Het colocatiedatacenter: de hoeksteen van de moderne IT-architectuur

Digital realty datacenter

In Zaventem verrijst niet voor niets een enorm gebouw met het logo van Digital Realty op de gevel. In het huidige IT-landschap groeien niet alleen de hyperscalers, ook colocatiespecialisten moeten een versnelling hoger schakelen om de vraag de baas te kunnen. Voor heel wat workloads is de cloud niet geschikt, en dan lonkt een ander type van datacenter.

“Veel bedrijven hebben behoefte aan controle over hun data en hun workloads”, weet Vincent in’t Veld, Regional Lead Northern Europe bij Digital Realty, dat in 2020 zijn overname van lokale datacenterspecialist Interxion afrondde. “Een tijdje hanteerden tal van organisaties een cloud first-strategie, maar intussen realiseren IT-specialisten zich dat niet alles kan, moet of mag gemigreerd worden. Eindklanten willen bijvoorbeeld eigen netwerkinfrastructuur, eigen opslag voor compliance-doeleinden, of gewoon meer controle.”

In’t Veld merkt dat aan de rol die Digital Realty vandaag speelt. David Louis, huidig Director Sales en Marketing bij de colocatiespecialist en net als zijn collega een Interxion-coryfee, merkt de trend ook op. Hij verduidelijkt: “Vroeger stond het serverpark bij het bedrijf zelf. Nu is de IT-omgeving veel meer gespreid. Van een traditionele omgeving evolueerden we naar een hybride architectuur met stukken en brokken bij verschillende spelers. Voor zo’n IT-landschap zijn zowel performantie als connectiviteit heel belangrijk.”

Nieuwere hardware, complexere vereisten

Bedrijven kunnen beiden niet langer zomaar zelf voorzien. Eerst en vooral is de hardware veranderd. Servers zijn vandaag krachtiger en denser dan ooit, maar een enkele rack vereist meer stroom en is moeilijker te koelen. Dat lukt niet meer op een energie-efficiënte manier in de achterkamer van het administratiegebouw.

“De aanwas van nieuwe klanten bestaat voor een deel uit bedrijven die hun eigen datacenter willen opfrissen”, illustreert in’t Veld. “Ze zoeken een toekomstbestendige infrastructuur.” Een dergelijke infrastructuur heeft Digital Realty in zijn datacenters, met moderne koelingstechnieken, stroomvoorziening, connectiviteit en beveiliging.

Efficiëntie op schaal

Tijdens ons gesprek zien we door het raam BRU4: het splinternieuwe datacenter van Digital Realty dat binnenkort helemaal klaar moet zijn. Dat is gebouwd met toekomstbestendigheid in het achterhoofd, en zal naast traditionele workloads ook HPC-systemen op een efficiënte manier de baas kunnen.

“Veel bedrijven hebben behoefde aan controle over hun data en hun workloads”, volgens Vincent in’t Veld, Regional Lead Northern Europe bij Digital Realty.

Een dergelijke omkadering kunnen bedrijven niet meer zelf realiseren voor hun datacenter-hardware, en al zeker niet met een degelijke Power Usage Effectiveness of PUE. Dat is een maatstaaf voor de extra elektriciteit die je nodig hebt voor de omkadering van een gegeven hoeveelheid IT-materiaal. Met moderne servers die veel koeling vereisen, kan de PUE hoog oplopen voor wie onvoldoende middelen heeft. Omgekeerd kan een partij als Digital Realty dankzij de schaal van de datacenters en de investeringen in moderne technologie de PUE wel laag houden. Hardware van de eigen kelder naar een colocatiedatacenter verhuizen, is zo niet alleen een praktische maar ook een ecologische beslissing.

Geboren connectiviteitshub

Bijkomend is in een hybride context de connectiviteit tussen on-premises hardware, toepassingen bij hyperscalers, SaaS-software en gebruikers overal ter lande essentieel. De eigen IT-infrastructuur moet dus optimaal gekoppeld zijn aan de netwerken van bijvoorbeeld cloudspelers.

Die connectiviteit is een historische specialiteit van Digital Realty. “25 jaar geleden zag de wereld er heel anders uit”, vertelt in’t Veld. Toen telecom geliberaliseerd werd en er andere spelers op de markt kwamen, ontstond er een nood aan een neutrale plek om de verschillende netwerken aan elkaar te koppelen. Wij hebben toen het huisje gebouwd waar iedereen op een veilige en gecontroleerde plek kon samenkomen.”

Wij hebben toen het huisje gebouwd waar iedereen op een veilige en gecontroleerde plek kon samenkomen.

Vincent in’t Veld, Regional Lead Northern Europe Digital Realty

Het oorspronkelijke Interxion-datacenter was dus eerder een communicatiehub waar netwerkapparatuur gekoeld en onderhouden werd, en netwerken aan elkaar werden gekoppeld. “Eerst stond spraak centraal, langzaamaan zijn het internet en applicaties daarbij gekomen. De digitalisering heeft een veel grotere vraag gecreëerd naar neutrale interconnectiepunten.”

Het datacenter dat vandaag BRU1 heet, startte als zo’n interconnectiepunt op een locatie waar voldoende stroom aanwezig was en een internationale glasvezellijn lag. Organisch werden de netwerken van operatoren naar die locatie gezogen. “Veertien jaar geleden zaten er zo’n dertig telecompartijen in het datacenter, nu zijn dat er meer dan honderd.”

Verbinden hoe en met wie je wil

Vandaag verbindt Digital Realty niet enkel de netwerken van operatoren, maar biedt het ook bliksemsnelle toegang tot bijvoorbeeld hyperscalers. Louis: “Wie bij ons komt, heeft altijd de juiste bouwstenen met directe verbindingen en express routes.”

“Daar zijn we goed in”, weet in’t Veld. “Daarom hebben we geïnvesteerd in een platform waar netwerk- en cloudbedrijven op hebben ingeklikt, letterlijk. Zowel klanten als serviceproviders zijn aangesloten op onze datacenter-infrastructuur, waardoor de klanten softwarematig via een portaal hun eigen connectiviteitsbehoeften kunnen beheren.”

Meer nood aan ruimte, ondanks compactere servers

De vraag naar een professionele en goed geconnecteerde omgeving om eigen hardware te plaatsen, stijgt snel. Louis en in’t Veld zien de nood aan colocatieruimte snel aandikken, zelfs met de almaar hogere densiteit en kleinere voetafdruk van moderne servers. “Iedere vier jaar wordt hardware grondig vernieuwd, en zien we bijna drie keer zoveel capaciteit op dezelfde plaats”, weet Louis. “Door de vernieuwingen die klanten permanent doorvoeren, verkleint hun voetafdruk. Zo passen er op termijn meer klanten op dezelfde ruimte.”

En toch is er nood aan BRU4. “Vroeger duurde het misschien tien jaar om een datacenter met een capaciteit van 7,5 MW vol te krijgen”, verduidelijkt in’t Veld. “BRU4krijgt het dubbele en zal misschien binnen twee tot drie jaar al vol zitten.

BRU4 zal misschien binnen twee tot drie jaar al vol zitten.

Vincent in’t Veld, Regional Lead Northern Europe Digital Realty

Digitalisering is dus geen of-of-verhaal, waarbij bedrijven kiezen voor de cloud of eigen hardware. De realiteit is een mix, en die mix komt het best tot z’n recht wanneer het stukje on-premises op een geschikte plek staat. On-premises betekent daardoor niet meer in je eigen gebouw, wel op eigen servers die misschien in een extern datacenter staan.

Lokaal, wereldwijd

Daar denken in’t Veld en Louis dat Digital Realty een interessantere propositie heeft dan Interxion enkele jaren geleden. In’t Veld: “Wij hebben een sterke lokale verankering, maar zijn wereldwijd aanwezig. We zijn de enige speler die dat op deze schaal kan aanbieden in België.”  Zo kunnen bedrijven met internationale aanwezigheid on-premises hardware wereldwijd bij één speler plaatsen, wat volgens beide heren een grote troef is.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.