Strenge EU-regels voor datacenters zijn belangrijk, maar schieten we onszelf niet in de voet?

Strenge EU-regels voor datacenters zijn belangrijk, maar schieten we onszelf niet in de voet?

Datacenters in Europa moeten tegen 2030 aan strenge regels voldoen. Dat geldt althans voor de grote spelers zoals hyperscalers en colocatieproviders. Kleinere datacenters, meestal in eigen beheer, glippen nog te vaak door de mazen van het net. Europa zou daarom andere parameters moeten hanteren. Bovendien moeten we voorzichtig zijn als we concurrentieel willen blijven ten opzichte van andere regio’s, zoals de Verenigde Staten.

De AI-boom heeft geleid tot een investeringsgolf in de VS, waar men het strategische belang van artificiële intelligentie en de bijbehorende infrastructuur erkent. Als gevolg daarvan wordt er aanzienlijk geïnvesteerd in AI-ontwikkeling en de uitbreiding van datacenters. Ook in Europa liggen enorme opportuniteiten voor datacenters, maar regelgeving blijkt vaak een uitdaging. En dat terwijl datacenters een steeds grotere rol opeisen in de digitale economie. De centrale ligging van België en onze hoofdstad Brussel maakt bovendien dat we een aantrekkelijke regio zijn voor initiatieven om de Europese datacentercapaciteit uit te breiden.

Natuurlijk zijn regels belangrijk. Duurzaamheid moet overal hoog op de agenda staan. Zeker nu de samenleving steeds meer content en data genereert—van het maken van foto’s en social media tot streamingdiensten en online bankieren—stijgt de vraag naar datacenters razendsnel. Zonder datacenters zouden al die toepassingen immers niet mogelijk zijn. Met het juiste beleid en de nodige investeringen kunnen we ervoor zorgen dat datacenters zo efficiënt mogelijk werken en op die manier een positieve impact hebben op de samenleving, de bedrijfswereld en de economie.

Waarom geen regels voor ALLE datacenters?

EU-regelgeving is van toepassing op datacenters met een energievraag van minstens 500 kW. Als we naar de cijfers kijken van een rapport van de Belgian Digital Infrastructure Association (BDIA), zien we dat heel wat datacenters buiten deze regels vallen. In België focust de wetgeving vooral op hyperscalers en grote, wereldwijde colocatiebedrijven die multi-megawatt campussen uitbaten. Colocatie betekent dat verschillende bedrijven de infrastructuur delen. Daarnaast zijn er ook de kleinere microdatacenters en enterprise datacenters, die enkel gebruikt worden door het bedrijf dat er eigenaar van is.

Deze enterprise datacenters hebben volgens de BDIA in België nog steeds het grootste aandeel, met een gezamenlijke capaciteit van 149 MW – goed voor 38% van de totale Belgische datacentercapaciteit. Toch is dit aandeel de afgelopen tien jaar flink gedaald (komende van 75%), wat de trend weerspiegelt waarbij bedrijven verkiezen om hun eigen datacenter in te ruilen voor colocatie- en clouddiensten. Desondanks blijft de impact van enterprise datacenters op duurzaamheid een belangrijk aandachtspunt. Ze zijn vaak veel minder energie-efficiënt dan hun grote broers. En toch ontsnappen veel van deze datacenters aan de huidige regelgeving, wat vragen oproept over hun energieverbruik en duurzaamheidsimpact.

Lage PUE is belangrijk, maar niet alleszeggend

Zo blijkt uit het bovengenoemde rapport dat 81% van de enterprise datacenters onder de kaap van 500 kW blijft en dus aan de strenge EU-regels ontsnapt. Hoewel de huidige drempel op 500 kW ligt, zouden beleidsmakers een bredere benadering moeten hanteren, zodat alle soorten datacenters, ongeacht hun grootte, worden meegenomen in de regelgeving. Een ruimer kader zou een vollediger beeld geven van het Belgische datacenterlandschap en de duurzaamheidsdoelen beter afstemmen op de realiteit.

Daarnaast vertonen de huidige regels bepaalde tekortkomingen, omdat ze te weinig parameters hanteren. Zo rapporteren datacenters vandaag vooral over hun PUE – Power Usage Efficiency. Hoe dichter die waarde bij 1 zit, des te efficiënter het datacenter draait. Europa streeft ernaar om tegen 2030 een PUE van 1,3 of lager te bereiken. Hoewel een lage PUE altijd wenselijk is, betekent dit niet automatisch dat een on-premises datacenter optimaal presteert. Sommige datacenters maken bijvoorbeeld nog steeds gebruik van verouderde hardware, zoals generatoren en koelsystemen.

Als aanvulling op de PUE zou de regelgeving ook rekening kunnen houden met de compute power per kW. Vergelijk het met een moderne laptop die efficiënter werkt met dank aan een processor die minder energie nodig heeft voor dezelfde rekenkracht. Op dezelfde manier zouden datacenters baat hebben bij een doordacht vervangingsbeleid. Een andere relevante parameter is WUE, of Water Usage Efficiency – zeker in ons land waar waterstress een belangrijke uitdaging vormt. Sommige datacenters maken gebruik van koeltorens die water laten verdampen, terwijl een gesloten systeem met vloeistofkoeling vaak efficiënter en milieuvriendelijker is.

Tot slot kunnen regelgeving en efficiëntiemaatregelen soms onbedoelde neveneffecten hebben. Zo werd recent besloten dat de temperatuur in datacenters verhoogd moet worden van 24°C naar 27°C om het energieverbruik van de gebouwkoeling te verlagen. Dit lijkt op het eerste gezicht gunstig, maar in de praktijk leidt het ertoe dat de ventilatoren van servers en andere systemen harder moeten werken om de interne componenten koel te houden, wat uiteindelijk het totale energieverbruik kan verhogen. Dit illustreert het belang van een evenwichtige aanpak bij het invoeren van efficiëntiemaatregelen.

Waarom colocatie?

Koeling is slechts één van de vele factoren die bijdragen aan de hoge operationele kosten van datacenters. Ook back-up- en monitoringsystemen vragen om aanzienlijke investeringen. Colocatiedatacenters verdelen deze kosten over meerdere huurders en bieden professionele ondersteuning om de efficiëntie te optimaliseren. Kleinere datacenters, hoewel waardevol, beschikken niet altijd over de middelen of gespecialiseerde expertise om de meest geavanceerde efficiëntiemaatregelen door te voeren, vooral op het gebied van koeling. Colocatieproviders daarentegen investeren voortdurend in het verbeteren van prestaties en energie-efficiëntie, wat hen een aantrekkelijke optie maakt voor bedrijven die hun infrastructuur willen optimaliseren.

Bedrijven die moeten kiezen of ze hun infrastructuur al dan niet hernieuwen, doen er daarom goed aan om even na te gaan of die investering nog de moeite waard is. Het kan immers veel voordeliger zijn om naar colocatie over te schakelen. Ook vanuit de regelgeving moeten we meer inspanningen leveren om efficiëntere datacenters te stimuleren. Net zoals de VS AI erkent als een belangrijke motor voor toekomstige groei en zwaar investeert in datacenterinfrastructuur, moet Europa op zoek gaan naar oplossingen die snelle innovaties zoals AI ondersteunen zonder de focus op duurzaamheid te verliezen.


Dit is een ingezonden bijdrage van Christophe Kuipers, Director Operations Digital Realty in België . Klik hier voor meer informatie over de oplossingen van het bedrijf.