek Pauwels, General Manager Citymesh Integrator en expert in het combineren van connectiviteitsoplossingen tot één geheel. Zowat alle aanwezigen zijn klant en concurrent van elkaar.

Dat impliceert dat ze het over vele zaken eens zijn. Zo heerst er consensus over de nood van kwalitatieve verbindingen voor bedrijven groot en klein, en merkt iedereen dat het klanten in de markt doorgaans toch aan de nodige kennis ontbreekt om helemaal zelfstandig de juiste beslissing te nemen. Alle aanwezigen erkennen hun rol als begeleider en ondersteuner in het traject van een klant naar de juiste oplossing.

Snelheid, capaciteit en beschikbaarheid

Over hoe die oplossing er dan precies uitziet, zijn de meningen iets meer verdeeld. Vandeputte en Arcadiz werken vooral met grote klanten met erg hoge vereisten. Hij hekelt de manier waarop connectiviteit aan de man wordt gebracht. “Vaak worden alleen de prijs en de snelheid geadverteerd”, merkt hij op. “En die snelheid wordt dan nog verkeerdelijk uitgedrukt in gigabit per seconde, wat in feite de capaciteit is.”

Zo zien bedrijven twee verbindingen over glasvezel met een capaciteit van 10 Gbps, waarbij de ene duurder is dan de andere, en begrijpen ze niet altijd het verschil. “Naar andere parameters is het verder zoeken”, stelt Vandeputte vast. “Zo is de echte snelheid, of latency, in veel gevallen belangrijker. Wanneer je twee servers in twee afzonderlijke datacenters met elkaar verbindt in een high availability-cluster, voeren zij alle schrijfopdrachten gelijktijdig uit. De latency moet je zo rechtstreeks bij de schijftijd van de harde schijf tellen, en is veel belangrijker dan de capaciteit.”

De echte snelheid, of latency, is in veel gevallen belangrijker.

Marc Vandeputte, CTO Arcadiz

Beschikbaarheid is een andere belangrijke factor. “Iedereen biedt SLA’s (Service Level Agreements) aan met een beschikbaarheid van 99,99 procent”, aldus Vandeputte. “Maar dan merk je in de kleine lettertjes dat die 99,99 procent voor echt professionele lijnen altijd geldt, en voor andere glasvezel-oplossingen alleen tijdens de kantooruren.”

Een eigen kabel of een gedeelde verbinding?

Verschueren gaat akkoord met dat onderscheid, maar merkt dat het niet altijd eenvoudig is om het aan de klant uit te leggen. “Wij leggen glasvezel aan en bieden klanten hun eigen fiber. Ze kunnen zelf kiezen welke capaciteit ze nodig hebben, en krijgen die ook gegarandeerd aangezien ze hun lijn met niemand anders delen.”

Spriet heeft met Proximus NXT oren naar de precieze noden van klanten. “Onze nationaal beschikbare gegarandeerde fiber verbindingen, worden nu uitgebreid door GPON-fiber via het eigen glasvezelnetwerk aan te bieden”, zegt hij. Die oplossingen staan eveneens in de markt als professioneel en geschikt voor enterprises, maar er is een belangrijk verschil met de connecties waar de experts van Eurofiber en Arcadiz over praten.

“We bereiken vandaag al 38 procent van de gebouwen met ons GPON-fibernetwerk”, aldus Spriet. GPON staat voor Gigabit Passive Optical Network en maakt gebruik van dezelfde glasvezelkabels als andere oplossingen, met het belangrijke verschil dat de connecties gedeeld worden.

We bereiken vandaag al 38 procent van de gebouwen met ons GPON-fibernetwerk.

Kristof Spriet, Connectivity Expert Proximus NXT

Dat heeft voor- en nadelen. Verscheuren vindt dat dergelijke connecties op veredelde consumentenoplossingen lijken en hoewel Spriet niet betwist dat het GPON-netwerk nadelen met zich meebrengt op het vlak van redundantie en latency, heeft het wel een troef. “GPON wordt heel planmatig uitgerold. De investering is groot, maar de kostprijs is wel lager dan een dedicated fiberlijn.”

Pakken wat je kan krijgen

Volgens Pauwels is de discussie soms naast de kwestie. “De vraag is niet altijd welke connectie het geschiktst is, maar wel welke provider wat kan aanbieden op een gegeven adres. Vroeger was het aanbod beperkt, maar nu bestaan er veel oplossingen met voor- en nadelen. Het vertrekpunt in België is veeleer ‘wie kan mij wat aanbieden’”.

Pauwels en Citymesh benaderen connectiviteit dan ook op een andere manier. “Wij proberen alle connectiviteitslagen samen te brengen”, zegt hij. “Dat gaat van IoT-netwerken zoals Sigfox, publieke en private 4G, 5G en wifi, en bekabelde verbindingen. Die brengen we samen in één tunnel om zo de klant te gaan bedienen. De klant weet wel dat hij op verschillende verbindingen vertrouwt, maar merkt er tijdens het gebruik niet echt iets van.”

De klant weet wel dat hij op verschillende verbindingen vertrouwt, maar merkt er tijdens het gebruik niet echt iets van.

General Manager Citymesh Integrator

Goed genoeg is goed genoeg

Dat sluit meer aan bij hoe klanten volgens Montorro van Easi connectiviteit ervaren. “Vroeger hadden klanten inderdaad twee dedicated fiberlijnen, die op verschillende punten binnenkwamen. Nu hebben ze twee SD WAN-toestellen op een site, en vragen ze zich luidop af wat de SLA voor één specifieke lijn nog waard is.”

Montorro biedt een beetje tegenwind wat betreft het belang van puur professionele connectiviteit voor iedereen. “Welke eindgebruiker komt vandaag niet toe met de snelheid en capaciteit van een coax, GPON of andere gedeelde lijnen, tenzij voor hun hoofdkwartier, datacenter of heel grote sites? Ik zie toch dat het idee hier en daar begint te leven dat zoveel dure lijnen niet altijd nodig zijn.”

Welke eindgebruiker komt vandaag niet toe met de snelheid en capaciteit van een coax, GPON of andere gedeelde lijnen?

Mirko Montorro, Sales Manager en Partner Easi

Als Montorro kijkt naar de noden van zijn klanten, dan stelt hij vast dat die steeds vaker genoegen durven nemen met de zogenaamde veredelde consumentenoplossingen wanneer die samen gecombineerd worden via bijvoorbeeld een SD WAN-oplossing.

Klantennoden eerst

Dat gaat natuurlijk niet voor iedereen op: wie datacenters verbindt of high-availability-clusters bouwt zoals Vandeputte beschrijft, bekijkt connectiviteit op een andere manier. Bovendien merkt Montorro op dat de klepel soms te veel naar de andere kant doorslaat. “Ik zie klanten die provider A boven provider B verkiezen omdat ze denken dat de ene een betere oplossing of meer bandbreedte biedt dan de andere, terwijl beide providers van exact dezelfde kabel gebruik maken en dus ook exact dezelfde kwaliteit leveren.”

Connectiviteit is vandaag hoe dan ook een complex onderwerp. Voor iedere organisatie kan de juiste oplossing anders zijn. Sommige bedrijven kunnen misschien even zonder internet tijdens een panne, en nemen genoegen met het lage risico van een gedeelde fiberlijn met bijvoorbeeld coax als back-up, of ze overwegen een 5G-verbinding als redundante oplossing.

Anderen zien de euro’s verdampen zodra de verbinding voor enkele seconden wegvalt, en willen fysieke redundantie waarbij fiberverbindingen aan weerskanten van het gebouwd vertrekken en nooit door dezelfde straat lopen. De ene heeft genoeg aan de snelheid en de capaciteit van een coax, de andere vereist latency die zo dicht mogelijk bij de 0 ms ligt.

De juiste vragen

Begeleiding is noodzakelijk, en die handschoen nemen Arcadiz, Citymesh, Easi, Eurofiber en Proximus NXT maar al te graag op. Voor een goede conversatie ten gronde zijn enkele basiskenmerken echter belangrijk:

  • Is je fiber gedeeld, of enkel van jou?
  • Je kent de capaciteit (Gbps), maar ken je de snelheid (ms)?
  • Hoe redundant zijn je oplossingen?
  • Wat wanneer er iets misloopt? Wanneer en hoe snel schiet je connectiviteitspartner in actie?
  • Waar staan je gebouwen? En welke oplossingen zijn er überhaupt beschikbaar?

Gewapend met die kennis, is het al een stuk eenvoudiger om de juiste conversatie te voeren en de meest geschikte oplossing voor jouw bedrijf te implementeren. Meest geschikt betekent in ieder geval niet de goedkoopste.

Dat ligt in het Belgenland toch nog een beetje moeilijk, merkt Verschueren als afsluiter op: “De Belg vindt het moeilijk om een professionele prijs te betalen voor een professionele verbinding. Nederlanders vinden het veel logischer om dat onderscheid te maken voor hun zaak.” Een Nederlander die de portemonnee sneller opentrekt dan een Belg: de ronde tafel heeft iets om over na te denken na afloop.


Dit artikel is onderdeel van een reeks naar aanleiding van de door ITdaily georganiseerde ronde tafel over connectiviteit. Lees hier meer.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
terug naar home