Nader bekeken: de CO2-afdruk van het digitale

Luc_Costers_Nutanix

De wereld verandert. Om het even waar je kijkt, zie je duidelijk enorme veranderingen in de politieke, financiële, sociaal-economische en uiteraard milieucontext. De klimaatopwarming leidt wereldwijd tot stijging van de zeespiegel, smeltende gletsjers, tsunami’s, aardbevingen en zoveel meer.

De atmosfeer bevat een te grote hoeveelheid CO2. We weten het, al is dit met het blote oog niet zichtbaar. Dit laatste geldt ook voor de vele uitstoters die met een nagenoeg onzichtbaar uitstootspoor bijdragen tot dat teveel aan CO2. Tot veler verrassing speelt ook de onstuitbare groei van digitale technologie een rol in dit verhaal.

Digitale transformatie is nu al een belangrijke producent van CO2-uitstoot. Terwijl velen allicht denken dat bijvoorbeeld de luchtvaartsector een grote boosdoener is, heeft de IT-sector met zijn wereldwijde promotie van digitale transformatie een grotere impact dan we denken. Recent onderzoek toont aan dat de digitale sector 50% meer broeikasgassen uitstoot dan de hele luchtvaartindustrie.

De echte boosdoeners 

Velen menen dat koeien (methaan), kunstmest (stikstofoxiden) en steenkoolcentrales wereldwijd de ‘grote stinkerds’ zijn. De waarheid is dat de belangrijkste verantwoordelijken voor CO2-uitstoot allemaal verband houden met menselijke industriële activiteit en gebruik van fossiele brandstoffen.

In specifieke termen is digitale technologie verantwoordelijk voor ongeveer 6% van alle CO2-uitstoot vanuit de industriële processen van onze planeet. Dit cijfer omvat aspecten zoals datacenters, internetverkeer, gebruik van smartphones, tv’s en andere digitale apparatuur.

We moeten goed beseffen en er voortdurend rekening mee houden dat elk Zoomgesprek, elke Xbox-download, elk Netflix-gebruik en elke inzet van slimme ‘home control’-toestellen een bijdrage levert tot het uitstoottotaal van de IT-sector. Dit proces start in feite (voor een vrij groot gedeelte) met het energieverbruik en de industriële uitstoot die gekoppeld is aan de initiële productie en fabricage van al onze toestellen en systemen.

Is de smartphone een slimme keuze?

De smartphone reikt ons steeds meer geweldige functies aan, maar zijn kostenplaatje stijgt mee. Niet alleen wat betreft de prijs die smartphoneproducenten ons bij de kassa aanrekenen voor hun nieuwste hebbeding (en we weten dat een 4-cijferbedrag niet ongewoon is), maar ook wat betreft de kosten voor een hoger energieverbruik bij de productie van die toestellen. Dit groeitraject creëert het zogenaamde ‘inflatoir consumptiegedrag’ in de rijkere landen: steeds vaker steeds meer digitale toestellen kopen, wat het probleem nog vergroot.

De toestellen vormen enkel het zichtbare deel van deze discussie. We moeten echter ook beseffen wat er achter de schermen plaatsvindt, in het datacenter. Bij de meeste organisaties is dat goed voor ongeveer 20% van de indirecte ‘Scope 2’-uitstoot.

Het is belangrijk hierbij op te merken dat ‘Scope 2’-uitstoot indirecte uitstoot van broeikasgassen is, gekoppeld aan de aankoop van elektriciteit, stoom, warmte of koeling. Hoewel ‘Scope 2’-uitstoot fysiek plaatsvindt op de locatie waar hij wordt gegenereerd, telt hij ook mee in de broeikasgasinventaris van een organisatie omdat hij een resultaat is van het energieverbruik van die organisatie.

We mogen niet vergeten dat de energiebehoeften voor datacenters en digitale infrastructuur voortdurend toenemen. Sinds 2010 is het aantal internetgebruikers verdubbeld; het  internetverkeer is met factor 15 toegenomen; de opslag is vervijfvoudigd.

De bron van duurzaamheid

Als we nu gaan kijken naar het noodzakelijke evenwicht tussen milieu en economie, en naar wat we verstaan onder duurzaamheid, dan weet iedereen dat resources eindig zijn en dat we ze behoudend en wijs moeten inzetten om een betere wereld te behouden.

De vroegste ‘Green IT’-concepten en ‘Energy Star’-classificatiesystemen uit de jaren 90 kregen een grootschalige upgrade naar NetZero. Vandaag weten we dat NetZero betekent dat we een evenwicht moeten bereiken tussen CO2 die we de atmosfeer injagen, en CO2 die we eruit verwijderen.

Ook NetZero heeft echter zijn uitdagingen. Een laser-focus op decarbonisering focust op één element van de hele duurzaamheidsvergelijking, negeert andere milieuaspecten zoals verpakking, product, water en afval, en leidt tot een waaier van computergegenereerde klimaat- en economiemodellen die in de praktijk niet altijd kloppen.

Wat kunnen we doen?

We kunnen vanzelfsprekend trachten om datacenters te transformeren om de doelstelling van klimaatneutraliteit te behalen. We kunnen automatisering, innovatieve koelsystemen en hernieuwbare energie inzetten en klassieke 3-tier datacenterarchitecturen (vorige generatie) omzetten naar datacenterarchitecturen van de nieuwe generatie. Dit impliceert gebruik van technologieën zoals HCI (hyperconverged infrastructure) die essentieel zullen zijn om het energieverbruik en de CO2-afdruk van datacenters te doen krimpen.   

HCI heeft het potentieel om de technologische vooruitgang op diverse domeinen in te zetten en het koolstofverbruik van belangrijke sectoren te beperken. De globale beperking van hardwarecomponenten – dankzij samenvoeging van afzonderlijke server-, opslag- en computingboxen – is essentieel omdat zo een heel SAN-netwerk wordt uitgeschakeld. Dit heeft meteen een positieve impact in de zin van minder CO2-uitstoot. Verder betekent dit een aanzienlijke terugschroeving van overbevoorrading dankzij consumptie op maat. HCI maakt ook meer automatisering mogelijk, evenals meer gebruik, terwijl minder personeel nodig is om de infrastructuur te doen draaien en te onderhouden.

Combineer al het bovenstaande met een globale beperking van hardwarecomponenten, en de CO2-afdruk van HCI wordt aanzienlijk verminderd tegenover die van 3-Tier infrastructuur. Dat het niet bij woorden blijft, bewijst het verhaal van een recent op Nutanix overgeschakelde klant uit de verzekeringssector die onverwachts het bezoek kreeg van Fluvius. Daar dachten ze dat er een herstelling nodig was, omdat het energieverbruik van het bedrijf in korte tijd  flink gedaald was. Het mysterie was gelukkig snel opgelost toen de klant uitlegde dat ze net een migratie van 3-Tier naar HCI achter de rug hadden.

Desalniettemin wordt het een serieuze uitdaging als we allemaal moeten samenwerken om dit mogelijk te maken! Daarom is het laatste woord aan de Amerikaanse cultureel antropologe Margaret Mead: “Onderschat nooit de kracht van een kleine groep mensen met engagement om de wereld te veranderen. Op een andere manier is het overigens nooit gelukt.


Dit is een ingezonden bijdrage van Luc Costers, Regional Leader Nutanix Belux, CIS en Oost Europa. Hier vind je meer informatie over de HCI-oplossingen van het bedrijf.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
terug naar home