De Europese Rekenkamer is in een rapport snoeihard voor de Chips Act. Volgens de Rekenkamer zal de Chips Act de positie van de EU in de globale chipindustrie niet verbeteren.
De Chips Act ging in 2023 van kracht. Het ambitieuze plan om de chipproductie op Europese bodem op te trekken, kreeg destijds al veel kritiek. Die kritiek wordt twee jaar later bevestigd door de Europese Rekenkamer, die in een rapport een eerste balans opmaakt. Het rapport geeft de Chips Act een buis over de hele lijn.
lees ook
Imec neemt voortouw in Europees platform voor chipontwerp
Onvoldoende vooruitgang
De korte conclusie van de Rekenkamer luidt dat de EU met de Chips Act zijn doelstellingen niet zal halen. De bedoeling is om tegen 2030 twintig procent van de globale chipproductie op Europese bodem te krijgen, door de grote chipboeren naar Europa te lokken. Hoewel de Chips Act investeringen in de microchipsector op gang bracht, zit de EU ver verwijderd van zijn doelstelling.
Volgens de Europese Rekenkamer zou Europa zijn productiecapaciteit ongeveer moeten verviervoudigen om het doel van 20 procent te halen. De huidige vooruitgang is daar ver van verwijderd, omdat de productie in de regio’s met wie de Europese Unie zich vergelijkt veel sneller vooruitgaat. Zelfs de Europese Commissie voorspelt dat de EU in 2030 slechts 11,7 procent van de wereldwijde microchipindustrie zal vertegenwoordigen, wat nauwelijks beter is dan de 9,8 procent op het moment dat de Chips Act werd goedgekeurd.
Mager budget
De Europese Rekenkramer ziet meerdere problemen met de Chips Act, maar het budget is het grootste knelpunt. In totaal wordt 86 miljard euro voorzien, wat veel klinkt op papier, maar slechts een habbekrats van wat de grote chipbedrijven zelf investeren in hun fabrieken. De Amerikaanse Chip Act voorzag onder president Biden een veelvoud, al blijft van die aanpak onder de huidige president niet veel meer over.
Niet alleen is het budget ontoereikend, ook de financiering van de Chips Act is een moeilijke kwestie. De Europese Commissie beheert namelijk zelf maar vijf procent van de spaarpot, de rest moet via de lidstaten komen. De budgettaire beperkingen werden pijnlijk duidelijk toen Intel besliste zijn Duitse chipfabriek on hold te zetten, na veel vertraging en discussie over subsidies.
De Rekenkamer wijst erop dat de Commissie geen mandaat heeft om nationale investeringen op elkaar af te stemmen. Bovendien bevat de Chips Act volgens de auditors onvoldoende duidelijke doelstellingen en een gebrek aan monitoring. Daardoor is het lastig te bepalen of de investeringen goed aansluiten bij de actuele vraag naar chips.
Gedoemd te mislukken?
Daarnaast spelen andere factoren een rol die de Europese concurrentiepositie verzwakken volgens de Rekenkamer. Hoge energieprijzen, afhankelijkheid van grondstoffenimport, geopolitieke spanningen en een tekort aan gespecialiseerde arbeidskrachten vormen extra hindernissen. De Europese microchipindustrie wordt bovendien gekenmerkt door een beperkte groep grote bedrijven, waardoor het uitvallen van één project zware gevolgen kan hebben.
De Chips Act, ingevoerd in september 2023, werd ontwikkeld na de wereldwijde chiptekorten tijdens de COVID-19-pandemie. Hoewel de productiecapaciteit in Europa sinds 2013 groeide, bleef deze achter op de wereldwijde ontwikkeling, waardoor het marktaandeel van de EU gedaald is. De eerste tussentijdse evaluatie van de Chips Act wordt verwacht tegen september 2026. Of het rapport dan beter zal zijn, lijkt twijfelachtig.