Oracle zit met een perceptieprobleem. Hoewel het bedrijf aan de wieg stond van opensource en met name Linux, heeft het de naam om gesloten en oubollig te zijn. Met een daadkrachtig offensief wil het bedrijf tonen dat openheid wel degelijk in het Oracle-DNA zit.
De naam Oracle wordt vandaag niet meteen geassocieerd met openheid. Daar windt ook Bob Quillin, VP voor ontwikkelaarsrelaties bij Oracle Cloud Infrastructure, geen doekjes om. Tijdens een gesprek met Techzine in de marge van KubeCon in Barcelona, doet hij uit de doeken hoe het bedrijf het vertrouwen van de opensource-gemeenschap wil terugwinnen.
Perceptieprobleem
Ergens is het frappant dat het zo ver is gekomen. In 1998 hoorde Oracle immers samen met onder andere IBM tot de eerste bedrijven die Linux ondersteunde. Sinds 2010 is Sun Microsystems dan weer een onderdeel van het bedrijf, waardoor Java-ontwikkeling deel maakt van de Oracle-geschiedenis. De jaren daarna ging het echter de verkeerde kant op. Zo zorgde Oracles ambitie om MySQL te commercialiseren voor angst in de opensource-community en bouwde de IT-specialist een naam voor zichzelf als relatief gesloten bedrijf. Of dat terecht is, laten we in het midden. Wat wel vast staat, is dat het bedrijf opensource-geloofwaardigheid heeft verloren. Die wil het vandaag terugwinnen.
Daarom is Oracle aanwezig op events zoals KubeCon en CloudnativeCon als één van de hoofdsponsors. Met sponsoring alleen koop je echter geen enthousiasme bij ontwikkelaars. “De opensource-community is gebaseerd op vertrouwen. Je zomaar even inkopen met een pak geld werkt niet.” Die reactie horen we bij verschillende aanwezigen op de conferentie, waarbij ze duidelijk alluderen naar hun perceptie van de aanpak van Oracle.
Bijdragen
“Dat is een flauwe en gemakkelijke manier om Oracle aan te vallen”, zegt Quillin, die het argument duidelijk niet voor het eerst hoort. Hij beseft dat er werk aan de winkel is. “We moeten de mensen van gedacht doen veranderen en bewijzen dat we het menen. The proof is in the pudding.” Daarom investeert Oracle naar eigen zeggen sterk in de opensource-gemeenschap. Op de conferentie kondigt het bedrijf verschillende opensource-projecten. Zo is er Cern Openlab om weblogic-servers op Kubernetes te draaien en Fn als open framework voor serverless computing. Quillin: “Met Fn werken we mee aan één van de weinige open frameworks die momenteel bestaan.”
“Met Fn werken we mee aan één van de weinige open frameworks die momenteel bestaan.”
De organisatie beseft waar de sterktes liggen: compliance en governance. Oracle-ontwikkelaars proberen die kennis upstream bij te dragen aan belangrijke projecten. Verder zet het bedrijf sterk in op samenwerkingen met start-ups. Hiermee hoopt bedrijf van zijn soms oubollige imago af te raken. “Open zijn is deel van de fundering van een cloud native-aanpak”, weet Quillin. “Open en multicloud gaan hand in hand.”
Oracle als partner
Om een belangrijke rol te spelen in de cloud native-toekomst, is het bijgevolg erg belangrijk voor Oracle om zich opnieuw te profileren als open onderneming. Heel de cloud-business van het bedrijf is gestoeld op het feit dat ondernemingen Oracle moeten zien als een moderne multicloud-partner. Ook daar heeft het bedrijf terrein goed te maken. Oracle bouwde zijn cloud-aanbod immers later uit dan de concurrentie. Quillin ziet dat als een voordeel: “De ingenieurs die de eerste generatie clouds uittekenden, leerden uit hun fouten en staken daar heel wat van op. We trokken die mensen aan om onze cloud-offering uit te bouwen. Ik zie de Oracle Cloud dan ook als infrastructuur van de tweede generatie.”
Oracle bouwde zijn cloud-aanbod immers later uit dan de concurrentie.
Intussen maakt Quillin de ronde terwijl Oracle-ontwikkelaars bijdragen aan relevante projecten. “We moeten ons laten gelden in de opensource-gemeenschap, en trots naar buiten komen met wat we doen”, weet de VP. “Enkel door te doen, veranderen we mensen van gedacht.” Quillin is een nuchtere man die weet wat moet er moet gebeuren en beseft dat er geen binnenwegen zijn. Hij is niet blind voor de tekortkomingen van Oracle in het verleden.
Achterstand en AWS
“We moeten zelf laten zien wat we waard zijn, en daarbij niet inhakken op anderen”, zegt hij nog in navolging van het ‘inkoop’-argument. We hopen dat Quillin snel op de koffie mag bij CTO Larry Ellison, die vooralsnog een omgekeerde aanpak hanteert en naar ons gevoel niet meteen bijdraagt aan de perceptiestrijd die Quillin voert. Ellison maakt er een gewoonte van om in te hakken op concurrenten, met name AWS.
Onlogisch is dat niet. Quillin kan het ‘infrastructuur van de tweede generatie’ noemen, maar je kan ook gewoon stellen dat Oracle met dank aan onder andere Ellison veel te laat het belang van de cloud heeft ingezien. Heel het opensource-verhaal speelt zich af in de marge van die realiteit: Oracle heeft zoveel mogelijk goodwill nodig. Het bedrijf heeft die liefde meer dan nodig om zich geloofwaardig te positioneren tegenover Google, Amazon en Microsoft.
Gerelateerd: Van opensource naar winst: waar je het verschil kan maken