DDR5-geheugenmodules zullen nog tot de tweede helft van 2022 een zeldzaamheid blijven. Net als andere hardware die op microchips vertrouwt, hakt een tekort in op het aanbod.
Intel lanceerde met Alder Lake ’s werelds eerste chip die overweg kunnen met de nieuwe en snellere DDR5-geheugenstandaard. Wie een Alder Lake-systeem wil uitrusten met DDR5, gaat echter een moeilijke uitdaging aan. Een ontoereikend aanbod maakt DDR5-geheugen zeldzamer en duurder dan gepland.
Te weinig controllers
Het probleem ligt niet bij het flash-geheugen zelf. DDR5-geheugenchips rollen in voldoende grote getallen van de band. De nieuwe geheugenstandaard vereist echter meer dan alleen flashgeheugen op de DDR5-modules. Ook stroom- en voltageregulatie gebeurt op de geheugenmodule zelf. Dat is een groot verschil met eerdere implementaties van de DDR-standaard, waar het moederbord die taak voor zijn rekening nam.
lees ook
Waarom het chiptekort maar blijft voortduren
De controllers voor stroom en voltage zijn echter wel een zeldzaamheid. Daardoor kunnen fabrikanten hun DDR5-modules niet afwerken en ontstaat er een tekort op de markt. “De vraag naar DDR5-producten is significant hoger dan het aanbod omwille van tekorten in niet-geheugen-componenten, die een impact hebben op de mogelijkheid van fabrikanten om DDR5-modules te bouwen”, zegt Sanjay Mehrotra, CEO van Micron, daarover in een earnings call.
Geduld
De tekorten zullen naar alle waarschijnlijkheid nog tot de helft van 2022 aanhouden. Pas dan zou de DDR5-productie echt op dreef komen. Zo blijft het moeilijk om computers met de modernste componenten in elkaar te vijzen. Ook voor andere hardware zoals grafische kaarten heerst er bovendien nog een tekort.