Apple kondigt op zijn Mac-event niet één maar twee nieuwe chips aan om de transitie van Intel-chips naar eigen ARM-gebaseerde chips te versnellen. Apple M1 Pro en Apple M1 Max beloven topprestaties.
De Apple M1 Pro-chip is een stuk performanter dan de Apple M1 die je vandaag in de MacBook en iMac terugvindt. De chip heeft een geheugenbandbreedte van 200 MB/s, drie keer meer dan zijn voorganger. In totaal is er plaats voor maximaal 32 GB LPDDR5 RAM. Dat geheugen is gemeenschappelijk voor de CPU- en GPU-chiplets. De chip krijgt maximaal 10 processorkernen mee en 16 grafische kernen. Dat alles wordt gebakken op het 5 nm-procedé van TSMC.
Wie nog meer wenst, kan terecht bij de Apple M1 Max. Daarmee verdubbelt Apple de geheugenbandbreedte naar 400 GB/s. De chip ondersteunt tot 64 GB LPDDR5 RAM (opnieuw voor CPU en GPU tezamen). De processor heeft net als de Apple M1 Pro maximaal 10 rekenkernen, maar het zijn de grafische kernen die een flinke boost krijgen naar 32. Volgens Apple moet de chip vier keer beter presteren dan de huidige Apple M1-chip wat betreft grafische prestaties. Net als de Apple M1 Pro wordt ook de Apple M1 Max op 5 nanometer gebakken.
Vergelijking met Intel
Apple claimt dat de chip sneller en efficiënter is dan alle alternatieven op de markt. Omdat Apple de ARM-architectuur gebruikt en Intel en AMD x86 omarmen, is een rechtstreekse vergelijking echter moeilijk en zeggen de niet geannoteerde grafieken tijdens de presentatie weinig. Extrapoleren we wat we weten van de gewone M1, dan lijkt het er wel op dat de M1 Max en de M1 Pro inderdaad te duchten concurrenten zijn voor de klassieke chips. Dat moet ook, aangezien Apple ten laatste tegen eind 2022 elke Mac wil overschakelen van Intel-chips naar eigen ARM-gebaseerde chips.
Tijdens hetzelfde event kondigde Apple ook de langverwachte nieuwe MacBook Pro aan. Het toestel is beschikbaar in twee formaten, 14-inch en 16-inch, en is configureerbaar met zowel de Apple M1 Pro als de Apple M1 Max.