On-premises, publieke of private cloud: wat is het verschil?

Draait je IT-omgeving niet in de publieke cloud, dan gebruik je ofwel on-premises infrastructuur ofwel een private cloud. Wat is het verschil tussen de twee, en waarom is het belangrijk?

Over de definitie van de publieke cloud bestaat weinig discussie. De publieke cloud is de cloud van de hyperscalers. AWS, Google, Microsoft, Oracle of andere spelers bieden je afgemeten en flexibele diensten aan op hun infrastructuur.

Je kan schaalbare opslag of rekenkracht afnemen, en hebt daarbij de keuze uit pure infrastructuur, of meer beheerde oplossingen. Het summum van publieke cloud is het serverless-aanbod, waarbij workloads gewoon steeds exact de rekenkracht krijgen die ze nodig hebben, met dank aan de cloudprovider. De rekening volgt natuurlijk op een later tijdstip.

Delen met anderen

Er is één constante: de cloudprovider is de eigenaar en beheerder van de IT-infrastructuur. Workloads worden verdeeld over de servers van de provider. Die voorziet efficiënte hardware, en verkoopt gevirtualiseerde rekenkracht aan klanten. Jouw virtuele machine met vier rekenkernen en 8 GB RAM draait misschien naast die van een concurrent op één krachtige machine met 128 kernen en 256 GB RAM.

De publieke cloud biedt schaalbaarheid, flexibiliteit en ontzorging, maar heeft ook een keerzijde. Misschien wil je meer controle over je hardware, of komt het abonnementsmodel voor je stabiele workloads toch duurder uit dan verwacht. Of misschien moeten workloads lokaal draaien omwille van performantie- of veiligheidsredenen.

Laat je de publieke cloud links liggen, dan heb je de keuze tussen twee opties waartussen het onderscheid niet altijd even duidelijk is: private cloud of on-premises. Om de twee naast elkaar te zetten, is het belangrijk om het eens te zijn over de definitie.

On-premises

On-premises, vaak afgekort tot on-prem, betekent letterlijk ‘op locatie’, verwijzend naar de eigen locatie van een onderneming. Soms gebruiken organisaties nog verkeerdelijk de term ‘on-premise’ zonder ‘s’, maar dat is fout en houdt inhoudelijk geen steek. On-premises infrastructuur kan je als een tegenhanger van publieke cloudinfrastructuur zien.

On-prem hardware staat in de regel in het datacenter van de onderneming zelf. Dat kan om een grote serverruimte, een echt eigen datacenter of een bezemkast gaan. Eigen ruimte kan je ook huren, in bijvoorbeeld een colocatiedatacenter. De colocatiespecialist houdt zich daar bezig met de stroomvoorziening en de koeling van de hardware, maar die beschouwen we nog steeds als on-premises.

lees ook

Het colocatiedatacenter: de hoeksteen van de moderne IT-architectuur

De organisatie heeft in ieder geval de volledige controle over de hardware. Servers worden besteld en samengesteld volgens de wensen van het bedrijf zelf. Het is aan het IT-team van de onderneming om ervoor te zorgen dat er voldoende opslag en rekenkracht beschikbaar is voor de noden van de organisatie.

On-prem-infrastructuur staat vaak synoniem met een klassiekere IT-omgeving, waarin verschillende servers ieders concrete workloads ondersteunen. Ook modernere hardware-implementaties zoals hyperconvergedinfrastructure (HCI) zijn echter mogelijk in een on-prem-context, zolang de hardware door de onderneming zelf wordt beheerd.

Private cloud

Private cloud is net als on-premises een tegenhanger voor publieke cloud, maar de insteek is anders. Bij on-premises ligt de nadruk op de infrastructuur, de plaatsing en het beheer ervan. De term private cloud heeft betrekking op de flexibiliteit van het aanbod, die vergelijkbaar is met de publieke cloud.

Net als in de publieke cloud kan je in de private cloud virtuele machines alloceren op basis van je noden, en kan je workloads meer of minder pk’s toewijzen. Het belangrijkste verschil is dat de achterliggende infrastructuur niet gedeeld wordt met andere klanten maar – zoals de naam suggereert – privaat is. Geen andere klanten in het datacenter kunnen aan de opslag, rekenkracht of netwerkinfrastructuur van de private cloud van een bedrijf.

Er zijn verschillende manieren om een private cloud te bouwen. Je kan dat zelf doen, met eigen hardware in je eigen datacenter of bij een colocatiespecialist. In dat geval draait de private cloud on-premises en komen de twee samen.

AMD Epyc server
On-premises hardware kan je inzetten zoals je wil, ook om een private cloud te bouwen.

Je kan ook in zee gaan met een hardwarefabrikant, die een cloud-achtig abonnementsmodel voor servers aanbiedt waarbij je die huurt op basis van gebruik, maar niet deelt met derden. Lenovo TruScale, Dell Apex en HPE Greenlake zijn hiervan de bekendste voorbeelden.

Tot slot kan je voor een private cloud in zee gaan met een provider, naar analogie met een publieke cloudprovider. Het belangrijkste verschil blijft dat de hele fysieke IT-infrastructuur exclusief te jouwer beschikking staat. Grote cloudproviders zoals Azure, AWS en Google bieden allemaal een private cloud-aanbod naast hun publieke aanbod. Functionaliteit is gelijkaardig, maar toegang tot de infrastructuur blijft privaat voor de klant.

Wie is eigenaar en wat deel je?

Zoals je leest, staan on-premises en private cloud niet naast elkaar maar overlappen ze. On-premises heeft betrekking op het beheer en de eigendom van de infrastructuur. Je kan een private cloud op on-premises infrastructuur draaien, maar ook kiezen voor een ouderwetse 3-tier aanpak met opslag, netwerk en rekenkracht als afzonderlijk aangekochte bouwstenen.

Bij on-premises infrastructuur ben jij de eigenaar van je servers: jij kiest de hardware en jij beslist hoe modern of klassiek de infrastructuur achter je IT-omgeving is. Het betaalmodel is van ondergeschikt belang. Je kan ook servers huren indien je wil, zolang ze maar op een door jouw gekozen locatie staan, en jij de volledige toegang hebt.

Bij on-premises infrastructuur ben jij de eigenaar van je servers.

Private cloud is een model bovenop de IT-infrastructuur. Waar de private cloud draait en wie eigenaar is van de hardware, maakt niet zoveel uit. Het is wel belangrijk dat de private cloud draait op servers die exclusief zijn toegewezen aan de klant, in een netwerk dat exclusief is opgezet voor de klant. Draai je één virtuele machine met acht rekenkernen op een server met 64 rekenkernen, dan staan de overgebleven 56 kernen te jouwer beschikking. Je kan ze inzetten wanneer je wil en ze worden op geen enkel moment toegewezen aan een VM van een ander bedrijf.

Flexibiliteit met een prijskaartje

Een private cloud werkt even flexibel als een publieke cloud. Je kan bijvoorbeeld beschikbare rekenkracht en opslag alloceren voor workloads via een cloudportaal, zonder dat je een hele server moet toewijzen aan een taak. Je kan bovendien meer of minder pk’s of opslag toewijzen aan een workload in de mate van het nodige, net als bij de publieke cloud.

Het grote verschil: omdat de servers achter de private cloud exclusief gereserveerd zijn voor jou, moet die rekenkracht wel klaarstaan. Heb je plots 24 extra kernen en 64 GB RAM nodig? Dan moet die klaar staan. Je moet ze met andere woorden gekocht hebben (on-premises) of aangevraagd hebben bij je private cloud provider. Dat duurt langer dan in de publieke cloud, waar de publieke cloudprovider steeds voor beschikbare rekenkracht zorgt.

Omdat je die groeiruimte zelf moet voorzien, moet je een beetje overprovisioneren. Je betaalt zo niet alleen voor wat je verbruikt, maar voor een stuk ook voor de hardware die je in reserve houdt voor je groeiende verbruik.

Kies je voor eigen hardware, ofwel via een private cloud-arrangement ofwel omdat je alles on-premises houdt, dan moet je daar rekening mee houden. Opschalen kan, maar niet à la minute zoals in de publieke cloud. In een puur on-premises context hangt alles af van de levertijd. Werk je samen met een private cloudpartner zonder puur on-premises infrastructuur, dan kan opschalen sneller gaan.

Wanneer en waarom?

Wanneer kies je nu voor de publieke cloud, wanneer een private cloud, en wanneer denk je bijkomen na over on-premises infrastructuur?

Publieke cloud

  • Een model voor IT-consumptie
  • Volledige ontzorging van de hardware
  • Je configureert wat je nodig hebt
  • Je deelt de omgeving op een veilige manier met andere klanten
  • Altijd via een extern datacenter

Private cloud

  • Een model voor IT-consumptie
  • Functioneert voor een stuk zoals de publieke cloud
  • De achterliggende hardware is privaat
  • Workloads schalen ook flexibel, zolang de nodige hardware beschikbaar is
  • Je kan harware zelf voorzien (on-premises) of met een partner in zee gaan
  • Kan lokaal (lage latency) of in een extern datacenter

On-premises

  • Een model voor IT-hardwarebeheer
  • Je plaatst eigen hardware op een zelfgekozen locatie
  • Jij bent verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van IT-capaciteit
  • Je kan helemaal kiezen hoe je on-premises hardware inzet (3-tier, HCI, private cloud…)
  • Veelal in een eigen datacenter (lage latency), maar colocatie kan ook

De publieke cloud blijft dus een slimme keuze voor onvoorspelbare workloads die snel moeten schalen. Private cloud is een model dat het gemak van de publieke cloud probeert te emuleren, maar dan binnen een private context. Omdat hardware niet gedeeld wordt, biedt dit model in theorie meer privacy en veiligheid. Dat kan belangrijk zijn voor partijen in de financiële sector of gezondheidszorg, die zich aan strenge regels moeten houden.

Kies je voor private cloud bij een externe provider, dan is het verschil met publieke cloud eigenlijk niet meer zo heel groot. Gevirtualiseerde workloads worden zodanig gescheiden in de publieke cloud, dat het veiligheidsrisico voor de meeste types van klanten theoretisch is.

lees ook

Geen 3-tier maar ook geen cloud first: wat dan wel?

On-premises impliceert eigen beheer van de hardware. Daar zijn de voordelen wel groter. Indien je weet hoeveel IT-capaciteit je nodig zal hebben de komende jaren, dan kan je die redelijk afgemeten kopen. Dat zal vaak toch voordeliger uitvallen dan een stabiele workload draaien bij een publieke cloudprovider.

On-premises infrastructuur biedt nog het voordeel van een lagere latency, zeker wanneer het datacenter echt dicht bij de organisatie staat. Een animatiestudio wil bijvoorbeeld onmiddellijke toegang tot immense bestanden, zonder die via het publieke internet heen en weer te sturen.

Een beetje van alles: hybride cloud

Wat is nu de beste keuze? Dat hangt af van bedrijf tot bedrijf, en in feite zelfs van workload tot workload. Cloud first is een marketingkreet die we intussen gelukkig minder en minder horen. Sommige workloads hebben baat bij schaalbaarheid, andere bij flexibiliteit maar moeten conform complexe regelgeving draaien, en nog andere zijn stabiel en gewoon best zo dicht mogelijk bij de eindgebruiker beschikbaar.

De perfecte oplossing is vaak een samenraapsel van één of meerdere publieke en of private cloudproviders en on-premises infrastructuur: de hybride cloud.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
terug naar home