EU start finalisering ‘Ketnet-competitiviteitsbeleid’ voor microchips

In een poging de Europese Unie competitief te maken op het vlak van chipproductie, draait de legislatieve maalmolen verder. Het Europees Parlement heeft nu zijn positie gestemd die zal dienen als uitgangspunt voor onderhandelingen met de Raad. Hoewel het opzet goed is, loopt het hele proces het risico onderuit gehaald te worden door te weinig fondsen.

Het parlement van de Europese Unie heeft deze week twee belangrijke wetsvoorstellen goedgekeurd. Het gaat om niet-finale versies van de Chips Act en een tekst rond de Chips Joint Undertaking. De Chips Act is een Europese richtlijn in wording die de technologische capaciteiten van de EU inzake chipproductie moet opkrikken. Daarbij moet Europa inzetten op eigen capaciteiten, maar ook buitenlandse investeringen van chipgiganten aantrekken. De ambitie is om ervoor te zorgen dat ons grondgebied goed is voor twintig procent van de wereldwijde chipproductie. Vandaag is dat nog minder dan tien procent.

Dat zal iets kosten. Daarom stemde het parlement ook op de Joint Undertaking. Dat is in essentie een voorstel voor een aanpassing van het Horizon Europe-programma dat ervoor moet zorgen dat er ook effectief enkele miljarden ter beschikking staan om de Chips Act mee vorm te geven.

500 miljard, 43 miljard of 3 miljard euro?

De European Chips Act verschijnt intussen al meer dan een jaar af en toe in het nieuws. Onder andere commissievoorzitter Ursula von der Leyen prees het initiatief al aan. In de eerste communicatie errond was er sprake van een investering van 43 miljard euro, die hopelijk op zijn beurt extra geld vanuit de industrie zou losweken. Dat is best wat geld, al is het volgens sommige specialisten uit de chipsector maar een fractie van wat de EU echt nodig heeft om twintig procent van het chipslaken naar zich toe te trekken. Kurt Sievers, CEO van NXP Semiconductors, liet vorig jaar nog optekenen dat er in werkelijkheid ongeveer 500 miljard euro nodig is om het doel te bereiken.

lees ook

EU wil 43 miljard euro investeren in European Chips Act tegen 2030

In het parlement zijn de voorstellen rond de Chips Act en de Joint Undertaking met overschot goedgekeurd, maar wanneer we kijken wat daar echt instaat, verliest het hele verhaal het gros van zijn pluimen. De fondsen waarover momenteel gediscussieerd wordt, benaderen zelfs niet bijna de 43 miljard waarvan eerst sprake was. Momenteel bikkelen de Europese instanties over de allocatie van amper 3,3 miljard euro voor het hele initiatief.

Beter één vogel…

“De 3,3 miljard euro is alles wat nu zeker is”, zegt Europarlementslid Tom Vandenkendelaere (CD&V). “Een deel van dat geld komt van het Horizon-programma, een ander deel van Digital Europe en een stuk hangt nog in de lucht. Als de privésector en de Europese Centrale bank zich erachter zetten, hoopt de commissie dat er een vliegwieleffect ontstaat. Het is in ieder geval beter om één vogel in de hand te hebben dan tien in de lucht. De drie miljard zijn onze enige vogel en zelfs daar is nog discussie over.”

Collega Marc Botenga (PvdA) is het daarmee eens. “Budgetgewijs is het inderdaad weinig.” Botenga onthield zich in de stemming op de Joint Undertaking, terwijl Vandenkendelaere de vogel liever niet zag wegvliegen, en het voorstel goedkeurde.

De financiering zet de geloofwaardigheid van het hele project wel op de helling. Het proces voor de bouw van een grote moderne chipfabriek van Intel in Maagdenburg kan perspectief bieden. Voor die fabriek won Duitsland een robbertje subsidieverleiding van andere EU-lidstaten met de uiteindelijke belofte om 6,8 miljard euro te voorzien om de bouw van de site te sponsoren. De kostprijs daarvan werd destijds geraamd op zeventien miljard euro maar een halve recessie en een Europese oorlog zijn niet top voor de kostprijs van dergelijke dingen.

Twintig miljard euro is de nieuwe schatting, dus drukte Intel de pauzeknop in tot Duitsland met 3,2 miljard euro extra subsidies over de brug komt. Dat gevraagde extra subsidiebedrag vertegenwoordigt dan één derde van de benodigde subsidies voor de bouw van een enkele site van Intel. De EU bikkelt nu over een evenwaardig bedrag voor de sponsoring van een initiatief dat de Europese productiecapaciteit moet verdubbelen.

Buikdansen op Ketnet

Vandenkendelaere bevestigt het probleem. “3,3 miljard euro is veel te weinig en stelt ons helemaal niet in staat om er aan te beginnen.” Kunnen we met de Chips Act dan wel spreken van het begin van een degelijk competitiviteitsbeleid? De EU zal ermee ten strijde moeten trekken tegen gelijkaardige, maar stevig gefinancierde plannen van de VS. Hij denkt het niet: “Dit is een soort Ketnet-competitiviteitsbeleid. Om echt concurrentieel te zijn, moeten we uit een ander vaatje tappen. Er is veel meer nodig om mee te strijden om de grote knikkers.”

Dit is een soort Ketnet-competitiviteitsbeleid.

Tom Vandenkendelaere (CD&V)

Dan rijst nog de vraag naar de precieze plannen met het geld. Dient het om subsidie-oorlogen te winnen met andere regio’s in de wereld, dan staan we er niet goed op. “We moeten oppassen dat we niet buikdansen voor de gunsten van bepaalde bedrijven”, vindt Botenga. “Dat gaan we niet winnen.”

Meer dan geld alleen

Toch hoeft ook een ondermaats gefinancierde Chips Act geen maat voor niets te worden. De regelgeving waarover Parlement en Europese Raad nu onderhandelen, zal zorgen voor een raamwerk voor toekomstige samenwerking onder de lidstaten. “Het is positief dat er initiatief wordt genomen”, merkt Vandenkendelaere op. “Intel Maagdenburg toont dat zonder de EU iedereen in een nationale kramp schiet. De structuur van de Chips Act laat ons toe om dat nationale niveau Europees te overstijgen.” Ook internationaal zijn er mogelijkheden om aan een soort van chipsdiplomatie te gaan doen, al is maar de vraag hoeveel gewicht de EU zich daar kan toekennen.

Voor de stemming liet het parlement zijn licht nog schijnen over enkele belangrijke bepalingen van de Chips Act. De commissie wilde een sterk mechanisme voor marktinterventie waarbij de EU best veel macht heeft om in te grijpen en bijvoorbeeld prioritaire bestellingen te plaatsen. Het parlement zwakt dat nu af en stelt voor om een overlegorgaan uit te bouwen waarin ook de industrie zetelt, omdat het als externe partij niet eenvoudig zal zijn om eventuele problemen te deduceren. Preventie van problemen en monitoring staan in het voorstel centraal, met marktinterventie pas als ultieme laatste mogelijkheid.

“Het voorstel van het parlement is een groot probleem”, vindt Botenga. Hij is in tegenstelling tot Vandenkendelaere van mening dat de EU zich wel meer slagkracht moet permitteren inzake marktinterventie, niet in het minst omdat de VS in het geval van een crisis zich dergelijke macht wel toe-eigent.

Op naar een raamwerk

Verder bepaalt de Chips Act dat er stimulansen komen voor zogenaamde first of a kind facilities. De definitie daarvan werd lakser gemaakt, zodat bedrijven die misschien niet innovatief zijn op wereldniveau maar wel een innovatieve insteek hanteren zoals duurzaamheid, ook kunnen profiteren.

De goedkeuring van beide teksten door het Europees Parlement is een belangrijke horde. Nu starten de onderhandelingen van de Europese Raad en daar zal volgens Vandenkendelaere wel wat haast achter zitten. “De Zweden willen het proces onder hun voorzitterschap kunnen afronden”, licht hij toe.

Wat de uitbouw van een raamwerk betreft zitten we goed, de ambitie op papier wordt almaar concreter en verschillende basisprincipes lijken erg relevant. De vraag is maar hoeveel dat waard is als het hele plan zwaar ondergefinancierd blijft.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.