Het hooggerechtshof van de Europese Unie heeft een uitspraak gedaan tegen Meta inzake de Europese privacywetgeving.
Privacyactivist Max Schrems dienden tien jaar geleden een klacht in tegen Meta wegens het gebruik van zijn persoonlijke gegevens voor advertentiedoeleinden. Na meerdere klachten van Schrems’ kant, geeft het Europees Hof de privacyactivist nu gelijk. Meta zou de Europese privacywetgeving niet hebben nageleefd. Het bedrijf gebruikte namelijk niet verkregen persoonsgegevens voor advertentiedoeleinden. Er is nog geen vonnis of mogelijke straf bepaald, maar het Europees Hof heeft de feiten reeds vastgesteld.
Dataminimalisatie
De uitspraak komt er nadat de Oostenrijkse privacyactivist Max Schrems meerdere malen klacht indienden tegen Meta. Hij zou advertenties gericht op homomannen ontvangen op Facebook, naar aanleiding van een openbare paneldiscussie waar de seksuele geaardheid aan bod kwam. Meta zou die informatie vervolgens gebruikt hebben voor advertentiedoeleinden, wat tegen de Europese privacywetgeving is, ook wel bekend als de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De klacht heeft meer specifiek betrekking op het principe van dataminimalisatie, die vermeld staat in de AVG-privacyverordening van de EU. Volgens deze wetgeving mag Meta niet alle persoonsgegevens gebruiken om advertenties aan te bieden. Schrems stelt namelijk dat het bedrijf in de fout is gegaan omdat het specifieke persoonsgegevens, in dit geval seksuele geaardheid, gebruikte voor advertentiedoeleinden. Meta mag deze informatie bovendien niet onbeperkt bewaren.
De mogelijke straf voor Meta is nog niet bepaald, maar het bedrijf moet alvast het advertentiebeleid aanpassen. Er is nog geen vonnis, maar het Europees hof heeft wel reeds de feiten vastgesteld.