Met de nodige vertraging werken Intel en HPE de Amerikaanse supercomputer Aurora af. Dat HPC-systeem wordt de eerste exascale-installatie op basis van Intel-hardware.
De laatste van de 10.624 blades is vastgeklikt in het rack en daarmee finaliseren HPE en Intel de bouw van de Aurora-supercomputer in het Argonne National Laboratory in de VS. Die bouw liep niet van een leien dakje. Aurora liep zoveel vertraging op dat ’s werelds eerste exascale-systeem intussen al een tijdje online is. Die computer heet Frontier, en is gebouwd rond AMD-processors. Aurora wordt de eerste supercomputer met een rekenkracht van meer dan één exaflops op basis van Intel-CPU’s.
Specificaties
Aurora heeft 63.744 Data Center GPU Max-accelerators aan boord, gecombineerd met 21.248 Intel Xeon CPU Max-processors. Dat zijn krachtige niche-chips die Intel eind vorig jaar lanceerde. De unieke architectuur met tienduizenden accelerators maakt van Aurora ’s werelds grootste GPU-cluster.
Het HPC-systeem heeft nog meer dan 1.000 opslagnodes, goed voor 220 PB aan capaciteit met een bandbreedte van 31 TB per seconde. HPE’s Slingshot-fabric doet dienst als lijm.
Nog niet in dienst
Het einde van de bouw van Aurora betekent nog niet dat de computer in dienst is. Dat zou echter niet meer zo lang duren. Voor het einde van het jaar verwacht Intel dat het systeem klaar is voor piekprestaties. Die zouden meteen goed zijn voor een rekenkracht van twee exaflops, wat van Aurora de snelste supercomputer ter wereld zou maken.
De vraag is nu of Intel en HPE die deadline zullen halen en vooral of Aurora dan ook meteen praktisch bruikbaar zal zijn. Frontier kon records breken, maar het systeem van ongeziene kracht kampte daarna nog met veel kinderziektes en kon geen volledige dag draaien zonder te crashen. Aurora berust op een totaal andere architectuur, die echter niet minder experimenteel is.