De miljardenomzet van Nvidia is voor een groot stuk afkomstig van de verkoop van de krachtige Hopper H100-accelerators van het bedrijf. Daarvan versleet Nvidia er afgelopen kwartaal een half miljoen.
Nvidia’s focus op AI vertaalt zich naar een miljardenomzet, waarbij de AI- en datacentertak goed was voor een omzet van 14,7 miljard dollar, vergeleken met de 2,86 miljard dollar van het nochtans ook gezonde gaming-segment. Drijven kracht achter die winst zijn de krachtige AI-accelerators en niet in het minst de Hopper H100 en Ampere A100, waarvan Nvidia er in Q3 alleen ongeveer een half miljoen kon verkopen. Dat blijkt uit cijfers van Omdia.
De grootste afnemers zouden Meta en Microsoft zijn, die ieders zo’n 150.000 H100-GPU’s kochten om de eigen honger naar hardware te stillen. Oracle, Google, Amazon en Tencent kochten er ieders ook 50.000, goed voor nog eens 20.000 exemplaren. En dan zijn er nog de iets kleinere klanten. Het valt op dat cloud-hyperscalers hun winkelkarretjes kunnen vullen, maar fabrikanten van servers achterblijven. Zij hebben het naar verluidt moeilijk om aan voldoende chips te raken voor hun aanbod.
Oude chips blijven populair
De lancering van de nieuwere Hopper H200 zal de honger naar de H100 vermoedelijk niet doen verdwijnen. De oudere Nvidia A100 blijft immers ook gigantisch. Ook voor het komende kwartaal gaat Omdia ervan uit dat de H100 en A100 samen goed zullen zijn voor meer dan een half miljoen verkochte units. Wie vandaag één van beide modellen wil bestellen, moet rekenen op levertijden die kunnen oplopen tot een jaar. Die lange wachttijd bestaat ondanks de geoliede toeleveringsketen en opgeschaalde productiecapaciteit van Nvidia.
Op dit moment is een H100-productielijn vergelijkbaar met een geldprintmachine voor Nvidia. Uit eerdere berekeningen bleek dat Nvidia tienduizenden euro’s winst maakt per verkochte H100-GPU. Dat geld verdwijnt natuurlijk voor een groot stuk opnieuw in R&D en het ontwerp van de H100 zelf was evenmin gratis, maar ga er gerust vanuit dat CEO Jensen Huang deze winter de verwarming een graadje hoger kan zetten, en er tussen de boterhammen plaats is voor kwalitatieve belegen kaas.