Bedrijfsdatacenters hebben ook met AI nog toekomst in België

Datacenter

Zijn eigen datacenters nog een haalbare oplossing, nu de vraag naar AI stijgt en Europa strenge duurzaamheidsregels oplegt? Schneider Electric denkt van wel, en zeker in België. Een doordachte aanpak is wel nodig.

On-premises datacenters van bedrijven staan voor grote uitdagingen. De EU lanceerde immers het Energy Efficiency Directive: een regeling die onder andere bepaalt dat operatoren van datacenters met een capaciteit van boven de 500 kW over hun verbruik en efficiëntie moeten rapporteren.

Datacenters krijgen bovendien te maken met strengere normen. Het Climate Neutral Data Centre Pact mikt bijvoorbeeld op een power usage effectiveness (PUE) van 1,4 en Duitsland wil tegen 2026 datacenters naar 1,2 krijgen. Dat wil zeggen dat voor iedere watt aan IT-materiaal een datacenter maximaal 1,2 watt mag verbruiken, met maar 0,2 watt overhead voor onder andere koeling. Aangezien datacenters grote verbruikers zijn, is dat streven naar meer efficiëntie een welkome zaak.

Groter is niet altijd beter

Hyperscalers en colocatiespecialisten hebben de schaal om nieuwe datacenters te bouwen met een lage PUE, maar wat met eigen on-premises bij bedrijven? Zo’n datacenter moet ook efficiënt draaien om de eigenaar niet in de problemen te brengen bij de ESG-rapportage. Dat wordt des te moeilijker gezien de stijgende dichtheid van IT, onder impuls van AI. Waar serverracks vroeger twee tot vier kilowatt meetten, stijgt dat nu in extreme gevallen naar zestig of zelfs 120 kW in extreme gevallen.

Colocatiespecialisten en hyperscalers willen IT-infrastructuur van dergelijke datacenters naar hun sites aantrekken, maar dat is niet altijd nodig of zelfs wenselijk volgens Martijn Aerts, VP Secure Power BENE cluster bij Schneider Electric. “In de datacenter-hotspot van Europa is er momenteel een probleem met vergunningen en toegang tot stroom. In Dublin hebben burgers zelfs een klacht ingediend tegen de veel verbruikende datacenters.”

In de datacenter-hotspot van Europa is er momenteel een probleem met vergunningen en toegang tot stroom.

Martijn Aerts, VP Secure Power BENE cluster Schneider Electric

Grote sites voorzien op AI en HPC verbruiken immens veel stroom. Daarbij speelt niet alleen de beschikbaarheid van de stroom mee, maar ook de capaciteit van het net. Datacenterspecialisten strijden om vastgoed dat geconnecteerd kan worden aan een adequate stroomvoorziening. Aerts: “In België heerst dat probleem niet op die manier.”

Klein en verspreid

“Wij hebben eigenlijk veel kleine datacenters in België”, stelt Aerts vast. “Denk maar aan universiteiten en ziekenhuizen.” Die datacenters gaan we niet meteen allemaal omtoveren tot enorme AI-trainingscentra. “De racks van 60 kW of meer zijn voor Microsoft, Google en Meta. Bij ons zullen we kleinere stappen zien, en daar is modulariteit mogelijk.”

Aerts gelooft in brownfield-oplossingen, waarbij delen van bestaande datacenters worden geconverteerd om tegemoet te komen aan AI-servers. Zolang die niet te groot worden, is de impact op het stroomnet beperkt en kan het Belgische net dat bolwerken.

Zo’n datacenters zijn best toegankelijk, zeker wanneer je bestaande sites herwerkt of voor modulariteit kiest. “We praten al heel concreet met klanten om een deel van de serverzaal AI-klaar te maken”, aldus Aerts. “En er bestaan modulaire prefab-modules.”

Leren van de telecomsector

Dat laatste is heel belangrijk. “Een nieuw datacenter bouwen heeft een doorlooptijd van twee tot drie jaar, en kost heel wat geld. Met prefab-oplossingen kan je 10 MW, 5 MW of zelfs 500 kW bijplaatsen. Dat kost minder, is direct beschikbaar, en heeft een kleinere impact op het stroomnet.

lees ook

Meer datacenters en meer AI: ecologisch verantwoord?

“Zo’n modules bestaan al heel lang”, gaat Aerts verder. “Ze zijn groot geworden door de telecomsector, die nood had aan datacenters op afgelegen plekken. Daarna zijn ze geëvolueerd naar kleine datacenters, voorzien van moderne technologie voor onder andere koeling, stroom en de UPS. Ze omvatten de nieuwste technieken op kleine schaal, zodat een lage PUE mogelijk is.”

Zelf stroom opwekken

Nu de DFLAP (Dublin, Frankfurt, Londen, Amsterdam en Parijs)-regio kampt met beperkingen, kan België volgens Aerts een rol spelen door die kleinere datacenters te omarmen. “Daarnaast kunnen datacenters een hub worden in een microgrid”, denkt hij. “Datacenters verbruiken veel energie, maar wekken die ook vandaag al soms zelf op.”

Hoe dan ook moet België nadenken over zijn rol, nu de DFLAP-regio verzadigd raakt. “We moeten een paradox oplossen”, stelt Aerts. “Enerzijds willen we als industrie inzetten op duurzaamheid en efficiëntie. We mikken op een net zero-toekomst. Maar anderzijds is er AI: een energieverslindend beest. Hoe gaan we dat temmen?”

Rol van België

Meer spreiding, in een land met de voorzieningen daarvoor zoals België, lijkt alvast een oplossing. De combinatie van kleinere maar toch efficiëntie modulaire datacenters, en brownfield-conversies van bestaande sites, kan dat faciliteren. In die toekomst zijn het niet alleen de grote colocatiespelers en hyperscalers die de plak zwaaien, maar kan het on-premises enterprise-datacenter ook nog een meerwaarde bieden.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.