Prefab of zelf bouwen: wat is de toekomst van het datacenter?

datacenters

Prefab datacenters winnen terrein, maar experts twijfelen over de schaalbaarheid.

De vraag naar datacentercapaciteit blijft stijgen, en fabrikanten spelen daarop in met modulaire, prefab oplossingen die snellere installaties beloven. Dat bespaart tijd en kosten: volgens Vertiv kunnen deze installaties tot 85 procent sneller verlopen.

Plug-and-play

Vertiv heeft met SmartRun nieuwe modulaire infrastructuur voorgesteld. Het systeem combineert stroom, koeling en IT-apparatuur in één prefab module. Volgens Vertiv kan dit tot 85 procent tijdwinst opleveren op locatie, dankzij het plug-and-play ontwerp en het installatieproces met één lift.

De focus ligt op kant-en-klare racks die snel een bestaande datavloer kunnen opvullen, in tegenstelling tot containerachtige systemen zoals die van Schneider Electric. Schneider Electric bouwt complete prefab hallen met geïntegreerde koeling en stroomvoorziening.

Prefab of klassieke bouwmethode?

Experts zijn verdeeld over de toekomst van deze aanpak. Analisten stellen zich vragen over de beperkte schaalbaarheid. Prefab is vooral nuttig voor snel en kleinschalig gebruik, maar zou moeilijk op te schalen zijn voor grotere sites. Daardoor blijft het aandeel in de totale datacentermarkt voorlopig beperkt.

Internationale spelers, vooral uit de VS, tonen wel interesse. Standaardisatie en snelheid maken prefab aantrekkelijk voor meerdere gelijkaardige sites. In Europa blijft het zelf bouwen en inrichten van datacenters in trek.

lees ook

‘Belgische datacentermarkt kleiner en minder duurzaam dan in buurlanden’