Zowel Intel als AMD bieden laptopfabrikanten professionele versies van hun processors aan. Er is vPro en Ryzen Pro. Wat is het verschil met klassieke chips, en wanneer heb je ze nodig?
Wat is een ‘professionele’ processor, en wanneer heb je zo’n ding nodig in een laptop? Dat is een complexe vraag, waarop het antwoord verschilt tussen Intel en AMD. Beide fabrikanten hanteren een verschillende aanpak naar componenten voor B2B-toestellen toe.
Intel
Intel maakt in de regel geen onderscheid tussen cpu’s gericht op consumenten en exemplaren gericht op zakelijk gebruik. Het portfolio van de fabrikant is opgesplitst op basis van gebruik. Zo is er de Xeon-line-up, waaronder naast chips voor servers ook die voor krachtige workstations vallen. Xeon-chips ondersteunen ECC-geheugen, wat belangrijk is in kritieke omgevingen. Deze processors zijn de facto gericht op B2B-omgevingen, maar enkel omwille van het doel dat ze voor ogen hebben.
In klassiekere kantoorlaptops vind je cpu’s uit het Core-gamma terug. Core ondersteunt per definitie geen ECC-geheugen, maar dat is voor een gewone laptop niet zo belangrijk. In de regel zijn alle Core-chips geschikt voor gebruik in een normale kantoorlaptop. Over het algemeen hebben ze dezelfde functies aan boord op het vlak van beveiliging, ondersteunen ze virtualisatie en meer. Toch is er binnen het gamma een onderscheid: sommige Intel Core-processors zijn immers uitgerust met vPro-technologie.
vPro-technologie
vPro is zoals de naam suggereert exclusief relevant binnen een zakelijke context. Het is geen label waarmee Intel zakelijke cpu’s wil markeren, maar de naam van een technologie die betrekking heeft op meerdere componenten, zoals wifi-modules en SSD’s. Intel lanceerde vPro rond 2007 als een verzamelnaam voor een handvol technologische ontwikkelingen. Vandaag duidt het label vooral op de Intel Active Management Technology (AMT). Die laat IT-beheerders toe om geavanceerd management van een systeem vanop afstand uit te voeren.
Denk daarbij niet alleen aan het uitvoeren van klassieke updates, maar ook bios- en firmware-updates. In combinatie met een compatibele Intel-SSD is het zelfs mogelijk om de inhoud van de drive vanop afstand op een veilige manier te wissen. vPro is niet afhankelijk van het OS dat op een systeem geïnstalleerd staat, en kan dus gebruikt worden zelfs wanneer er iets mis is met het besturingssysteem. Het beheer van vPro-systemen verloopt via een centrale console. Meestal wordt de technologie gecombineerd met de Microsoft System Center Configuration Manager, maar Intel ondersteunt ook alternatieven.
vPro is niet afhankelijk van het OS dat op een systeem geïnstalleerd staat.
vPro is interessant voor organisaties met honderden systemen en een centraal beheerde IT. In de regel wordt het management vooral in enterprise-omgevingen benut, al maken ook middelgrote ondernemingen er gebruik van.
Overkill
Heb je dan een chip met Intel vPro-technologie nodig in je laptop? Als je dit leest om daar een antwoord op te ontdekken, vermoedelijk niet. vPro is relevant voor grote omgevingen waarin de technologie een hoeksteen van het beheer vormt. Als kmo kan je er niets mee aanvangen en mag je de aanwezigheid van de technologie negeren. Eender welke Intel Core-cpu is meer dan voldoende uitgerust om je kantoor te ondersteunen.
Of dat veel verschil zal maken in je laptopkeuze, is nog maar de vraag. Premium businesslaptops komen vrijwel allemaal met vPro-compatibele chips als standaard. Kan je wel kiezen, dan zal je merken dat de vPro-laptop doorgaans duurder is. Ook mankeert de ondersteuning momenteel in het 10 nm Ice Lake-portfolio. Heeft je werknemer voldoende aan een instapsysteem met Core i3? Of wil je genieten van 10 nm? Laat de afwezigheid van vPro je dan niet tegenhouden als je de functie niet gebruikt.
AMD en Ryzen Pro
AMD splitst zijn portfolio wel op in twee takken: Ryzen en Ryzen Pro. De standaardfuncties van beide zijn identiek. Zo ondersteunen alle Ryzen-chips ECC-geheugen, Pro of niet. Gewone Ryzen-processors zijn doorgaans wel ontgrendeld, wat betekent dat je ze vrij kan overklokken. Hun Pro-broertjes zijn dat niet.
Gewone Ryzen-processors zijn doorgaans ontgrendeld, hun Pro-broertjes zijn dat niet.
Opnieuw is het voornaamste verschil de aanwezigheid van functies voor remote management. In AMD’s geval gaat het om het DASH-protocol. Dat vervult ongeveer dezelfde rol als Intel AMT. Verder hebben Ryzen Pro-chips extra beveiliging aan boord. Denk daarbij vooral aan Transparent Secure Memory Encryption (TSME). Dat is een functie waarmee de cpu het geheugen helemaal kan versleutelen, zonder een impact op de prestaties. Ze beschermt het systeem van malware, die zo nog moeilijker kan meekijken naar wat zich binnen het geheugen afspeelt (al is er al een lek nodig om zoiets mogelijk te maken). Intel heeft geen echt equivalent van TSME in huis, maar werkt daar wel aan.
Tot slot voorziet AMD enkele praktische zaken voor zijn Ryzen Pro-gamma. Zo wordt de beschikbaarheid van Pro-producten gegarandeerd tot twee jaar na de lanceringsdatum en zijn er uitgebreidere garantie-opties. AMD wil er zo voor zorgen dat bedrijven ook na hun eerste aankoop nog toegang hebben tot gelijkaardige systemen en componenten. Dankzij die toevoegingen kan AMD, net als Intel, een meerprijs vragen voor de chips.
Niet altijd relevant
Net als bij vPro kan je stellen dat Ryzen Pro pas echt relevant is in enterprise-omgevingen. TSME en remote management zijn niet zo relevant in een kmo-context. De beste illustratie daarvan komt van HP, dat midden januari een line-up aan ProBooks aankondigde met daarin gewone Ryzen-chips. Met die ProBooks richt HP zich op de kmo, waardoor het niet noodzakelijk is om Ryzen Pro in de toestellen te integreren.
Het is belangrijk om te beseffen dat Pro-functies niets meer zijn dan toevoegingen aan chips. De fundamenten van Intel Core- en AMD Ryzen-cpu’s zijn dezelfde, of ze nu ‘Pro’-functies bevatten of niet. Je krijgt eenzelfde chip met vergelijkbare prestaties. Vertaal ‘Pro’ bij zowel vPro als Ryzen Pro best naar ‘Enterprise’, en je krijgt een beter beeld van de doelgroep van deze chips.