Het aandeel van uitgaven voor klassieke infrastructuur neemt af ten voordele van investeringen in cloud. Binnen enkele jaren slokken service providers de markt voor het grootste deel op.
De server-infrastructuurmarkt evolueert richting de cloud. Voor de coronapandemie waren klassieke investeringen in eigen servers nog goed voor iets meer dan de helft van de omvang van de markt, maar dat aandeel neemt snel af. Dat komt omdat de cloudmarkt erg snel aandikt, volgens cijfers van IDC.
Twee soorten cloud
IDC maakt een onderscheid tussen wat het non-cloud noemt, en verschillende vormen van cloud met serviceproviders als grootste segment. Daaronder vallen hyperscalers en andere aanbieders van publieke cloudinfrastructuur. ICD noemt dat Shared Cloud.
Een tweede pijler is Dedicated Cloud. Daaronder valt hardware die in een cloudmodel wordt aangeboden, maar bijvoorbeeld on-premises of in een colocatie-datacenter staat. Denk aan Dell Apex of HPE Greenlake. Tot slot is er Non Cloud: klassieke aankopen van eigen IT-infrastructuur.
Sinds de coronapandemie groeit Shared Cloud aan sneltempo. Non-cloud zwelt ook aan, maar veel minder snel. In essentie bereikt de markt voor klassieke infrastructuur een plateau, terwijl cloud in al haar vormen groeit.
Cloud wint
Volgens de cijfers van IDC is non-cloud vandaag al maar goed voor minder dan de helft van de markt. Nextplatform extrapoleerde de cijfers van het analistenbureau en stelde vast dat Non Cloud in 2026 nog maar goed zal zijn voor amper 32,1 procent van de uitgaven van de markt.
Shared Cloud, met zijn hyperscalers en serviceproviders, zal tegen dan 48,8 procent van de totale markt opeten, met nog eens 19,1 procent voor Dedicated Cloud. Dat impliceert dat de infrastructuurmarkt alsmaar meer zal cateren aan hyperscalers die hun datacenters uitbreiden.