Ons land heeft maar weinig onafhankelijke spelers op het gebied van colocatiedatacenters. Bovendien is duurzaamheid geen zichtbare prioriteit. Dat stelt het BIPT vast.
In ons land zijn er maar twaalf ondernemingen die colocatiedatacenters uitbaten. In totaal hebben zij slechts 24 gebouwen. Amper drie spelers hebben 75 procent van het marktaandeel in handen. Dat stelt het BIPT vast na een eigen studie. In vergelijking met onze buurlanden is de markt voor colocatie eerder klein. Het BIPT stelt wel vast dat de markt het laatste anderhalf jaar sterk gegroeid is en heel dynamisch blijft, met nieuwe spelers die hun intrede doen.
Interconnectiviteit troef
Colocatiedatacenters in België concurreren met elkaar door uit te pakken met hun connectiviteit met andere spelers, internetknooppunten internationale concurrenten. Op het vlak van veiligheid speelt iedereen op hoog niveau. Het is nergens mogelijk om zomaar het datacenter te betreden en ieder datacenter is gewapend tegen stroomstoringen. Logisch, aangezien redundantie een minimumvereiste is voor zowat alle ondernemingen.
Het BIPT stelt wel vast dat Belgische spelers maar weinig bezig zijn met duurzaamheid in vergelijking met buitenlandse concurrenten. De meesten kopen wel groene stroom in, maar slechts twee wekken een deel van hun stroombehoefte ook zelf op. De intentie om beter te doen, leeft wel. Datacenters verbruiken ook notoir veel water. Op de vraag hoe colocatiespecialisten daarmee omgaan, kreeg het BIPT vrijwel geen antwoord. In Nederland en Duitsland is het duurzaamheidsaspect wel een belangrijke differentiator.