In Zellik is de eerste steen gelegd van het Uptime Tier III datacenter op het Green Energy Park.
VUB-rector Jan Danckaert en Vlaams minister Ben Weyts kregen de eer om de eerste steen te leggen van het ultramoderne datacenter. Dat vormt het hart van het Green Energy Park om tegen 2030 volledig CO2-neutraal te zijn. De bouw en ontwikkeling van het datacenter zijn in handen van Ghelamco.
Gezamenlijk project
Het Green Energy Park, kortweg GEP, is een project van de Vrije Universiteit Brussel en het Universitair Ziekenhuis Brussel. Op de campus in het Researchpark van Zellik zullen de VUB, UZ Brussel en andere organisaties de focus leggen op vier domeinen: Energie-en mobiliteitstransitie, ziekenhuis van de toekomst, slimme regio’s en AI en biotechnologie. Het Green Energy Park wil met de campus als grootschalige proeftuin een brug slaan tussen onderzoek, innovatie, realisatie en exploitatie.
Het nieuwe datacenter is het eerste duurzame center in België. Het gebruikt 100 procent groene energie, die deels is opgewekt op het terrein. “De focus ligt op maximale energie-efficiëntie. Dat doen we onder andere door warmte van de servers te recupereren en het regenwater te gebruiken voor koeling. Daarnaast is het gebouw ook circulair ingericht, zodat we materialen kunnen hergebruiken, het gebruik van ruwe materialen en afval tot een minimum beperken”, zegt GEP General Manager Jimmy Van Moer.
lees ook
Een datacenter als informatiebatterij: hoe werkt dat?
Plaats voor supercomputers
Het nieuwe datacenter verbruikt evenveel energie als het teruggeeft. Daarmee is het een sleutelfactor in de doelstelling om het GEP tegen 2030 CO2-neutraal te maken. Het Green Energy Park is opgericht in 2019 en moet een grootschalig lab zijn waar bedrijven, onderzoekinstellingen, overheden en andere gebruikers samen werken aan creatie en innovatie.
Het datacenter zal niet alleen de servers van UZ Brussel en VUB huisvesten. Er is plaats voor de nieuwste generatie aan supercomputers. Naast onderwijs-, zorg- en overheidsinstellingen zullen ook bedrijven uit binnen en buitenland hun servers in het datacenter kwijt kunnen.