Microsoft ziet onderwater gelegen serverparken als onderdeel van zijn toekomststrategie wat betreft datacenters. De softwarereus experimenteert sinds 2016 met onderwaterservers voor de kust van Californië en Schotland. Dit maakte Satya Nadella, CEO van Microsoft, bekend tijdens de Microsoft Future Decoded conferentie in London.
De softwarereus besloot in 2013 om met het zogeheten ‘Project Natick‘ de piste van onderzeese datacenters op te onderzoeken. Twee jaar later werd een eerste prototype geïnstalleerd in de Stille Oceaan, voor de kust van Californië. De drie meter lange capsule, die werd genoemd naar Halo-personage Leona Philpot, zat volgestouwd met servers en bleef 100 dagen onder water op een diepte van een kleine 10 meter.
Volgens Nadella woont ongeveer de helft van de wereldbevolking binnen een straal van 120 mijl (193 kilometer) van de kust. Door servers in de oceaan te plaatsen, bevinden deze zich dichter in de buurt van woongebieden, wat zorgt voor lagere latencies. Deze zijn met name van belang voor real-time services, waaronder de Xcloud-game streaming-service, die de softwarereus op korte termijn wil lanceren.
korte time-to-market
Een ander voordeel is volgens de CEO de snelheid waarmee dit type server kan worden ingezet. Onderwaterservers maken het bouwen van uit steen en klei opgetrokken datacenters overbodig.
Zo zou volgens Nadella het serverpark voor de Schotse kust binnen slechts negentig dagen in gebruik zijn genomen. Deze kortere time-to-market betekent dat het bedrijf reactief kan zijn en op verzoek extra servercapaciteit kan toevoegen in de buurt van waar het nodig is. Dit in tegenstelling tot op land-gebaseerde datacenters, waar het nattevingerwerk is om in te schatten wat de toekomstige vraag zal zijn en dus hoe groot een site moet zijn.
Duurzame oplossing
De onderwaterservers maken volgens het bedrijf gebruik van waterkoeling, waarvan het afvalwarmte in de oceaan wordt gestort. De afgedichte units worden naar eigen zeggen vijf jaar gebruikt, waarna deze naar de oppervlakte worden gehaald en vervangen.
Het Schotse onderwater-serverpark maakt gebruik van wind energie afkomstig van de nabijgelegen Orkney-eilanden. Een naar eigen zeggen 100 procent duurzame oplossing. Microsoft sluit het niet uit dat op den duur offshore datacenters gekoppeld kunnen worden aan offshore windparken, gezien de kosten van offshore windopwekking blijven dalen.