De eerder opgelegde restricties zouden worden uitgebreid voor minder krachtige GPU’s. De VS wil China koste wat kost uit de AI-race houden.
In september 2022 besliste het Witte Huis dat GPU-leveranciers zoals Nvidia hun meest krachtige GPU’s niet meer mochten leveren aan Rusland en China. De officiële verklaring luidde dat de Verenigde Staten wil voorkomen dat politieke tegenstanders de chips kunnen inzetten in supercomputers voor militaire doeleinden, al spelen er ook economische motieven. AI is een lucratieve business en de VS wil vermijden dat China een deel van de koek krijgt.
Daarom zou Washington de in september opgelegde maatregelen nog willen aanscherpen, schrijft Wall Street Journal. Ook minder geavanceerde GPU’s zouden onder de restricties vallen, zoals de A800 en H800-reeksen van Nvidia. Voor Nvidia ( maar ook AMD) betekent dat concreet dat zij niets meer kunnen verkopen in China zonder daar expliciete toestemming voor te vragen aan de regering.
Verlies van kansen
Nvidia is daar niet tevreden mee. De restricties kosten het bedrijf heel wat centen: de Chinese markt was in 2022 goed voor 22 procent van de totale omzet. CFO Colette Kress waarschuwt dan ook dat de maatregelen ‘een permanent verlies van kansen’ zou betekenen voor de VS. Voor haar eigen bedrijf verwacht ze geen ‘onmiddellijk materieel effect’, zegt ze aan Wall Street Journal.
lees ook
Waarom Nvidia (niet te) duur is
China lijkt zich ondertussen steeds minder en minder van die handelsrestricties aan te trekken. Lokale chipmakers zoals Loongson bouwen aan hun eigen chips. Die staan nog niet op niveau van wat Nvidia, AMD en Intel kunnen, maar ze komen dichterbij. De Verenigde Staten grijpen dus elke kans aan om China een zo groot mogelijke achterstand te geven in de AI-race.