Open standaarden zijn noodzakelijk fundament voor slimme gebouwen

Jeroen Hoebeke

Domotica is niet nieuw. Toch was het nooit eerder zo eenvoudig als vandaag om verschillende apparaten in gebouwen te automatiseren én met het internet te verbinden. Worden onze gebouwen slimmer? Alleen als die apparaten ook onderling met elkaar kunnen communiceren, zegt professor Jeroen Hoebeke. Net daar knelt vandaag nog te vaak het schoentje.

Professor Hoebeke is verbonden aan het IDLab binnen imec en de Universiteit Gent, en doet onderzoek naar draadloze oplossingen voor IoT. Hij sprak recent op het ICT NSpire-event van IT-integrator Nextel over het belang van open standaarden voor IoT-toepassingen in slimme gebouwen.

Meer en meer vinden allerlei sensoren een weg tot binnen de muren van onze huizen, winkels en kantoren. De kamerthermostaat schakelt automatisch de verwarming uit wanneer je ’s ochtends het huis verlaat, de lampen op kantoor springen vanzelf aan wanneer de eerste persoon arriveert en het slimme alarmsysteem stuurt automatisch een melding wanneer een klant zich verdacht gedraagt.

Meer dan 300 standaarden

Dergelijke automatisering kan onze productiviteit verhogen, veiligheid verbeteren en onze ecologische voetafdruk beperken. Heel wat potentieel blijft evenwel nog onderbenut. Zolang die verschillende verticale systemen niet onderling met elkaar spreken, blijft een slim gebouw tamelijk dom. Die onderlinge communicatie is vandaag evenwel niet altijd zo evident.

“Er kan veel misgaan wanneer je verschillende systemen naast elkaar gebruikt”, vertelt Hoebeke. “Koppelen is vandaag heel complex. Er zijn meer dan 300 verschillende IoT-standaarden – propriëtaire systemen niet meegerekend – die veelal opgesloten zitten binnen de verschillende verticals.”

 

“Een groot deel van de waarde zit vandaag in het integreren van systemen. Dat moet verhuizen naar het creëren van inzichten”

 

De IoT-markt is ontzettend gefragmenteerd. Wie systemen van verschillende fabrikanten in huis haalt, heeft al snel een wildgroei aan applicaties en dashboards om zijn ‘slim gebouw’ te beheren. Bovendien hebben veel fabrikanten in dit domein traditioneel geen ervaring met het maken van geconnecteerde apparaten en apps, waardoor de gebruikservaring en security te wensen overlaten.

“Er is vandaag veel engineering nodig om al die verschillende systemen met elkaar te koppelen. Een groot deel van de waarde van de IoT-markt zit vandaag in het integreren van systemen en ze met elkaar laten praten. Dat moet verhuizen naar het creëren van inzichten”, zegt Hoebeke.

Houdbaarheidsdatum

Hoebeke waarschuwt verder voor de houdbaarheidsdatum van een slim gebouw. Een gebouw dat vandaag wordt neergezet, staat er binnen tien jaar of zelfs vijftig jaar nog altijd. Een technologie die vandaag lanceert, wordt volgend jaar al vervangen door iets nieuw. “Technologie evolueert voortdurend. Als de ondersteuning voor een bepaald systeem op een gegeven moment wegvalt, kan je dan eenvoudig naar een ander systeem switchen?”, vraagt de professor zich luidop af.

Open standaarden kunnen hier een antwoord bieden. Ze maken hardware en cloudplatformen inwisselbaar, waardoor het slimme gebouw een langere houdbaarheidsdatum krijgt. Dat besef begint eindelijk ook te groeien bij technologiebedrijven die steeds meer evolueren naar gemeenschappelijke bouwblokken op basis van bewezen standaarden.

 

“Het is een utopie om te denken dat we ooit tot één standaard gaan komen.”

 

Hoebeke onderscheidt daarbij vier trends. Ten eerste heb je bedrijven die ervoor kiezen om hun eigen gesloten ecosysteem te maken waar partners zich bij kunnen aansluiten. Het voorbeeld bij uitstek is HomeKit van Apple. Daarnaast gaan fabrikanten zich ook verenigen in allianties waarbij ze ervoor zorgen dat hun respectieve hardware onderling kan communiceren. De derde trend is het samenvloeien van standaarden en in een vierde beweging worden legacy-domoticasystemen aangepast voor een open internetwereld.

Utopie

“De gemeenschappelijke fundamenten zijn er vandaag, maar het is een utopie om te denken dat we ooit tot één standaard gaan komen”, zegt Hoebeke. Bedrijven (en particulieren) moeten daarom goed nadenken over welke systemen ze in huis halen. Welke standaarden ga je gebruiken? Wat met eventuele lock-in wanneer je voor een bepaald systeem kiest? Een verticale end-to-end-oplossing ziet er op papier gebruiksvriendelijker uit, maar brengt risico’s met zich mee op vlak van houdbaarheid.

Open standaarden zijn de facto toekomstbestendiger. Daarnaast moeten we volgens de professor misschien naar een model evolueren waarbij geen hardware maar services worden verkocht. Signify, voorheen Philips Lighting, maakte recent die beweging. “Zij verkopen geen lampen, maar licht. Bij zo’n model is de cirkel rond. Een slim gebouw als een service kan mee evolueren. Er is een strategie om hardware te vervangen, software-updates uit te voeren en de keten te sluiten door oude hardware te recycleren”, besluit Hoebeke.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.