Op ISC zorgen krachtige processors en accelerators voor een broeierig klimaat. Gigabyte neemt de verkoeling voor zijn rekening. Immersiekoeling was vorig jaar nog een boeiende nieuwigheid, maar schopt het dit jaar al tot onderdeel van een one-stop-shop-oplossing.
AI is hot, en de servers die training van AI-modellen mogelijk maken zijn dat ook. Dat mag je letterlijk nemen. “Krachtige accelerators hebben vandaag al een Thermal Design Power (TDP) van 350 watt tot wel 400 watt”, zegt Thomas Yen van Giga Computing op de ISC High Performance-beurs in Hamburg.
Giga Computing
Yen en zijn team staan op ISC om de HPC-servers van het bedrijf in de verf te zetten, net als de nieuwe naam: Giga Computing. Gigabyte blijft wel bovenaan pronken op de branding. “Giga Computing is een onderdeel van Gigabyte”, verduidelijkt Yen. “Het nieuwe bedrijf geeft ons de mogelijkheid om beter te focussen op onze markt, maar blijft functioneren als deel van de Gigabyte-groep.”
Giga Computing is vandaag verantwoordelijk voor het design van de nieuwste krachtige HPC-servers waarop het Gigabyte-logo prijkt. “We werken samen met tal van partners, waaronder Nvidia, AMD en Intel, om krachtige oplossingen naar de markt te brengen”, gaat hij verder. “We proberen daar aan het voorfront van de innovatie te staan, en nieuwe servers klaar te hebben nog voor er een grote vraag is bij klanten.”
“We staan op ISC om onze nieuwste innovaties aan klanten voor te stellen”, gaat Yen verder. HPC is een steeds competitiever veld. Hoewel Gigabyte en Giga Computing geen nieuwkomers zijn, kan het toch geen kwaad om visueel uit te pakken met de hardware. Het bedrijf heeft immers al sinds de jaren ‘90 ervaring met de bouw van servers voor derden, maar stapt pas sinds enkele jaren onder eigen naam met high-end hardware naar de markt.
Dicht en warm
Om aan het voorfront van innovatie te blijven, stopt Gigabyte heel wat accelerators in één server. Die hoge dichtheid komt met een prijs: de dingen worden warm. Ook zonder al te veel accelerators zijn servers hete brokken: de CPU’s van AMD en zeker Intel zijn alleen al verantwoordelijk voor evenveel warmtegeneratie als een bescheiden kachel.
Voor heel wat servers betekent dat efficiënte luchtkoeling. Traditionele koeling volstaat ook vandaag nog om de temperatuur van hardware binnen de perken te houden. Bovendien zijn datacenters gebouwd met luchtkoeling in het achterhoofd. Met warmere hardware in het vooruitzicht, en energie-efficiëntie in het achterhoofd, worden alternatieven echter noodzakelijk.
Ondergedompeld
Op de stand van Gigabyte prijken dit jaar tal van stevige luchtgekoelde servers met verschillende configuraties. In de spotlights staat echter een eigen oplossing voor immersiekoeling. “We weten dat servers in de toekomst warmer en warmer zullen worden”, zegt Yen. Gigabyte gelooft in die technologie om de servers van morgen fris te houden. “Het doel is om met de koeling de prestatie van CPU en GPU in de server te maximaliseren.”
Immersiekoeling is een techniek waarbij servers worden ondergedompeld in een speciale vloeistof. Die ziet eruit als olie. “Maar noem het vooral geen olie”, zegt Carlo Landmeter, Field Application Engineer bij Gigabyte. “De vloeistof heeft wel een iets hogere viscositeit, en is vooral niet elektrisch geleidend. Bovendien is ze niet schadelijk.” De enkelfasige immersiekoeling van Gigabyte maakt gebruik van een diëlektrische vloeistof, ontwikkeld door Shell.
Het toestel zelf heeft het formaat van een grote diepvriesbak met daarnaast een kleinere koelkast. In de bak wordt de vloeistof rondgepompt. Warme vloeistof passeert een warmtewisselaar (de kleine ijskast), waar de hitte wordt onttrokken. Dat kan bijvoorbeeld met water, dat is aangesloten op een groter koelsysteem op maat van een datacenter. De vloeistof neemt warmte beter weg dan lucht, waardoor de servers in de bak fris blijven.
Totale controle
Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want de ene server is de andere niet. Vloeistof stroomt bijvoorbeeld vrijer langs een server met minder componenten, dan een exemplaar met meerdere accelerators op elkaar gepakt. Zeker wanneer servers met verschillende specificaties een bak delen, speelt dat een rol. Gigabyte werpt zich tijdens ISC op als specialist ter zake.
Slechts twee procent van de totale energiekost voor de servers gaat naar de koeling
Daar zijn goede redenen voor. Als hardwarebouwer heeft Gigabyte immers controle over de eigen servers en hun thermische eigenschappen. Verder kan het bedrijf zich zo opwerpen als een one-stop-shop voor krachtige servers met immersiekoeling. Klanten kunnen kiezen voor de totaaloplossing, met alle voordelen die daarbij horen. De belangrijkste is de knappe PUE van 1,02, wat betekent dat slechts twee procent van de totale energiekost om servers draaiende te houden binnen de oplossing, naar de eigenlijke koeling gaat.
Snelle ontwikkeling
Met de eigen oplossing voor immersiekoeling toont Gigabyte dat het mee aan het voorfront van de technologische ontwikkeling staat. Dat betekent niet dat alle Gigabyte-servers morgen de vloeistofbak in vliegen. Het gros van de servers van de fabrikant vertrouwt wel degelijk op traditionele luchtkoeling en ook klassieke vloeistofkoeling via warmtewisselaars speelt nog een belangrijke rol.
Op ISC valt desalniettemin de snelheid van de ontwikkeling op. Vorig jaar prees Gigabyte immersiekoeling nog aan met de hulp van partners, maar vandaag heeft het bedrijf de ontwikkeling naar zich toe getrokken. Zo zullen Gigabyte en Giga Computing mee aan de wieg staan van de onvermijdelijke doorbraak van de technologie.
Dit is een redactionele bijdrage in samenwerking met Gigabyte / Giga Computing.