China wenst tegen 2025 wereldwijd een belangrijke speler te worden voor robotica-innovatie. Om die wens in vervulling te laten gaan, ontwikkelde China een vijfjarenplan. 2021 wordt dus al als het eerste jaar geteld.
In het vijfjarenplan dat China onthulde om het wereldwijde centrum voor robotica-innovatie te worden, is te lezen dat China de focus zal leggen op verbeteringen in belangrijke gebieden. Onder andere bedieningspanelen en servomotoren worden genoemd.
De voorgaande vijf jaar (2016-2020) zette de Chinese robotica-industrie een mooi gemiddeld groeipercentage van 15 procent neer. Dat maakte het Chinese Ministerie van industrie en informatietechnologie bekend. De komende vijf jaar willen zij dat gemiddelde opkrikken met 5 procent, naar een jaarlijkse gemiddelde groei van 20 procent.
China loopt achter op wereldwijd gemiddelde
Uit het ‘2021 World Robot Rapport’ blijkt in ieder geval al dat wereldwijd meer en meer industriële robots worden ingezet. In de maakindustrie ligt het gemiddelde in 2020 op 126 robots per 10.000 werknemers.
In het rapport is verder een rangschikking te vinden die aangeeft waar de meeste industriële robots per 10.000 werknemers te vinden zijn. De top drie landen situeren zich allemaal in Azië. Zuid-Korea neemt een voorsprong met 932 robots per 10.000 werknemers. De tweede plaats gaat naar Signapore waar gemiddeld 605 robots per 10.000 werknemers worden ingezet. Op de derde plaats staat Japan, waar het gemiddelde al zakt naar 390.
Daarna sluiten twee Europese landen de top vijf af. Duitsland is het meest geautomatiseerde land van Europa en staat wereldwijd op de vierde plaats met een gemiddelde van 371 robots. Zweden neemt de vijfde plaats in met gemiddeld 289 robots per 10.000 werknemers.
Het gemiddelde cijfer van China komt neer op 49 robots per 10.000 werknemers. Het land scoort daarmee onder het wereldwijde gemiddelde. Tegelijk brengt het wel mooie groeimogelijkheden met zich mee.