IBM stelt een nieuw plan voor die het bedrijf klaarstoomt voor een nieuw tijdperk van grootschalige en praktische kwantumcomputers. Een 4.000 qubit chip is het einddoel en dit hoopt het bedrijf te halen tegen 2025.
In de roadmap staan verschillende doelstellingen beschreven die ergens tussen nu en 2025 te behalen zijn. In het algemeen bestaat het plan eruit nieuwe modulare architecturen en netwerksystemen te ontwerpen om krachtigere quantumprocessors te ondersteunen.
Tegelijk sleutels het bedrijf aan een intelligente softwarelaag die quantumworkloads efficiënter moet kunnen behandelen.
Eagle geeft hoop
De kwantumprocessor Eagle die IBM eind 2021 introduceerde laat zien dat het bedrijf serieus omgaat met zijn plannen. Eagle is een 127 qubit chip. Hoewel het aantal qubits nog flink omhoog moet gaan voor de nieuwe plannen, legde de chip wel de basis voor nieuwe kwantumprocessors. IBM heeft de kennis dus in huis.
lees ook
IBM brengt kwantumprocessor die niet te simuleren valt met klassieke supercomputers
Eind dit jaar stelt het bedrijf voorop een 433 qubit chip te lanceren onder de naam Osprey. De grens van 1.000 qubits zou overschreden worden in 2023 met Condor.
Kennis uitbreiden
De tussenstops dienen er allemaal voor om uiteindelijk de kennis en ervaring te hebben om in 2025 de 4.000 qubit chip Kookaburra uit te brengen. Verbeterede technieken voor foutbeperking en intelligente toewijzing van werklast door een combinatie van klassieke rekenbronnen met kwantumprocessors in te zetten, moeten daarvoor bedacht worden.
Daarnaast werkt het bedrijf uit hoe het meerdere kwantumchips nauw met elkaar kan verbinden om een grote chip te bouwen. Tot slot zullen kwantumcommunicatieverbindingen ontwikkeld worden om de chips te koppelen.
lees ook
Microsoft vindt doorbraak in eigen kwantumcomputer
Software uitdagingen
Al blijven de uitdagingen niet beperkt tot de hardware. Op vlak van software wordt IBM Qiskit Runtime ontwikkeld. In 2023 worden Quantum Serverless-mogelijkheden toegevoegd aan de kwantum computing-software van het bedrijf. Ontwikkelaars zullen daardoor eenvoudig kunnen wisselen tussen klassieke rekenkracht en kwantumcomputerbronnen.