Kris Poté, Vice President bij Capgemini, droomde jaren geleden van een utopisch bedrijf zonder fysiek kantoor. Vandaag is die wilde droom voor veel ondernemingen plots werkelijkheid geworden. Hoe kijkt hij naar de plots shift naar thuiswerk, en wat brengt de toekomst?
Op minder dan 48 uur is vrijwel de hele organisatie van Capgemini in België overgeschakeld naar telewerk. Wereldwijd werkt 99 procent van het personeelsbestand intussen van thuis uit, inclusief de offshore-medewerkers in India. Daarmee is Capgemini, samen met vele andere bedrijven, de facto een kantoorloos bedrijf geworden.
Droom
“Zeven jaar geleden was ik al actief als Corporate Social Responsability Officer in de organisatie”, vertelt Kris Poté, die vandaag de rol van Vice President Marketing & Communicatie binnen het bedrijf voor z’n rekening neemt. “Toen gaf ik aan dat het mijn droom was om tot een bedrijf zonder kantoor te komen, waar iedereen op afstand werkt en niemand zich nog met de wagen door Brussel moet worstelen. Ik was er zeker van dat die droom pas na mijn pensioen werkelijkheid zou worden.”
Lees ook: Desktop in een Ikea-zak: Hoe bedrijven in België met het plotse thuiswerk omgaan
De coronapandemie veranderde de tijdslijn. Op 24 uur tijd evolueerde het kantoorloze bedrijf van een utopisch toekomstconcept naar een verplichting. Wat blijkt: heel wat ondernemingen waren al min of meer klaar om afstandswerk op een dergelijke schaal te omarmen. “Wie op 7 maart had gezegd dat iedereen een week later thuis zou werken, werd voor zot verklaard. Plots was er de verplichting, en kon het allemaal wel.”
Snel als het moet
“Het is verbazend hoe snel de omschakeling is gegaan”, vindt Poté. Noch Capgemini, noch andere bedrijven hadden hun infrastructuur ooit op deze schaal getest. Over het algemeen bleek de infrastructuur het gelukkig te houden. “Het netwerk houdt het, maar een volgende vraag stelt zich: wat met de mensen? Er is een materiële maar ook een menselijke kant die vandaag op de proef wordt gesteld”
Het is verbazend hoe snel de omschakeling is gegaan.
Bij Capgemini werkten heel wat werknemers ook voor de crisis thuis. Zij hadden een werkplek en zijn vertrouwd met tools als Teams, Skype en Hangouts “Wel merk ik dat mensen plots ontdekken wat er écht allemaal mogelijk is met die tools”, vertelt Poté. “Zo gebruiken we Teams om korte video’s door te sturen en plaatsen we die ook op het intranet. Dat deden we vroeger nooit, maar wordt nu plots de norm.”
Andere focus
Na de interne herstructurering is het als bedrijf belangrijk om in te spelen op de actuele noden in de markt. Voor Capgemini betekent dat concreet dat het aanbod rond mobiliteitswerk, business continuity, crisismanagement, cybersecurity, infrastructuur en cloud naar voren werd geschoven. “Het gaat om bestaande diensten en projecten, die door de omstandigheden versneld werden”, weet Poté.
In sommige gevallen vereisen projecten nog wel dat er teams de baan op gaan. Als er bijvoorbeeld nieuwe hardware nodig is om het thuiswerk te bolwerken, of een onderhoud essentieel blijkt, moeten er mensen ter plaatse komen. “In dat geval rijdt er één man per wagen om de social distancing te garanderen.”
Uiteindelijk kan Capgemini ook zonder kantoor verder werken en klanten bijstaan. Die realiteit ligt in lijn met eerdere bevindingen van technologiesectorfederatie Agoria, die op basis van onderzoek aangeeft dat de IT-sector wat werkzaamheid betreft het best goed doet.
Wakker worden
Poté denkt dat de crisis een nieuwe manier van werken heeft gelanceerd. “We zullen ons voortaan afvragen of we wel naar kantoor moeten komen. In tijden van oorlog gaat technologie erg snel vooruit, ik verwacht dat er nu een gelijkaardig effect zal plaatsvinden wat telewerk betreft.”
Of het kantoorloze bedrijf blijft bestaan, is nog maar de vraag. Poté gelooft er sterk in dat we onze sociale contacten liefst zelf kiezen en het kantoor daarbij minder belangrijk wordt. “Toch blijft de mens een kuddedier”, beseft hij. “Een droom blijft een droom, op een bepaald moment word je wakker. Op de lange termijn zullen kantoren misschien echt verdwijnen, maar na de crisis zal de verandering minder radicaal zijn.”