De hot patch-functionaliteit voor Windows Server kost binnenkort geld. Microsoft wil 1,5 dollar per kern aanrekenen voor updates zonder herstart voor servers die niet in Azure draaien.
Hot patch-functionaliteit voor Windows Server 2025 blijft niet gratis. Hot patches zijn updates die je kan installeren zonder dat je de server moet herstarten. Microsoft introduceerde de capaciteit voor Windows Server eind september vorig jaar als preview. Begin deze maand kwam de functionaliteit ook naar Windows 11. Met hot patches daalt het aantal noodzakelijke reboots naar één per kwartaal.
Dat bespaart beheerders tijd en bedrijven dus geld, zo redeneert Microsoft. Daarom krijgt de hot patch-capaciteit voor Windows Server 2025 binnenkort een prijskaartje. Vanaf 1 juli 2025 betalen organisaties 1,5 dollar per maand per kern. Voor grote IT-omgevingen kan de kostprijs zo snel oplopen, maar Microsoft vindt dat de verbeterde ervaring de prijs waard is.
Voordeel voor Azure
Het valt op dat de maandelijkse kost enkel wordt aangerekend voor wie Windows 2025 Standard of Datacenter draait buiten Microsoft Azure. Klanten die servers binnen Azure draaien, worden vrijgesteld van de prijsverhoging.
Dat klinkt op z’n zachtst gezegd als een interessante strategie. Microsoft ligt binnen de EU al geruime tijd onder vuur voor mogelijk oneerlijke praktijken inzake de concurrentie met Azure. Zo zet Microsoft andere cloudproviders buiten spel door korting te geven op eigen software wanneer die gebundeld is met Azure. Deze hot patching-dienst is opnieuw een service die beschikbaar is met korting, exclusief binnen Azure.
Het blijft natuurlijk een optie om hot patchen uit te schakelen. Dat moet je doen voor 30 juni indien je de licentiekost voor de dienst wil vermijden. Voorlopig is hot patching voor Windows 11 Enterprise niet gekoppeld aan een extra kost.