België hinkt ten opzichte van de rest van Europa flink achterop in de uitrol van glasvezel tot in het bedrijf of in het huis. Tegelijk zit ons land in de top wat toegang tot ‘ultrasnel’ breedbandinternet betreft.
Dat blijkt uit de recentste Digital Economy and Society Index (DESI) van de Europese Unie. De DESI is een index met relevante indicatoren die de digitale prestaties van Europa samenvatten en de evolutie van de individuele lidstaten in kaart brengen. Connectiviteit is daarbij à©à©n van zes grote thema’s.
Europa heeft met zijn Digitale Agenda de doelstelling vooropgesteld dat elke EU-burger tegen 2020 toegang heeft tot snel breedbandinternet (> 30 Mbps). Daar is het goed naar op weg, al is er nog wat werk aan de winkel. Vandaag kan 80 procent van de Europeanen genieten van snel breedbandinternet via VDSL, kabel (Docsis 3.0) of glasvezel.
In België bedraagt de dekking van snel breedbandinternet zelfs 99 procent. Dat betekent dat nagenoeg overal minstens à©à©n technologie met een minimumsnelheid van 30 Mbps beschikbaar is. Daarmee zijn we na Malta het land met de hoogste dekkingsgraad.
Glasvezel
Ook wat ultrasnel internet betreft, zit België in de kopgroep. 97 procent van de Belgen heeft toegang tot internet met een snelheid van minstens 100 Mbps. Daarmee plaatst ons land zich ver boven het Europese gemiddelde van 57 procent en moet het alleen Malta en Nederland voor zich laten.
51,6 procent van de aansluitingen in België verloopt via kabel en 48 procent via DSL. Glasvezel (Fiber to the Premises) is virtueel afwezig in ons land, met een marktaandeel van amper 0,3 procent. Daarmee zitten we ver onder het Europese gemiddelde van 27 procent en laten we alleen Griekenland achter ons. Portugal, Letland en Litouwen staan bovenaan de lijst, met elk een dekkingsgraad van meer dan 80 procent.
Investeringen
België profiteert voorlopig nog van de hoge dekkingsgraad van kabel om de achterstand in glasvezelverbindingen voor ultrasnel internet op te vangen. De Vlaamse regering is evenwel wakker geschoten. Het bekijkt samen met de operatoren hoe ze ook voor de last-mile van hun netwerken koper door glasvezel kunnen vervangen.
Momenteel wordt nog onderzocht welke methode daarvoor het meest haalbaar is, aangezien de aanleg van glasvezel een dure zaak is. De operatoren zouden samen kunnen investeren of zelfs samenwerken met nutsvoorzieningsmaatschappijen om de werken te organiseren. Een andere piste is dat de Vlaamse overheid zelf instaat voor de aanleg.
Ondertussen zitten de operatoren zelf ook niet stil. Proximus kondigde in december 2016 een investering van 3 miljard aan om in de komende tien jaar glasvezel uit te rollen naar minstens 85 procent van de bedrijven en 50 procent van de huishoudens in België. Eerder dit jaar kreeg het daarvoor nog een lening van 400 miljoen euro van de Europese Investeringsbank.
Telenet gelooft voorlopig nog in het potentieel van de kabel en focust zich op een upgrade van zijn netwerk om in de toekomst snelheden tot 1 Gbps mogelijk te maken. In 2015 lanceerde het daarvoor de “Grote Netwerf”, een investering van 500 miljoen euro om over een periode van vijf jaar het volledige netwerk te vernieuwen.